Kerk & religie

Afgestudeerden PThU geven opleiding een 7+

Negen op de tien mensen die aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) hebben gestudeerd, zijn tevreden over hun werk als predikant of geestelijk verzorger. De opleiding gaf hen een goede basis, maar ze zien hier en daar nog verbeterpunten.

10 February 2018 08:59Gewijzigd op 16 November 2020 12:36
Rector prof. dr. M. M. Jansen (r.) tijdens de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), in september in Utrecht.  beeld RD, Anton Dommerholt
Rector prof. dr. M. M. Jansen (r.) tijdens de opening van het academisch jaar van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), in september in Utrecht.  beeld RD, Anton Dommerholt

Op tafel ligt een rapport van onderzoeksbureau Kaski, uitgevoerd in opdracht van de PThU in Amsterdam en Groningen. „We wilden graag weten hoe afgestudeerden op hun opleiding terugkijken”, zegt rector prof. dr. Mechteld Jansen. „We willen ons onderwijs steeds verbeteren. Daarnaast is het interessant om te zien waar deze alumni terechtkomen, welke loopbaanmogelijkheden er zijn en welke keuzes zij maken. Ook proberen we de betrokkenheid tussen de PThU en de afgestudeerden te versterken.”

De PThU, die onder meer predikanten opleidt voor de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), bestaat tien jaar. Van de 369 mensen die sinds 2007 zijn afgestudeerd, vulde ruim een derde een vragenlijst in.

Driekwart van de alumni voelt zich betrokken bij de PThU. Hoe kijken afgestudeerden terug op hun opleiding? Vier op de tien mensen twijfelden aanvankelijk of ze wel aan de studie theologie moesten beginnen. Ze maakten de keuze voor de PThU vooral vanwege het beroepsperspectief van het predikantschap en de brede opzet van de opleiding. Ook de gunstige ligging van de Amsterdamse vestiging in het gebouw van de Vrije Universiteit wordt aantrekkelijk gevonden.

De alumni beoordelen de gevolgde opleiding met een 7+. Positief vinden ze de breedte, de keuzemogelijkheden, de moeilijkheidsgraad en het evenwicht tussen de praktijk en theorie. Er zijn wel signalen dat er wat meer diepgang in de opleiding mag komen, aldus Kaski-onderzoeker drs. Joris Kregting. Over het niveau van de opleiding is 60 procent van de alumni (zeer) tevreden. Een op de zes alumni is ontevreden; de rest is neutraal.

De alumni zijn in grote mate tevreden over de docenten en de aangeleerde vaardigheden. Kleine aandachtspunten zijn de didactische kwaliteit van de docenten en het leren samenwerken tijdens de opleiding.

Er bestaan meer aarzelingen over de vraag of de opleiding voldoende voorbereidt op het beroep van predikant. De alumni zijn tevreden over de stage, maar over bijvoorbeeld de praktijkgerichtheid en de contacten met de beroepspraktijk tijdens de rest van de opleiding is een minderheid (ongeveer 40 procent) tevreden.

Vrijwel alle alumni vonden na hun afstuderen een baan. Toch waren vrij veel mensen tijdelijk werkloos, vaak voor een periode tussen de 8 en 16 maanden. „Tot nu toe maakten we er reclame voor dat er 100 procent werkgelegenheid is voor theologen”, aldus prof. Jansen. „Daar moeten we dus wel enige nuance in aanbrengen.”

Ongeveer twee op de drie alumni die vóór de komst van de PThU aan hun studie begonnen, werden predikant. Bij de PThU-alumni is dat ongeveer 40 procent. De jongste generatie alumni komt dus minder vaak als predikant in het kerkelijke veld terecht.

Alumni die als predikant of geestelijk verzorger werken zijn in grote mate (ongeveer 90 procent) tevreden. Alumni die als leraar godsdienst of levensbeschouwing werken, zijn minder vaak tevreden over hun werk en de benutting van hun kwaliteiten (steeds tussen de 45 en 65 procent).

Van de alumni vindt ongeveer de helft dat de opleiding een goede basis vormt voor de arbeidsmarkt. Een op de zes is hierover niet tevreden; de rest is neutraal. De meerderheid (65 tot 80 procent) vindt dat hij of zij genoeg bagage meekreeg op het gebied van persoonlijke vorming, didactiek, preekkunde, pastoraat, tekstuitleg en liturgie.

Prof. Jansen is tevreden met de resultaten. „De belangrijke uitkomst is dat de opzet en inhoud van de studie goed aansluit bij de beroepspraktijk. Opvallend is dat een behoorlijk deel van de studenten niet direct als predikant in de gemeente of in de geestelijke verzorging terechtkomt. Voor mensen die eerst een aantal jaren elders werken, sluit de opleiding iets minder goed aan bij de beroepspraktijk. We zullen dus nog meer aandacht besteden aan competenties die mensen ook buiten de kerkelijke gemeentes hard nodig hebben, zoals leiderschap, beleidsontwikkeling en onderzoeksvaardigheden. Maar daarbij zullen we het belang van een goede academische predikantsopleiding niet vergeten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer