Van T. zou in 2006 zijn prominente rol binnen een trustkantoor hebben verzwegen toen hij en zijn compagnons bij De Nederlandsche Bank (DNB) een vergunningaanvraag voor het kantoor deden. Van T. was destijds verdachte in twee geruchtmakende onderzoeken: de moord op vastgoedman Willem Endstra in 2004 en de afpersingen van zakenlui (onder wie Endstra) door Willem Holleeder.

Volgens Van T. en zijn advocaat zijn die twee onderzoeken voor de FIOD en het OM bepalend geweest in de huidige strafzaak. Hij vermoedt dat hij daardoor anders is behandeld dan zijn medeverdachten. Hun zaken zijn buiten de rechter om afgedaan, onder meer met transacties.

Volgens het OM heeft Van T. ruim drie miljoen euro witgewassen. Dit betreft de omzet van het trustkantoor in de jaren 2007-2014, de periode waarin het in bedrijf is geweest. Omdat de vergunning door DNB is verleend op basis van een vervalste aanvraag, is dit geld uit misdrijf verkregen. Door het vervolgens te gebruiken voor de bedrijfsvoering, is het witgewassen, zo redeneert het OM.

DNB is volgens het OM niet geïnformeerd over de positie van Van T. binnen het trustkantoor. ,DNB is met een kluitje in het riet gestuurd, bewust op afstand gehouden’, aldus de officier van justitie. Van T. zegt dat hij slechts extern adviseur was.

In de oude zaken (Endstra en Holleeder) was Van T. ruim vier jaar verdachte. Hij trof uiteindelijk een schikking van 50.000 euro. Van T. zou destijds betrokken zijn geweest bij betalingen van Endstra aan diens toenmalige zakenpartner Paarlberg. De schikking had betrekking op één betaling, benadrukte Van T. Het ging om miljoenen die Holleeder Endstra heeft afgeperst. Paarlberg is veroordeeld voor het witwassen hiervan.

Willem Holleeder staat vanaf 5 februari terecht voor onder meer de moord op Endstra.

Uitspraak voor Van T. op 14 februari.