Nepnieuws in de natuur in geuren en kleuren
Nepnieuws ontwricht het leven. Maar in de natuur kunnen dieren en planten niet zonder. In geuren en kleuren wordt er misleid en verleid. Gelogen en bedrogen.
Nepnieuws. Met een bericht anderen op het verkeerde been zetten. Zulke praktijken domineren het echte nieuws steeds vaker. En vrijwel iedereen vindt dat het bestreden moet worden.
In de dieren- en plantenwereld heeft nepnieuws wél nut. Nepnieuws tiert er in geuren en kleuren, in vormen en gedrag, in plaats van cijfers en letters. Prooidieren stellen er hun dood mee uit, roofdieren proberen dat tijdstip er juist mee te vervroegen. En planten? Die gebruiken het om te verleiden en te bestrijden.
Kampioen
Kampioen onder de misleiders zijn zweefvliegen. Met hun langwerpige zwart-geel gestreepte lijfjes lijken ze als twee druppels water op een heuse wesp en daar moet je vandaan blijven vanwege zijn gifangel. Op hoeveel terrasjes is er ’s zomers niet onnodig gemept of weggerend omdat iemand dacht met een wesp van doen te hebben?
Net doen alsof je dood bent (thanatosis): daar zijn vooral slangen goed in. Zoals de ringslang die ook in Nederland voorkomt. Zodra die zich in het nauw gedreven voelt, houdt hij zich slap en laat hij zijn tong uit de open bek hangen: dood, zogenaamd dan.
De West-Indische boomslang maakt het nog bonter. Bij dat doodliggen verspreidt hij een geur van ontbindend vlees en uit zijn bek sijpelen druppeltjes bloed. Ook zijn ogen worden dof. Voor een roofdier dat dacht vers slangenvlees te gaan verorberen, zijn dat heldere signalen: deze slang is over zijn houdbaarheidsdatum heen en smaakt dus nergens meer naar.
Ook onder zoogdieren is dit gedrag bekend, zoals bij de opossum of buidelrat. Vooral demonstratief de tong uit de bek laten hangen is kenmerkend voor zulk schijndood-gedrag.
In het neppen van vijanden zijn ook sommige vogelsoorten ware meesters. Sommige pleviersoorten proberen belagers bij hun nest weg te houden door net te doen alsof ze gewond zijn, en dus een gemakkelijke prooi: ze laten hun vleugels over de grond slepen en simuleren uitputting. Komt een rover te dichtbij dan zijn ze alsnog gevlogen.
Niet weggaan, een leeuw
Volleerde bedriegers zijn de mannetjes van de Afrikaanse topi-antilope. Die hebben een eigen territorium waarin ze zolang mogelijk vrouwtjes proberen vast te houden. Zodra een vrouwtje bij hem wil vertrekken, doet het mannetje alsof er een leeuw of luipaard in de buurt is: hij staat aan de grond genageld, staart naar één bepaalde plek buiten het territorium en maakt alarmgeluiden. Voor een vrouwtje betekent dat maar één ding: nog niet weg gaan, want daarbuiten is het niet veilig.
Niet alleen mannetjes bedriegen, vrouwen kunnen er ook wat van. Zo hebben sommige vrouwtjes van de gevlekte hyena al voor hun geboorte extreem veel mannelijke hormonen in hun lijf. Het is te zien aan hun robuust machogedrag en aan hun uiterlijk: ze hebben mannelijke geslachtsdelen, zoals een penis. Zo’n schijnvertoning van vrouwtjes als krachtpatsers is handig om echte mannen op afstand te houden die het op de jongen voorzien hebben.
Zeevissen
Zeevissen zijn ook bedreven in het om de tuin leiden van vijanden, of juist om prooi aan te trekken. Platvissen als schol of schar verbergen zich vlak onder het zand om zich te verschuilen voor zowel prooidiertjes als hapgrage roofvissen. Draakvissen zien eruit als rondzwevend wier en daarmee weten ze zowel rovers als prooidieren te slim af te zijn.
Diepzeeduivels, lantaarn- en hengelvissen zijn dodelijk als nepnieuwsverspreiders. Op hun kop hebben ze een draadje of lichtgevende frutseltje dat vóór hun bek bungelt en een sappig wormpje suggereert. Daar kan een voorbij zwemmend visje geen nee tegen zeggen. Hapt het toe, dan maakt een nog grotere hap een eind aan zijn leventje.
De alligatorschildpad, een zoetwaterreptiel, heeft op het puntje van zijn tong een vleeskleurig wriemeldingetje. Het dier wacht onder water met open bek op een visje dat erin tuint.
Ogen van achteren
Veel vissoorten hebben op hun achterlijf enorme zwarte vlekken die op ogen lijken. Ook dat is je reinste verlakkerij. Rovers weten: een vis pak je bij zijn kop en vandaar werk je hem naarbinnen. Bij de staart beginnen met oppeuzelen geeft problemen vanwege de achterwaarts gerichte vinnen en kieuwen van een prooivis, die dwars gaan liggen bij het opgepeuzeld worden. Precies dat biedt kansen om als prooi alsnog te ontsnappen! Het loont dus om nepogen aan de staartkant te hebben en je echte ogen onzichtbaar te maken, bijvoorbeeld met een donkere oogstreep. Grote kans dat een roofvis afkomt op dat nepoog en in je staart hapt.
Ogen aan de achterkant. Die vind je ook bij een van de gevaarlijkste slangensoorten, de cobra. Een tegenstander die van achteren zo’n dier besluipt, slaat de schrik om het hart bij het zien van die oogtekening aan de achterkant van de kop: ik word gezien!
Afgebroken staart
Een andere familie van reptielen, hagedissen, hebben weer iets anders in petto voor belagers: hun doorgaans opvallend gekleurde staart breekt af zodra erin gebeten wordt. Omdat het staartstuk nog een tijdje blijft kronkelen biedt deze afleidingsmanoeuvre de hagedis alle tijd om weg te komen.
De insectenwereld zit vol met staaltjes van bedrog. Met de zweefvlieg maakten we al kennis, en wie kent niet de wandelende tak, bijna niet te onderscheiden van het gebladerte rondom? Afwezigheid suggereren door je in kleur of vorm aan te passen aan de omgeving, is een veel voorkomende truc onder insecten. Veel nachtvlinders lijken op te lossen zodra ze zijn neergestreken op bijvoorbeeld een boomstam. Wie de wapendrager ziet, die weet zeker met een afgebroken takje van doen te hebben.
Rupsen van sommige soorten vlinders willen juist opvallen op het moment dat er een koekoek of wielewaal op ze afkomt. Indruk maken en intimideren met een monsterlijk voorkomen is dan het enige wat ze nog kan redden. De rups van de grote hermelijnvlinder is zo’n schijnmonster. En als die reuzenkop niet afschrikwekkend werkt, is er altijd nog dat staartje aan de achterkant.
Komkommer
Planten verleiden volop met hun kleurige bloemen en indringende geuren en insecten zijn hun belangrijkste slachtoffers, omdat die ze moeten helpen bij de voortplanting (het bestuiven van de bloemen).
Sommige planten zetten geuren in als insectenverdelgingsmiddel. Zo verspreiden komkommers een geur zodra trips aan hun vezels knagen. Door die geur worden roofwantsen en -mijten aangetrokken die dol zijn op die minuscule vliegjes. Nepnieuws kan dus ook in de dieren- en plantenwereld aantrekkelijk zijn: prettig nep dus. Mensen wisten dat natuurlijk al langer. Dankzij al die fleurige en geurende bloemen.