Pompeï is opnieuw ontsloten
Het belangrijkste archeologische park ter wereld is beter bereikbaar geworden, maar ook verder blootgelegd. De bezoeker van Pompeï krijgt nu een uitstekend beeld van hoe de Romeinen in de eerste eeuw leefden.
Het was tot een paar jaar geleden niet gemakkelijk een bezoek te brengen aan Pompeï, het belangrijkste archeologische opgraving ter wereld. Eerst moest je een lange rit met een stoptrein ondernemen door het lelijke achterland van Napels. Vervolgen was de kans groot dat je voor gesloten toegangshekken kwam te staan. Het personeel van de attractie was berucht om zijn stakingsbereidheid. Vaak moesten toeristen uren wachten tot een op het laatste moment georganiseerde vakbondsbijeenkomst was afgerond. Deed het personeel niet moeilijk, dan lieten de muren en de fresco’s Pompeï in de steek. Door aanhoudend instortingsgevaar was de directie verplicht domussen –stadspaleizen– op slot te doen en straten af te sluiten. De archeologische stad werd figuurlijk gesproken met het jaar kleiner. Pompeï ging opnieuw ten onder, zo veel was wel duidelijk.
Bedolven
Het is, volgens de overlevering, 24 augustus 79 na Christus als rond 13.00 uur de piek van de Vesuvius explodeert en een wolk van as en puimsteen in de vorm van een paddenstoel de atmosfeer in wordt geblazen. Pompeï wordt bedolven onder een regen van vulkanische as en steen. „Ze bonden kussens met lakens vast op hun hoofd als bescherming tegen alles wat viel”, schrijft Plinius de Jongere, die ten tijde van de uitbarsting aan de Golf van Napels verblijft. De Romeinse schrijver schetst in twee brieven aan Tacitus, de beroemde historicus, het verloop van de uitbarsting. Een deel van de inwoners van Pompeï vlucht naar zee, anderen blijven in de stad en wachten de gevolgen af. Ook al is het dag, door de aswolken heerst er totale duisternis. De meeste mensen die achterblijven stikken de volgende dag als een wolk van giftig gas de stad binnenstroomt. Daken en muren storten in. Mensen worden levend begraven. Pompeï wordt bedolven. Na verloop van eeuwen is Pompeï niet meer dan een herinnering.
In 1748 vindt een boer sporen van Pompeï onder zijn wijngaard. Dan wordt er een begin gemaakt met de opgraving van de antieke stad, die tussen de 12.000 en de 15.000 inwoners had. Pompeï fascineert onmiddellijk: een complete stad herrijst. Het is alsof de bewoners vijftien minuten eerder zijn weggegaan, zo omschrijft de Franse schrijver François-René de Chateaubriand de sensatie in 1804.
Stratenplan
Langzaam krijgt de Romeinse stad weer zijn oude glans. Fresco’s hebben hun kleuren alsof ze gisteren zijn aangebracht, het complete stratenplan met huizen, tempels en badhuizen komt tevoorschijn. Dat is uniek. Er zijn wel meer Romeinse steden, Rome voorop, maar „de essentie is dat het kapot is”, zoals Godfried Bomans ooit puntig schreef. Pompeï is intact. Er is alleen geen hoogbouw. De vulkanische laag heeft de appartementencomplexen, die doorgaans zo’n vier verdiepingen hoog waren, in elkaar gedrukt. De daken zijn gerestaureerd en veelal gereconstrueerd. „In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw zijn de meeste daken met gewapend beton gerenoveerd. Er werd ook van asbest gebruikgemaakt”, vertelt Paolo Mighetto, een van de architecten die het werk in Pompeï coördineren. „Zulke toevoegingen hebben de tand des tijds niet doorstaan.” Met als gevolg dat aan het einde van de twintigste eeuw Pompeï weer in verval leek te raken.
Het kwam ook geregeld voor dat bezoekers stukjes steen, mozaïek of fresco mee naar huis namen. Sommige mensen kregen wroeging. „Deze steen moet uit Pompeï afkomstig zijn en is op oneerlijke wijze meegenomen”, staat op een briefje dat met een stukje steen werd teruggestuurd. Iemand zond anoniem en in een envelop met bubbelplastic vier stukjes dakpan. Met vette letters staat er ”Sorry” bij. De voorbeelden zijn te zien in het museum van Pompeï (het antiquarium).
Slagvaardigheid
Het dieptepunt werd in 2010 bereikt toen de Domus van de Gladiatoren compleet instortte. Het was het sein dat het anders moest. Een jaar later startte op initiatief van de Italiaanse regering het Grande Progetto Pompei (Groot Pompeïproject), met als doel het behoud en betere exploitatie van de antieke stad. De Europese Unie steunde het project met veel enthousiasme en trok de beurs (zo’n 75 miljoen euro). Het park heeft grote autonomie gekregen, waardoor de bureaucratie en de afhankelijkheid van de landelijke en lokale overheid verminderde. Het vergrootte de slagvaardigheid aanzienlijk. De entreegelden bijvoorbeeld hoeven niet langer naar het ministerie van Cultuur, maar kunnen direct in het park worden gestoken.
Het resultaat is verbluffend. Wie nu Pompeï bezoekt, waant zich in de tijd van Chateaubriand, tenminste, als de mensenmassa wordt weggedacht. Vorig jaar brachten namelijk bijna 3,5 miljoen mensen een bezoek aan Pompeï. Door restauratie en consolidatie zijn 37 gebouwen opengesteld. Het stratenplan is weer vrijwel geheel intact, inclusief stegen, maar ook 32 functionerende fonteinen (heel handig voor de dorstige bezoeker in de zomer). „Het beton is grotendeels vervangen door onder andere synthetisch hars, duurzaam materiaal dat weinig onderhoud nodig heeft”, vertelt Mighetto. Het terrein is geschikt gemaakt rolstoelers en kinderwagens, die over elegante metalen roosters worden geleid.
Herkenbaar
Het aantrekkelijke van Pompeï is de herkenbaarheid. Er mag dan nu internet zijn, of de mogelijkheid om op de maan te landen, maar in Pompeï blijkt dat het alledaagse leven al 2000 jaar onveranderd is. Statige woonhuizen, maar ook flats gebouwd aan straten die elkaar loodrecht snijden alsof je in New York bent. Straten waar verkeer van beide zijden kan passeren, verhoogde stoepen, stromend water, wellnessvoorzieningen, restaurants en bars die snacks verkopen, het bestond allemaal al. „De verkoop van gerechten om buiten op te eten is eigenlijk een Romeinse vinding”, zegt Mighetto. Hij wijst op een thermopolium (restaurant) waar zich een kleine ruimte met een toonbank bevindt, met daaronder grote terracotta amforen voor voedsel.
Pompeï is, zoals veel andere Romeinse steden van zijn tijd, ook bekend om de bordelen en de badhuizen. Het was een decadente samenleving. In dit verband is het veelzeggend dat relatief veel strengislamitische Turken de opgravingen nu bezoeken, omdat de vernietiging van de stad een voorbeeld zou zijn van de goddelijke straf als gevolg van de verdorven levensstijl van de inwoners.
Ramen bestonden ook al in Pompeï. De Romeinen –maar ook de Feniciërs voor hen– maakten gebruik van glas. De glasblaastechnieken waren bekend. In Pompeï werd in veel vensters lapis specalarus gezet, niet doorzichtig, maar bijna transparant natuursteen dat veel licht doorliet. De ‘splinternieuwe’ domus aan de via Norcera (de restauratie is ruim een maand geleden afgerond) heeft zo’n venster. De domus, die niet eerder voor het publiek te zien was, is van ongekende schoonheid met vrolijke, met bloemen beschilderde wanden.
Kleine wijngaard
De domus biedt toegang tot een kleine wijngaard. Pompeï kende namelijk een samensmelten van woonkazernes, paleizen, winkels en akkers. „Dat maakt de stad zo bijzonder”, vertelt Massimo Osanna, algemeen directeur van het archeologische park. Pompeï was tamelijk autarkisch, vormde een gesloten economie. In de moderne wijngaard wordt sinds kort een wijn geproduceerd die overeenkomt met wijn uit de antieke tijd (Romeinen dronken overigens aangelengde wijn).
Nog steeds worden er in Pompeï nieuwe ontdekkingen gedaan, mede doordat een derde van de antieke stad (22 hectare) onder de grond ligt. Zo zijn wetenschappers te weten gekomen dat de Vesuvius helemaal niet in augustus is uitgebarsten. „In Pompeï is een munt gevonden die verwijst naar een gebeurtenis in september”, zegt Mighetto. „Ook zijn er sporen gevonden waaruit blijkt dat de wijnoogst al achter de rug was en dat de vuurpotten, als verwarmingselement, al waren ontstoken.” Vermoedelijk had de uitbarsting van de Vesuvius dus eind september plaats.
Niet alleen Pompeï
Niet alleen Pompeï werd getroffen door de uitbarsting van de Vesuvius. Zo kwam er ook een einde aan het stadje Herculaneum dat, anders dan Pompeï, door lava werd bedolven. De opgraving van deze kleine, welvarende stad is spectaculair. Andere nederzettingen in de Golf van Napels die in het jaar 79 ten onder zijn gegaan, zijn Stabia (gratis te bezichtigen), Oplontis en Boscoreale. Er bestaan gecombineerde toegangskaarten. Gratis entree voor kinderen tot 18 jaar.