Economie

Vol verwondering leven van de wind

Edward van de Kraats is een echte jobhopper; jarenlang wisselde hij in vlot tempo van werkkring. Sinds vier maanden lukt het echter niet een nieuwe baan te vinden. Zijn onafhankelijke leven ging op de helling. Hij leerde vertrouwen op God en verwondert zich dagelijks over de hulp van gemeenteleden.

Frank van de Beek
24 June 2004 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 01:21
BIDDINGHUIZEN – Edward van de Kraats merkt dat hij niet de enige werkzoekende is. „Voor de vacature van arrestantenbewaker kwamen 500 mensen naar de selectie.” Foto RD, Sjaak Verboom
BIDDINGHUIZEN – Edward van de Kraats merkt dat hij niet de enige werkzoekende is. „Voor de vacature van arrestantenbewaker kwamen 500 mensen naar de selectie.” Foto RD, Sjaak Verboom

Naam: Edward van de Kraats

Burgerlijke staat: gehuwd, twee kinderen

Leeftijd: 31 jaar

Opleiding: middelbaar toeristisch en recreatief onderwijs

Ontslag: maart 2004

Laatst werkzaam als: medewerker bij servicestation BP

Zoekt werk in: dienstverlenende functie

„Kijk, dit is mijn werkloosheidskoffertje.” Met een klap belandt de metalen koffer op de tafel. De inhoud laat zich raden: sollicitatiebrieven, ontvangstbevestigingen en afwijzingen. Resultaat van de zoektocht naar werk. In het verleden, maar sinds vier maanden vooral in het heden.

Na zijn studie leerde Van der Kraats verschillende hotels en restaurants kennen. Maar ook luchtvaartmaatschappij Martinair prijkt op het lijstje. Gedurende een jaar vloog hij mee als steward. „Toen ik een blessure aan mijn knie opliep, konden ze me niet meer gebruiken.”

Het servicestation van BP in Lunteren was de laatste werkkring van de 31-jarige Van de Kraats. „Het was een noodsprong, nadat ik mijn werk als begeleider van alleenstaande minderjarige asielzoekers verloor. Bij BP was ik verantwoordelijk voor de roosters. Hierdoor kon ik zondagsarbeid vermijden. Totdat mijn leidinggevende mij verplichtte om op zondag de voorraad te controleren. Hij zei botweg: „Je werkt op zondag en anders is daar het gat van de deur.” Ze hebben me gewoon gebroken.”

Van de Kraats bleef ziek thuis en kon naar verlenging van zijn jaarcontract fluiten. „Ik heb daar echt mijn hoofd gestoten. Ik ontmoette totaal geen respect. Nachtenlang heb ik slecht geslapen.”

Sinds maart van dit jaar solliciteert Van de Kraats naar een breed palet aan vacatures. „Dat kan van alles zijn. Zo ben ik op gesprek geweest op paleis Het Loo voor de functie van lakei. Dat leek me echt iets voor mij. Maar ik was waarschijnlijk te gewoontjes. Tegenover me zat een lid van de hofhouding met een aardappel in de keel. Ik reageerde juist heel amicaal, zo ben ik nu eenmaal. Maar dat kan niet bij iedereen, zeker niet bij prinses Margriet.”

Hij kan er wel om lachen en ziet de humor in van enkele afwijzingen. „Onbegrijpelijk welke antwoordbrieven ik krijg: vol spelfouten en met vage formuleringen.” Uit de koffer komt een aantal voorbeelden. Een wegrestaurant wil om „moverende redenen” geen gebruikmaken van de „aangeboden diensten.” De reactie van pretpark Sixflags lijkt zelfs tegenstrijdig. „Ondanks dat wij ruim 500 vacatures in te vullen hebben, kunnen wij slechts een beperkt aantal sollicitanten uitnodigen.”

De grootste frustratie voor Van de Kraats is de trage papiermolen waar hij in zit. „Het duurt zo lang voordat je bericht krijgt.” Hij haast zich om ook een compliment uit te delen. „Over het Centrum voor Werk en Inkomen niets dan lof. Ooit maakten zij een fout. Ze belden echter direct en corrigeerden het dezelfde dag nog.”

Het slechte economische tij maakt de kans op succes geringer. „Vroeger hoefde ik maar een keer te solliciteren en dan had ik weer een baan. Nu is dat wel anders. Voor de vacature van arrestantenbewaker kwamen 500 mensen naar de selectie. Dan zinkt de moed me in de schoenen.”

Van de Kraats vertelt het verhaal monter. Zijn vrouw Geri -„zij is altijd realistischer”- geeft toe dat het financieel zeker geen vetpot is. „Het is iedere keer weer moeilijk om de maand door te komen. Ons huis, dat in de verkoop staat, hangt als een molensteen om onze nek.”

Toch krijgt het gezin veel hulp van anderen. „Regelmatig vinden we een doos met boodschappen bij de deur of een envelop met geld. Kleren voor de kinderen hoef ik nooit te kopen. Er is altijd wel iets, soms lijkt het alsof we van de wind leven.”

De steun van mensen voelt als een warme deken. Vooral Van de Kraats is dat niet gewend. Door zijn vrouw kwam hij enkele jaren geleden weer in aanraking met een hervormde gemeente. „Mijn vader zou te trots zijn om gegeven spullen aan te pakken. Ik vind het ook moeilijk, maar ik zie het als geschenken van onze God.”

De steun van God houdt Van de Kraats op de been. „Ik ga niet alleen. Onze hemelse Vader geeft zo veel dingen die wij niet verdienen. Ik hoef ook helemaal geen 2000 euro in de maand, geld maakt immers niet gelukkig.”

Dit is het vierde deel van een serie portretten van werkzoekenden. Vrijdag deel 5.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer