Kerk & religie

Ramp voor Rohingya’s in Bangladesh

Er voltrekt zich een ramp voor de Rohingyavluchtelingen in Bangladesh, zegt Rebecca van Hout, namens de Vlaamse ontwikkelingsorganisatie Hulp voor Ontheemden werkzaam in Dhaka. „De voorgenomen terugkeer naar Myanmar binnen twee jaar is slechts gepraat. Er komen alleen maar vluchtelingen bij.”

Klaas van der Zwaag
28 February 2018 19:06Gewijzigd op 16 November 2020 12:43

Samen met andere hulporganisaties bieden Hulp voor Ontheemden en in Nederland bijvoorbeeld Kerk in Actie, de hulpverleningsorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, hulp aan vluchtelingen in Myanmar (het vroegere Birma) en Bangladesh. Sinds de vluchtelingencrisis hebben deze organisaties duizenden families voorzien van voedselpakketten en hygiënepakketten. Zo wordt er geholpen in hun eerste levensbehoeften en wordt geprobeerd om de uitbraak van besmettelijke ziekten zoals cholera te beperken.

Kinderen

Van Hout vertelt hoe op 17 augustus 2017 de stroom van de Rohingya’s uit het buurland Myanmar begon. De Rohingya’s, een moslimminderheid in Myanmar, sloegen op de vlucht voor het geweld van de kant van het leger, na aanslagen van Rohingya’s op politieposten. Van Hout: „Er waren al 400.000 Rohingya’s opgenomen in Bangladesh, daar kwamen er in amper drie maanden tijd nog eens 600.000 bij.”

Het drama trof vooral de 60.000 kinderen die zonder ouders en familie in overvolle kampen hun weg moesten vinden. Ze zijn verstoken van normaal onderwijs.

Volgens de internationale afspraken moeten de Rohingya’s binnen twee jaar naar Myanmar terugkeren. „Maar dat is alleen maar gepraat”, zegt Van Hout in het hoofdkantoor van Hulp voor Ontheemden in Dhaka. „Je zou dan honderdduizenden mensen moeten terugzenden in twee jaar, dat lukt je nog niet in twintig jaar tijd. Een Rohingyagezin telt gemiddeld zeven kinderen, dat betekent dat het aantal vluchtelingen ondertussen alleen maar groter wordt. En niemand gaat op dit moment terug. Integendeel, er komen nog vluchtelingen bij.”

Rohingya’s worden niet als volk erkend, ze zijn persona non grata. „Myanmar heeft hun hun nationaliteit afgenomen”, aldus Van Hout. „Hoe zouden ze terug kunnen als ze geen paspoorten hebben en als er in hun thuisland geen voorzieningen voor hen zijn? Dan gaan ze van een kamp waar nog veel hulp is naar een kamp waar hun mogelijk de dood wacht. De Rohingya’s hebben altijd in Myanmar gewoond. Ze behoren niet tot Bangladesh, zoals Myanmar beweert. Ze spreken ook een andere taal, het is een totaal ander volk.”

Voedselprijzen

Het is onmenselijk wat er gebeurt, vindt Van Hout. „Rohingya’s mogen geen stuk landbouwgrond kopen waarop ze hun voedsel kunnen verbouwen. Het probleem verplaatst zich nu ook naar het gastland. Bangladesh kan de opvang niet meer aan. De reserves raken op. De voedselprijzen zijn omhooggeschoten. Dit jaar zal nog het nog wel gaan, maar voor de langere termijn maak ik me grote zorgen.”

Het blijft uitkijken voor buitenlandse organisaties die werken in een land dat voor 90 procent bestaat uit moslims en waar radicale groepen onder de oppervlakte schuilen, gelukkig

nog tegengehouden door een regering die alert is op elke ui-

ting van fundamentalisme. Tijdens een IS-aanslag in een restaurant in Dhaka waar veel buitenlanders waren, kwamen vorig jaar nog twintig gijzelaars om het leven.

Van Hout: „Toen doken heel wat buitenlanders onder die zich nu langzamerhand weer vertonen.

Ik zeg niet dat het in Dhaka onveilig is, maar ik pak wel al-

tijd de auto, zelfs om boodschappen te doen. Toen een oppositieleider eerder deze maand vijf

jaar cel kreeg vanwege corruptie, was het even onrustig in de stad. Over enkele maanden is de definitieve uitspraak in deze zaak. En dan zouden er weleens rellen kunnen ontstaan. Op dat moment zorg ik ervoor dat ik de stad uit ben.”

Bangladesh kent een veelvoud van rampen, aldus Van Hout. „De moesson duurde vorig jaar enkele maanden langer dan normaal. Overstromingen spoelden huizen en rijstvelden weg. Pas nu is er weer rijst geplant. Het hele jaar was er dus voor miljoenen mensen geen inkomen. In het zuiden raakt het land voortdurend grond kwijt aan de zee, gevolg van de klimaatveranderingen en de stijgende zeespiegel. In het noorden is er juist droogte. Kortom, Bangladesh heeft te maken met twee extremen.”

Het is dus ramp op ramp. Tóch blijven de Bengalezen glimlachen, zo is de ervaring van Van Hout. „De mensen blijven in alle omstandigheden veerkrachtig en met hoop vervuld. Als ze dat laatste niet zouden hebben, zou er immers nooit zo’n grote bevolking van 160 miljoen mensen tot stand gekomen zijn! Bengalezen houden ondanks alles vertrouwen in de toekomst.”

Kerk in Bangladesh

Dit is het zesde deel van een serie over de kerk in islamitisch Bangladesh.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer