„Stel besluit over vrouw als predikant nog uit”
De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) moeten het aan de plaatselijke kerken overlaten om het ambt van ouderling al of niet voor vrouwen open te stellen. Maar dit geldt nog niet voor het ambt van predikant. Hiervoor is een voortgezette Landelijke Vergadering nodig, die een definitief besluit moet nemen.
Dat is de kern van het voorstel van een synodecommissie die de besluitvorming voorbereidt rond de vraag of vrouwen ouderling of predikant mogen worden. De commissie geeft dit advies aan de leden van de Landelijke Vergadering (generale synode) van de Nederlands Gereformeerde Kerken, die vrijdag en zaterdag -mogelijk voor het laatst- bijeenkomt.
De commissie is van oordeel dat de conclusie van het NGK-rapport ”Vrouwelijke ouderlingen en predikanten” om de ambten van ouderling en predikant ook voor vrouwen open te stellen, „bijbels verantwoord” is. Het al of niet instemmen met de conclusie van het rapport (dat de ambten van ouderling en predikant ook voor vrouwen kunnen worden opengesteld) „is een zaak van christelijke vrijheid en daarom geoorloofd, maar niet geboden.”
De commissie vindt het niet wenselijk om besluitvorming over daadwerkelijke openstelling van de ambten voor vrouwen nogmaals jaren uit te stellen en „mede afhankelijk te maken van een eventueel te realiseren gemeenschappelijk beraad met de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.”
Maar de synodecommissie maakt wel onderscheid tussen vrouwelijke ouderlingen en predikanten. Het openstellen van het ambt van ouderling voor vrouwen is, „gelet op de draagkracht binnen het kerkverband, verantwoord.” Maar het daadwerkelijk openstellen van het ambt van predikant voor vrouwen is volgens de commissie niet verantwoord, voordat is onderzocht hoe plaatselijke kerken „-ondanks verschillen in overtuiging- vorm kunnen geven aan hun gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en voordat zorgvuldig in kaart is gebracht welke verdere regelingen in verband met deze openstelling gewenst zijn.”
Het onderzoek hiernaar vergt een zodanig grote inspanning, dat hiervoor een commissie met een nieuwe opdracht zou moeten worden benoemd. Deze commissie moet zich, aldus het voorstel van de synodecommissie, laten informeren door de plaatselijke kerken en de regio’s en aan een volgende Landelijke Vergadering advies uitbrengen.