Kerk & religie

Predikant beschrijft geschiedenis Monnickendam

De persoon die zeer waarschijnlijk het meest van de geschiedenis van het Noord-Hollandse stadje Monnickendam weet, komt uit Barneveld. Zijn naam is ds. C. A. E. (Charles) Groot. Hij is predikant, dichter en historicus.

Jan van Reenen
16 February 2018 08:21Gewijzigd op 16 November 2020 12:38
Koorhek van de Grote Kerk in Monnickendam. beeld RD, Anton Dommerholt
Koorhek van de Grote Kerk in Monnickendam. beeld RD, Anton Dommerholt

Op de eerste verdieping van zijn woning in Barneveld staan twee kamers vol grote ordners met archiefstukken. Ze bevatten allemaal materiaal over Monnickendam. Ds. Groot heeft er nooit gewoond, maar wél wordt hij door velen gezien als de stadshistoricus. En hij is het ook.

Jarenlang ging ds. Groot elke woensdag naar het stadje ten noorden van Amsterdam om er in de archieven te speuren. Hij heeft onder meer kopieën gemaakt van alle doop-, trouw- en overlijdensaktes vanaf de Hervorming. Bestuursleden van Vereniging Oud Monnickendam (VOM) spelen moeilijke vragen naar hem door.

Het voorgeslacht van ds. Groot komt uit de omgeving van het stadje en dat was dan ook de reden dat hij zich ging verdiepen in de geschiedenis: eerst die van zijn voorgeslacht en daarna van Monnickendam. Rijk waren ze niet, zijn voorouders. Ze waren veelal afhankelijk van de diaconie.

Ds. Groot schreef over het weeshuis, de schutterij, de vroedvrouwen, de geschiedenis van de Waterlandse tram, de relatie tussen Monnickendam en het Huis van Oranje, over een tiener uit Monnickendam die meetrok in het leger van Napoleon naar Rusland en over vier eeuwen zingen in de Grote Kerk van Monnickendam, in verband met de presentatie van het Liedboek van de Kerken. Hij heeft iets met muziek (zie kader ”Samen in de Naam van Jezus”).

Manu Leuw

Ds. Groot schreef in 2015 in het jaarboek van VOM de levensbeschrijvingen van alle Monnickendammers die in de oorlog zijn omgekomen. Onder hen waren alle Joden, op één na. „Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er zeventien Joodse inwoners van Monnickendam weggevoerd. Maar een van hen –Emanuel Leuw– heeft de oorlog overleefd, omdat er mensen waren die hem onderdak hebben verleend.”

Manu, zoals hij genoemd werd, had een manufacturenwinkel in Monnickendam. De zeventien Joden in het stadje moesten zich in de oorlog in Amsterdam melden, zoals alle Joden in de omgeving van de hoofdstad. Manu kreeg onderdak op het adres Plantage Muidergracht 55hs. Het lukt hem uit het getto te ontsnappen en in zijn woonplaats Monnickendam onder te duiken.

Hoe dat gebeurde, kwam ds. Groot pas na het schrijven van het verhaal op het spoor. Monnickendammer Siem Koerse had het verhaal opgetekend uit de mond van Manu zelf. „Manu werd verteld dat hij terug zou gaan naar Monnickendam, maar meer niet. Toen hij uit zijn schuilplaats kwam, stond er buiten een fiets klaar. Manu moest een man volgen door Amsterdam. Hij mocht hem niet aanspreken, maar moest op enkele tientallen meters achter hem blijven rijden. Deze man heeft geen enkele keer omgekeken of Manu hem volgde. Manu heeft nooit geweten wie deze man geweest is.”

Manu zat enige tijd ondergedoken bij de lutherse predikant Theo Scharten aan de Kerkstraat. Daarna werd hij ondergebracht bij bakker Nico Out aan het Noordeinde. Vervolgens kreeg hij een onderkomen bij Dirk Boerlage aan het Zuideinde. Vanaf september 1943 tot het einde van de oorlog verbleef Manu in een hooiberg bij Gerrit Boonstoppel, in een buitengebied aan de westkant van de stad, Overleek. Om er te komen, moest hij met een polsstok over een brede sloot springen. De eerste keer lukte dat niet. Drijfnat en gewikkeld in een zeil werd hij bij Boonstoppel afgeleverd.

Begrafenis

Ds. Groot vermeldt in zijn artikel ook hoe het afgelopen is met Leuw. Die trouwde in 1945 met Naatje van Moppes, een Jodin die ook de oorlog als onderduiker had overleefd. Leuw drong er na de oorlog op aan dat er een monument zou komen ter herinnering aan de Monnickendammers die tijdens de oorlog hun leven hadden verloren. Hij sprak een dankwoord uit tijdens de overdracht van het monument aan het stadsbestuur in 1955.

Nadat zijn vrouw in 1958 overleden was, hertrouwde Leuw in 1961 met Judith de Swarte, een Jodin uit Amsterdam die meerdere concentratiekampen had overleefd. Na Vught waren dat Auschwitz, Birkenau, Gross-Rosen, Buchenwald, Bergen-Belsen en Mauthausen.

In het artikel volgt ds. Groot het naoorlogse leven van Leuw op de voet: als die zijn winkel weer opbouwt, naar Israël gaat en daar een boom laat planten. Leuw verkocht zijn winkel in 1972 en verhuisde daarna met zijn vrouw naar het bejaardencentrum Het Gooi te Bussum.

Hij overleed in 1974. Onder zeer grote publieke belangstelling werd hij in Monnickendam begraven. „Emanuel Leuw was een man die het grote verdriet dat hem en zijn familie was aangedaan wist te overwinnen, niet in het minst door zijn rotsvast, orthodox geloof. Hij overwon dit verdriet ook door zijn typisch Joodse humor.

Tijdens zijn begrafenis zei een spreker: „Iedereen in Monnickendam eerbiedigde de levensovertuiging van Manu Leeuw en had respect voor zijn levenshouding. Naast de strenge opvattingen klonk de beminnelijkheid van een sociaalvoelend mens door. Met de teraardebestelling van Emanuel Leuw is de laatste vooroorlogse Jood uit het stadsbeeld van Monnickendam verdwenen. Een stuk werkelijkheid is historie geworden, maar zijn naam zal nog tientallen jaren blijven voortleven.”

Het artikel in het jaarboek telt meer dan veertig bladzijden, met 76 voetnoten. Ds. Groot: „Ongeveer 1200 inwoners van Monnickendam lezen het jaarboek van de vereniging. Daarnaast houd ik lezingen over historische onderwerpen in Monnickendam en elders. In 2014 kreeg ik als blijk van waardering een bronzen beeldje met een bijbehorend certificaat. Ik voel me al jaren verbonden met Monnickendam – maar zal wel altijd een buitenstaander blijven.”

Ds. C. A. E. Groot

Charles Adrianus Eduard Groot werd geboren op 13 februari 1944 in Nijverdal. Hij volgde een theologische opleiding aan het Nederlands Bijbelinstituut te Doorn. Groot werkte van 1971 tot 1976 als poliklinisch assistent in het Zeister Ziekenhuis. Daarnaast was hij pianist, componist en tekstdichter van gospelgroep ”The Lighters”.

Groot werd in 1977 bevestigd als voorganger van de Evangelische Gemeente Enschede. Van 1993 tot 2009 was hij toerustingspredikant van het Zendings-Diaconessenhuis (ZDH) te Amerongen. Ds. Groot gaat nog steeds voor in gemeenten die behoren tot de Protestantse Kerk in Nederland en in evangelische gemeenten.

De predikant stond in 1983 (mede) aan de wieg van het evangelisch theologisch kwartaalschrift ”Soteria”. Verder was hij medewerker van de Studiebijbel Nieuwe Testament en docent van een jaarlijkse cursus in het ZDH. Samen met anderen organiseerde ds. Groot tussen 1989 en 2009 zo’n 150 sing-ins in het ZDH te Amerongen en elders in het land. Ze maakten drie cd’s: ”Zingen bij het leven”, ”Manna op muziek” en ”Glorie aan God”. Het fenomeen sing-in kreeg mede dankzij hem landelijke bekendheid.

Ds. Groot begeleidde de samenzang tijdens verschillende landelijke bijeenkomsten, zoals de Vierhoutenconferenties (1976-1983) en de nationale gebedsdagen in de Joriskerk in Amersfoort, de Veluwehal in Barneveld en de Americahal in Apeldoorn.

Ds. Groot, die in Barneveld woont, zegt affiniteit te hebben met stichting Heart Cry. „Zowel wat betreft het Bijbelse gedachtengoed als de beleving.”

”Samen in de Naam van Jezus”

Charles Groot schreef veertig jaar geleden, in 1978, het bekende lied ”Samen in de Naam van Jezus”.

Ds. Groot: „Ik kreeg het verzoek om voor een internationale pinksterconferentie in Den Haag een lied te componeren dat drie thema’s moest bevatten: eenheid in verscheidenheid, de nood van de wereld en ontmoeting en lofprijzing.”

Het maken van het lied kostte hem weinig tijd. „Binnen anderhalf uur had ik de tekst en de melodie. De woorden kwamen vanzelf. Ik ervoer een bijzondere verlichting door de Heilige Geest. Andere liederen kostten me gewoonlijk veel meer tijd.”

De commissie keurde het lied direct goed. Het lag goed in het gehoor en diende als themalied van de derde Pinkster Europa Conferentie (PEK) in de Houtrusthallen, waar mensen uit heel Europa naartoe kwamen. Het was voor die gelegenheid vertaald in het Engels, Duits, Frans en Zweeds. Het lied werd voorgezongen door het PEK-koor, waarna allen het vers in diverse talen zongen.

Het lied is daarna snel bekend geworden. Het is onder meer opgenomen in de bundels ”Opwekking” en ”Op Toonhoogte.”

  1. Samen in de naam van Jezus

heffen wij een loflied aan,

want de Geest spreekt alle talen

en doet ons elkaar verstaan.

Samen bidden, samen zoeken,

naar het plan van onze Heer.

Samen zingen en getuigen,

samen leven tot zijn eer.

  1. Heel de wereld moet het weten

dat God niet veranderd is.

en Zijn liefde als een lichtstraal

doordringt in de duisternis.

’t Werk van God is niet te keren

omdat Hij erover waakt

en de Geest doorbreekt de grenzen

die door mensen zijn gemaakt.

  1. Prijs de Heer, de weg is open

naar de Vader, naar elkaar.

Jezus Christus, Triomfator,

mijn Verlosser, Middelaar.

Vader, met geheven handen

breng ik U mijn dank en eer.

’t Is uw Geest die mij doet zeggen:

Jezus Christus is de Heer!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer