Humaniteit is grootste slachtoffer van Syrische burgeroorlog
Het aantal doden in de Syrische burgeroorlog is niet meer bij te houden. Dat zegt iets over het gruwelijke karakter ervan. Wie er ooit zal zegevieren, één waarde in ieder geval niet: de humaniteit.
Het is nauwelijks voorstelbaar, maar de oorlog in Syrië wordt erger. Aldus kopte de New York Times afgelopen week. De laatste twee maanden zijn er in Syrië 300.000 mensen op de vlucht geslagen voor het geweld in vrijwel alle regio’s in het land. Ze voegden zich bij het legioen van elf miljoen Syriërs die hen reeds waren voorgegaan. Volgens de Verenigde Naties zijn er in Syrië sinds 2011 minstens 400.000 mensen omgekomen, maar uit onmacht stopte deze organisatie al jaren geleden met het bijhouden van statistieken.
Kardinaal Mario Zenari, die de Vaticaanse nuntius in Damascus is, gaf onlangs een beeld van het onvoorstelbare leed achter die kille cijfers. Na zeven jaar oorlog is het gezondheidssysteem in Syrië volledig ingestort. Ziekenhuizen hebben geen medicijnen meer en het medisch personeel is gevlucht. Een overweldigende meerderheid van de Syrische bevolking is trouwens te arm om zich een artsenbezoek te kunnen veroorloven. Volgens de kardinaal zijn er daarom veel meer Syriërs gestorven door gebrek aan medische zorg dan als gevolg van aanslagen of bombardementen, Ze stierven een stille dood temidden van het oorverdovende oorlogsgeweld.
Allerlei landen waaronder Rusland en de Verenigde Staten beroemen zich erop dat ze in Syrië nieuwe wapens testen. Woorden over vrede in Syrië klinken daarom hol. Vredesconferenties ontaarden in ordinaire vechtpartijen om invloed in Syrië. De Verenigde Staten bereiden zich voor op een langdurige militaire presentie in oostelijk Syrië zonder dat iemand begrijpt welke strategie hier achterzit.
Turkije koloniseert intussen delen van noordelijk Syrië en de Turkse psyche laaft zich euforisch aan eigen Osmaanse roem. Iran tenslotte is niet meer weg te denken uit zuidelijk Syrië en het was alarmerend dat zaterdag vanaf Syrisch grondgebied een Israëlische straaljager werd neergehaald.
Een benauwende primeur, net zoals trouwens de Amerikaanse aanval afgelopen week op pro-Assadmilities in Deir al-Zor waarbij volgens sommige bronnen ook Russische militairen sneuvelden.
Aan alle oorlogsfronten in Syrië dreigt escalatie en niemand lijkt meer te weten hoe deze veenbrand te blussen. De regie over deze oorlog, waar talloze landen en honderden gewapende milities bij betrokken zijn, is zoek geraakt en grote delen van Syrië lijken op kraters in een maanlandschap.
En dan Islamitische Staat (IS). Iedereen beweert IS te bestrijden, maar deze terreurorganisatie lijkt eerder te worden ‘gerecycled’, als we de Koerden in het Syrische Afrin moeten geloven.
Turkije gebruikt bij de invasie van Afrin stoottroepen die nog steeds het ”Vrije Syrische Leger” worden genoemd. Volgens de Koerden is Turkije echter begonnen om voormalige strijders van IS te trainen. Ze krijgen op kosten van de Turkse staat een spoedcursus aangeboden waarin ze ondermeer moeten afleren om zichzelf enthousiast op te blazen.
Westerse politici schreeuwen intussen om het hardst dat de Syrische president Assad of leden van Islamitische Staat (IS) voor het Internationale Gerechtshof zouden moeten verschijnen. In werkelijkheid is het echter de humaniteit die in Syrië in de beklaagdenbank zit.