Nederlander drinkt minder frisdrank
Nederlanders zijn vorig jaar iets minder (0,3 procent) frisdrank gaan drinken. De consumptie van mineraal- en bronwater groeide daarentegen met 3,2 procent.
Dit blijkt uit voorlopige cijfers van de Vereniging Nederlandse Frisdranken Industrie (NFI). De consumenten toonden in 2001 een grotere voorkeur voor mineraal- en bronwater zonder ’bubbels’. Het marktaandeel bedroeg 52 procent, tegen 48 procent koolzuurhoudend mineraal- en bronwater. Hoewel de consumptie van het water procentueel toenam, bleef frisdrank ook in 2001 onbetwist favoriet bij de Nederlander. Vorig jaar klokten we 1421 miljoen liter frisdrank weg, tegen 277,6 miljoen liter ’flessenwater’.
Onder de frisdranken staan de cola’s met een marktaandeel van 48,8 procent nog altijd onbetwist op nummer één. Daarna volgt sinas (20,9 procent). Deze marktaandelen worden echter wel langzaam kleiner. Andere vruchtenlimonades, als cassis en appelsap, zijn bezig aan een gestage opmars. Vorig jaar was het marktaandeel hiervan 16,4 procent. De smaken lemon en lime waren goed voor 8,4 procent.
Binnen het frisdranksegment blijven de lightproducten in populariteit toenemen. Het aandeel steeg van 17,9 procent in 2000 naar 20,7 procent vorig jaar. Ook hier zijn de cola’s favoriet.
De export van frisdranken nam vorig jaar met 19,1 procent toe tot 223 miljoen liter.