De synagoge is het enige gebedshuis in de moslimrepubliek. „Van oudsher heeft het gebied van Tadzjikistan gediend als een baken van coëxistentie en wederzijds respect tussen Joden en moslims”, aldus Bobby Brown, directeur van de internationale betrekkingen van het WJC. In een brief deze week aan Koichiro Matsura, de algemeen directeur van Unesco, wijst Brown erop dat Tadzjikistan deel uitmaakt van de VN-conventie voor bescherming van cultureel en natuurlijk werelderfgoed. Volgens hem heeft dat land daarmee de plicht op zich genomen de synagoge te beschermen.

De Tadzjiekse regering stelt dat de afbraak van de synagoge nodig is om de constructie van een ”paleis van naties complex” mogelijk te maken. De regering heeft de Joden een stuk grond aangeboden aan de rand van Dusjanbe, aldus Laurence Weinbaum van het WJC-kantoor in Jeruzalem. Maar dat terrein is onacceptabel, omdat het te ver verwijderd is van de wijk in het centrum van de stad waar de meeste Joden wonen. Er wonen nog ongeveer 500 Joden in de vroegere Sovjetrepubliek. Meer dan 10.000 Tadzjiekse Joden zijn naar Israël geëmigreerd.