„Energiedoelen weer in beeld na ingrepen”
De duurzaamheidsdoelen die zijn afgesproken voor 2020 in het Energieakkoord zijn weer binnen bereik. De opstellers van het akkoord zijn het eens geworden over maatregelen die daarvoor moeten zorgen, zo stelt de Sociaal Economische Raad (SER).
In oktober bleek uit de Nationale Energie Verkenning 2017 (NEV) dat de doelen voor 2023 weliswaar gehaald zouden worden, maar die voor 2020 niet. Binnen iets minder dan twee jaar moet de totale energiebesparing in Nederland minstens 100 petajoule zijn, maar er waren onder meer tegenvallers in de glastuinbouw. Ook bleef het aandeel hernieuwbare energie in 2020 volgens de schattingen uit oktober steken op 13 procent in plaats van de beoogde 14 procent.
De belangrijkste besparingsmaatregel is volgens de SER een omgekeerde bewijslast voor bedrijven. Die moeten voortaan zélf in een nieuw systeem aantonen dat ze hun besparingsdoelen halen. Bedrijven waren al langer verplicht besparingen door te voeren, maar er is weinig zicht op wat ze daadwerkelijk doen.
Verder wordt er meer haast gemaakt met een aantal projecten voor windmolens op land. „Er zijn plannen genoeg”, zegt voorzitter Ed Nijpels van de Borgingscommissie van het Energieakkoord. „We moeten nu zorgen dat ten minste 6000 MW op tijd afkomt. Het liefst in overleg en met daadkracht. Desnoods met ingrijpen van de minister.”
Uit de tussentijdse evaluatie bleek ook dat het doel van 15.000 extra voltijdsbanen per jaar in het kader van de energietransitie op 13.000 zou blijven steken. De aanvullende maatregelen moeten er ook voor zorgen dat de werkgelegenheidsdoelen weer op de rails komen, al is dat volgens de SER lastig te meten. Er wordt nog gewerkt aan een apart advies daarover.
„Ik ben heel blij dat de doelen van het Energieakkoord weer binnen bereik komen”, reageert minister Eric Wiebes van Economische Zaken. „Dat hebben we ook wel nodig, want het Klimaatakkoord bouwt hier op voort. Alle inzet is nodig, want eenvoudig wordt het niet.”