Drama Syrië duurt onverminderd voort
Wie dacht dat de oorlog in Syrië op zijn retour was, heeft het helaas mis. Afgelopen week vielen in de regio Ghouta, in de buurt van de hoofdstad Damascus, honderden doden door bombardementen en beschietingen van het regeringsleger.
De strijdkrachten kijken daarbij niet op een burgerslachtoffer meer of minder. Als ook maar wordt vermoed dat er zich in een wijk rebellen ophouden, komt het leger met maximale vuurkracht in actie. Met alle gevolgen van dien.
Je zou na zeven jaar oorlog denken dat er weinig meer te beschieten valt. Maar nog elke dag wordt Syrië verder in puin gelegd. En nog elke dag groeit het aantal doden en gewonden door het slepende conflict.
Als er ergens, al is het aan het einde van een heel lange tunnel, een spoortje licht te zien zou zijn, dan gaf dat tenminste nog een sprankje hoop. Alleen al voor de miljoenen Syriërs die in eigen land op de vlucht voor het oorlogsgeweld zijn geslagen.
De realiteit is helaas anders. De opstandelingen zijn vooralsnog vastbesloten om de strijd voort te zetten. En de regering van president Bashar al-Assad, die zich gesterkt weet door militaire steun van Rusland en Iran, is niet van zins gewapend verzet te tolereren. Integendeel, het Syrische regime slaat elke vorm van tegenstand met de gebruikelijke harde hand neer. Daar zijn dan vervolgens wel vooral onschuldige burgers de dupe van.