Inflatie maakt stap van welvaart naar welzijn onmogelijk
Als je een vallende ster ziet, mag je een wens doen. Aldus een volkswijsheid. Het zou me niet verbazen als bankiers de afgelopen jaren veel naar de lucht hebben getuurd, hopend op zo’n vallende ster.
Wat ze dan zouden wensen? Dat de inflatie terugkeert. Prijzen moeten volgens hen namelijk stijgen, anders dreigt er ellende. En jawel: na jarenlange afwezigheid is inflatie terug. Zowel in de eurozone als in de Verenigde Staten verliest geld weer langzaamaan elk jaar een stukje van zijn waarde –want dat is wat inflatie betekent– en alles wijst erop dat dit de komende jaren zo zal blijven. Centrale banken blij, want hun enige taak is te zorgen dat de prijzen elk jaar stijgen.
Ik heb een hekel aan inflatie. Waarom? Dat is een vraag die ik in loop der tijd ontelbare keren heb gekregen. Er zijn meerdere redenen voor aan te dragen. Vandaag wil ik stilstaan bij een van die redenen.
Economen maken onderscheid tussen welvaart en welzijn. Het verschil tussen die twee is, kort door de bocht, dat welvaart de waarde van alles wat we produceren, meet. Zaken die voor ons ook zeer waardevol zijn, zoals vrije tijd die we met onze kinderen doorbrengen, hebben in een op welvaart gerichte wereld een waarde van 0,0 euro. Immers, we produceren in die tijd niets en dat is welvaarttechnisch gesproken nutteloze tijd.
Obsessie
Welzijn is het begrip dat vrije tijd en genieten van het leven wél meetelt. De focus in onze moderne economieën ligt vooral op welvaart. Vandaar die obsessie voor economische groei: het moet elk jaar meer zijn dan het jaar ervoor, want als dat niet gebeurt, daalt onze welvaart.
Europa behoort inmiddels tot het meest welvarende deel van de wereld. Om kort te gaan: wij als samenleving zijn rijk. Schatrijk. Het zou dan niet meer dan logisch zijn als velen van ons een groter deel van die welvaart zouden inruilen voor iets wat schaars is, zoals vrije tijd.
Op lezingen die ik regelmatig geef, kom ik veel mensen tegen die inderdaad aangeven dit graag te willen doen. Maar heel vaak blijft het bij een wens. In de praktijk blijkt het namelijk niet te kunnen. En op nieuw de vraag: waarom?
Een van de antwoorden is dat de prijzen van veel goederen en diensten elk jaar stijgen. Die structurele inflatie maakt het voor velen onmogelijk om een deel van de in de afgelopen decennia vergaarde welvaart in te ruilen voor meer welzijn. Immers, als ze dat zouden doen, zou hun inkomen lager zijn. De rekeningen die ze moeten betalen, worden echter niet goedkoper maar almaar duurder, waardoor ze vrij snel in financiële problemen zouden komen.
Ik vind dat jammer. Vraag een gepensioneerde waar hij spijt van heeft gehad in zijn leven en de kans is groot dat het antwoord zal zijn dat hij of zij te weinig tijd heeft doorgebracht met de kinderen. Onze politici kunnen mooie verhalen ophangen over dat de verhouding tussen privé en werk beter moet en daartoe allerlei voorstellen indienen, de waarheid is dat zolang zij de centrale bankiers de opdracht blijven geven voor aanhoudende inflatie te zorgen, dat per definitie niet kan.
De auteur is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer.