De evangelische broedergemeente (EBG) in Zeist en het Zeister Zendingsgenootschap (ZZg) openen zaterdag een eigen museum in Zeist: Het Hernhutter Huis. Het bevindt zich aan de rand van het broedergemeentecomplex van Slot Zeist, pal naast de hekken van de oprijlaan.
Het is een mooie plek, vindt ds. Marcus Gill, bestuursvoorzitter van de stichting die het museum beheert. „Door de ramen kunnen bezoekers meteen zien hoe de gebouwen aan het Broederplein en het Zusterplein er tegenwoordig bij staan.” Nog steeds woont een deel van de gemeenteleden in de gebouwen aan weerszijden van de oprijlaan naar Slot Zeist. Een maquette uit 1810, midden in de tuinzaal van het museum, toont het toenmalige complex van Slot Zeist met de gebouwen van de hernhutters.
Tot voor kort stond de maquette opgesteld in het kantoorgebouw van de broedergemeente en het zendingsgenootschap aan het Zusterplein. „Daar ontbrak echter het directe zicht op de pleinen”, zegt ds. Gill. „In de klaslokalen van de voormalige meisjesschool hebben we ook verschillende tentoonstellingen gehad, maar sinds de oprichting van de museumstichting in 2005 was het onze wens om een eigen locatie te hebben voor een permanente tentoonstelling over de geschiedenis van de EBG en het zendingswerk. Die droom is nu uitgekomen.”
Het museum is ingericht in een voormalig studentenhuis. Een halve eeuw woonden er geloofsgenoten uit Suriname die in Utrecht theologie studeerden. „Hier kregen ze ook aanvullende colleges in de hernhuttertraditie, gericht op hun toekomstige taken in Suriname”, vertelt Gill. De tuinzaal van het museum huisvest de vaste expositie. Twee kamers en een suite zijn bestemd voor de wisseltentoonstellingen.
Johannes Hus
De permanente expositie begint in Moravië en Bohemen, bij de opwekkingsbeweging in de vijftiende eeuw van Johannes Hus, een voorloper van de Reformatie. Vervolgde volgelingen vonden in de achttiende eeuw onderdak in Saksen op het landgoed van graaf Nikolaus Ludwig von Zinzendorf. Hier ontstond in 1722 de nederzetting Herrnhut. Via vermogende doopsgezinde ondernemers in Amsterdam vestigden zich ook hernhutters in Nederland, aanvankelijk in de nederzetting ’s Heerendijk bij IJsselstein.
Vanaf 1745 vormde zich een gemeenschap in Zeist, met verschillende werkplaatsen voor ambachtslieden. Wonen, werken en geloven gingen er samen. Hoewel een deel van het complex in Zeist nu wordt verhuurd aan derden, wonen in de meeste gebouwen leden van de broedergemeente. Vanuit de hernhutterkring ontstond het ZZg, dat zich sinds 1793 wereldwijd bezighoudt met zending en diaconaal werk. In Suriname en Tanzania groeiden zendingsposten uit tot volkskerken. Ook het ZZg is nog altijd op de pleinen in Zeist gevestigd.
Verhalen
Doel van de museumstichting is „het materiële en immateriële erfgoed, verbonden met het gedachtegoed, de geschiedenis en het werk van de hernhutters, te beheren, te behouden en inzichtelijk te maken voor komende generaties.”
Ds. Gill: „Een Rembrandt hebben we in ons museum niet. Goud en zilver evenmin, maar wel veel voorwerpen. Het gaat ons niet om die oude spullen zelf, maar om de verhalen die ze vertellen. Herrnhutters hechten veel waarde aan geschiedenis om te kunnen doorvertellen hoe God steeds weer werkt in het bestaan van mensen op aarde.”
Van de broedergemeente in Zeist zijn (gebruiks)voorwerpen uit vroeger tijden bewaard gebleven: in de werkplaatsen vervaardigde producten, liturgische voorwerpen, gezangboeken, foto’s, prenten en affiches.
„Het museum kan diverse aspecten van de Zeister gemeente laten zien”, zegt ds. Gill. „De nijverheid, de lokale betekenis, het onderwijs, de muziek, de architectuur. Maar we zijn niet alleen een museum, we vormen ook een levendige gemeente.”
Het museum bezit tal van voorwerpen die te maken hebben met het zendingswerk. Sommige objecten werden bij lezingen in het land en bezoeken aan scholen gebruikt om Nederlanders te tonen hoe mensen in de zendingsgebieden leefden. Ook zijn archeologische vondsten te zien, variërend van munten en aardewerk tot pijpenkoppen en wijnflessen.
Het stichtingsbestuur streeft naar officiële erkenning door opname in het landelijk museumregister. Dat opent mogelijkheden om ook bezoekers met een museumjaarkaart te verwelkomen.
Expositie over 250 jaar kerkzaal Zeist
Het Hernhutter Huis heeft dit jaar twee wisseltentoonstellingen. Komende zomer is er een expositie over de kerkzalen van de evangelische broedergemeente. Aanleiding is het 250-jarig bestaan van de kerkzaal in Zeist. Ter gelegenheid van dit jubileum, dat officieel in oktober wordt gevierd, zijn er het hele jaar door activiteiten, zoals lezingen en concerten. Ook het zendingsfeest in september, dat jaarlijks leden van de Nederlandse broedergemeenten in Zeist bijeenbrengt, staat in het teken van 250 jaar kerkzaal.
De tweede wisselexpositie heeft eveneens met een jubileum te maken. Leliëndaal in het district Commewijne in Suriname is sinds 1918 een kinderhuis van de EBG. Het museum stelt komend najaar schilderijen tentoon van beeldend kunstenaar Robert Bosari uit Lelystad, die als kind in dit tehuis verbleef.
Het Hernhutter Huis, Lageweg 27 in Zeist, is zes middagen per week geopend, van dinsdag tot en met zondag. Voor één dag per week is een historicus als conservator in dienst. Verder zijn er zo’n 25 vrijwilligers. „Zonder hen zou het onmogelijk zijn om het museum te exploiteren”, aldus ds. Gill.