Staat wil duidelijkheid over beloning KLM-top
De Nederlandse Staat wil meer duidelijkheid over de beloning van de directie van luchtvaartmaatschappij KLM. Dat zei een vertegenwoordiger van het ministerie van Financiën woensdag op de algemene aandeelhoudersvergadering in Amstelveen. De Staat heeft een belang van 14 procent in het bedrijf.
Aan het begin van het boekjaar moeten de doelen voor het topmanagement worden bekendgemaakt aan de aandeelhouders, zei de vertegenwoordiger. Op die manier kunnen ze achteraf beter beoordelen aan welke voorwaarden precies is voldaan. Bovendien moet bij de vaststelling van de beloning worden gekeken naar de inkomens van een aantal bestuurders met gelijke verantwoordelijkheden.
Nu het Nederlandse bedrijf is overgenomen door Air France, bepaalt Parijs het inkomen van het KLM-bestuur. Daarbij spelen de aandeelhouders geen rol meer. Toch wil Financiën dat het concern hun voorlegt hoeveel de directie gaat verdienen.
De voorzitter van de raad van commissarissen van KLM, F. Maljers, zei in een reactie dat de luchtvaartmaatschappij rond de tafel wil zitten met de overheid over het beloningsbeleid. Hij beloofde meer duidelijkheid over het salaris van de directie.
De aandeelhouders konden zich woensdag voor de laatste keer buigen over de jaarcijfers van een zelfstandig KLM. Air France maakte vorig jaar bekend KLM te willen inlijven. Al met al kostte dat de Fransen circa 785 miljoen euro. In mei van dit jaar was de overname definitief rond. Toch was de opkomst gering. Slechts enkele tientallen aandeelhouders namen de moeite om naar de stadsschouwburg in Amstelveen te komen.
Net als bij de vorige bijeenkomst, in april, was er ook nu weer kritiek op de overname door Air France. De directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), P. de Vries, liep daarbij zoals gebruikelijk voorop. Het bod van de Fransen is volgens hem veel te laag. Zijn vragen daarover aan KLM-directeuren L. van Wijk en R. Ruijter werden naar zijn zin onvoldoende beantwoord. „Meneer Van Wijk, mag ik u vragen hoeveel Air France u betaalt om geen antwoord te geven?” riep hij. Voordat de bestuursvoorzitter kon antwoorden, greep voorzitter Maljers in. „Dat is een erg onfatsoenlijke vraag”, snauwde hij.