Binnenland

Biddag werd dankdag na redding kinderen uit ijskoud water

„Een wonder van Boven.” Zo noemt moeder Sjanie van Slooten uit Nieuwer ter Aa, provincie Utrecht, de redding van haar kinderen Rozemarijn (6) en Alexander (3) uit het ijskoude water van de Aa. „We geloven dat het leven in Gods hand ligt.”

2 March 2018 18:42Gewijzigd op 16 November 2020 12:44
Rozemarijn (6) en Alexander (3) van Slooten uit Nieuwer ter Aa zijn op een wonderlijke manier gespaard toen ze door het ijs zakten. Jeroen (links) en Bas Lindhout hoorden hulpgeroep en wisten de kinderen op de kant te krijgen. beeld Ruud Voest
Rozemarijn (6) en Alexander (3) van Slooten uit Nieuwer ter Aa zijn op een wonderlijke manier gespaard toen ze door het ijs zakten. Jeroen (links) en Bas Lindhout hoorden hulpgeroep en wisten de kinderen op de kant te krijgen. beeld Ruud Voest

„Met Rozemarijn”, klinkt een mooie kinderstem aan de telefoon. Twee dagen na de redding zijn zij en haar broertje gelukkig helemaal gezond. Sjanie van Slooten: „Woensdagochtend rond een uur of elf wilde ik met de kinderen naar het ijs. We zouden naar een smal slootje naast de Aa gaan.” Gerinde (10) en Jurian (8) gingen met Rozemarijn en Alexander voorop. Hun moeder zou de baby in de wandelwagen leggen en er twee minuten later achteraan komen.

Echter: de telefoon ging. Het gesprek duurde een paar minuten. En in die tijd ging het mis. „Gerinde kwam naar me toe gerend en riep dat Rozemarijn en Alexander door het ijs waren gezakt.” Alexander had ongeveer 100 meter bij huis vandaan in een wak eenden gezien. Het water was daar ongeveer 2 meter diep. Alexander ging erop af en Rozemarijn kwam achter hem aan. Dicht bij het wak was het ijs dun. Opeen zakte Alexander erdoor. Rozemarijn wilde hem helpen, maar viel toen zelf ook in het water. Sjanie: „Jurian heeft gebruld dat ze moesten watertrappelen. Rozemarijn heeft dat gedaan, maar Alexander kon het niet. Ze hebben nog geen zwemdiploma.”

Hulpgeroep

Een buurvrouw die de kinderen zag lopen, merkte als eerste dat de twee door het ijs zakten. Ze belde meteen 112. Ook de broers Jeroen (17) en Bas (15) Lindhout, die pal naast de plek wonen waar het mis ging, hadden door dat er iets aan de hand was. Jeroen: „Ik was achter het huis bezig toen ik een kind om hulp hoorde roepen. Ik rende er heen en zag dat er twee kinderen in het water lagen. Zo snel ik kon ging ik naar huis om mijn broer te roepen. Toen heb ik een lang touw gepakt om de kinderen eruit te halen.” De kinderen snapten echter niet dat ze het touw moesten pakken.

Bas: „Ik kwam net onder de douche vandaan. Vanuit het dakraam zag ik wat er gebeurde. Ik had alleen een broek en een blouse aan en ben op blote voeten naar buiten gerend. Het was heel koud. Op de kant hebben Jeroen en ik nog overlegd om op de brandweer te wachten. Maar we zagen dat Alexander kopje-onder ging. Toen ben ik erin gesprongen.” De kinderen lagen 5 tot 7 meter uit de kant in het water. Bas: „Ik dacht: die kinderen moeten eruit, die kinderen moeten eruit, die kinderen moeten eruit. Ik raakte helemaal versuft van de kou. Mijn spieren verkrampten, mijn longen deden pijn en ik had wondjes aan mijn handen doordat het ijs brak. Ik pakte Alexander. Jeroen gooide het touw naar me toe en trok ons naar de kant.”

Een buurvrouw pakte Alexander van Bas over en bracht hem meteen haar huis binnen. Bas en Rozemarijn lagen nog in het water. Bas: „Ik kon haar er niet meer uit halen. Ik was te verkrampt.”

Heel zwaar

Jeroen: „Ik heb Bas uit het water getrokken en hem aan de kant gelegd. Ik heb mijn jas en schoenen uitgedaan en ben toen naar Rozemarijn gezwommen. Ik dacht: ze moet blijven leven! Het was heel zwaar. De kleren van Rozemarijn zaten vol met water.” Rozemarijn werd ook naar het huis van de buurvrouw gebracht. Jeroen kon zelf uit het water klimmen. „Het ging allemaal heel snel. Tussen het moment dat Bas in het water sprong en het moment dat we allemaal op de kant waren, zat ongeveer een minuut.”

Politie en ambulance arriveerden toen de kinderen al in het huis van de buurvrouw waren. De brandweer kon worden afgebeld. Ambulancepersoneel kon al snel vertellen dat de kinderen kerngezond waren. Ze hoefden niet naar het ziekenhuis.

Een paar uur na de gebeurtenis gingen Jeroen en Bas naar het gezin Van Slooten. Ze zijn met de familie bekend, onder meer doordat hun zus er soms oppast. Jeroen: „Het geeft een kick dat kinderen drie uur later al weer lekker zaten te spelen. Ik ben heel blij dat het zo is afgelopen. Als het weer zou gebeuren, zouden we precies hetzelfde doen.” De burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht heeft de broers inmiddels voorgedragen voor een erepenning van het Carnegie Heldenfonds.

Sjanie van Slooten vindt dat de jongens een onderscheiding dubbel en dwars hebben verdiend. „God komt alle eer toe. Maar we zijn ook heel blij met de hulp van de jongens en de buurvrouw.” Ze heeft zich voorgenomen om in het vervolg alerter te zijn. Van Slooten benadrukt dat er een wonder is gebeurd. „De kinderen hebben drie of vier minuten in het water gelegen. Als het een minuut langer had geduurd, hadden ze een hartstilstand gekregen.” Ze noemt het ook een wonder dat de kinderen er niets aan over hebben gehouden. „Ze waren afgekoeld tot 35,4 en 35,6 graden, maar hebben geen koorts gekregen.”

Rozemarijn en Alexander verwerken de gebeurtenis al spelend. „Soms pakt Rozemarijn de telefoon en doet ze alsof ze het hele verhaal vertelt. De kinderen hebben ook het thermodeken van de ambulance nog. Daar gaan ze op de bank onder zitten en doen ze alsof ze klappertanden.”

Van Slooten is dankbaar voor de goede afloop. „We ervaren het alsof we onze kinderen voor de tweede keer hebben gekregen.” Woensdag was in de kerkelijke gemeente van het gezin, de oud gereformeerde gemeente van Loenen aan de Vecht, biddag. „Maar het werd een dankdag voor ons.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer