Bij storm blijven sommige Zeeuwen op
Zekere onder ouderen trekt de watersnood van 1 februari 1953 nog zijn sporen. In het Zeeuwse Nieuwerkerk zag ds. A. J. Gunst hoe dorpelingen tientallen jaren na de ramp ’s nachts bij storm opbleven.
Bij de emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten staat de ramp in zijn geheugen gegrift. In 1953 woonde hij samen met zijn ouders en twee broers in Kapelle-Biezelinge. Hoewel dat dorp gespaard bleef, had de watersnood ook daar grote impact. „De zondagmorgen na de rampnacht was het rommelig in de kerk. Een van de ouderlingen verzocht mannen onder de 40 jaar de kerk te verlaten om te helpen bij het vullen van zandzakken.”
Daags na de ramp ging Gunst, toen 12 jaar, met zijn fiets poolshoogte nemen in het enkele kilometers verderop gelegen Hansweert. „Daar zijn wél mensen verdronken. Op afstand zag ik daar nog prinses Wilhelmina lopen. In Hansweert hoorde ik ook het verhaal van een man uit Stavenisse die zijn vrouw en vijf kinderen had verloren. Dat maakte diepe indruk.”
Koud
Met name in de tijd dat hij verbonden was aan de gereformeerde gemeente van Nieuwerkerk (2002-2011) merkte ds. Gunst dat veel ouderen nog altijd de last van de ramp met zich meedragen. Nieuwerkerk, op Schouwen-Duiveland, werd zwaar getroffen. „Treffend vond ik een uitspraak van een vrouw die ten tijde van de ramp op een boerderijtje buiten het dorp woonde. Ze zei enkele jaren geleden over de jaarlijkse herdenking: „Op 1 februari heb ik het altijd net zo koud als tijdens de rampnacht.”
De predikant, nu woonachtig in Tholen, merkte de afgelopen jaren dat sommige oudere Zeeuwen na jarenlange zwijgzaamheid toch nog hun hart luchtten over de watersnood. „Of Zeeuwen binnenvetters zijn? Ze kijken de kat uit de boom. Maar ds. A. F. Honkoop zei ooit: „Als je het vertrouwen van een Zeeuw weet te winnen, dan heb je hem ook helemaal.” Dat ouderen toch nog hun verhalen vertellen, heeft ook te maken met de toegenomen aandacht voor de watersnood. Dan denk ik bijvoorbeeld aan boeken van RD-journalist L. Vogelaar.”
Worstelen
Waarom is ons gezin in die rampnacht zo zwaar bezocht? In zijn pastorale arbeid stelden gemeenteleden de Zeeuwse predikant meer dan eens een dergelijke vraag. Ds. Gunst: „Mensen die soms alleen achterbleven, worstelen vaak levenslang met de vraag: Waarom moest dit gebeuren? In preken heb ik diverse malen aangegeven dat de ramp een sprake Gods was. Wij staan niet in Gods raad. Wij weten het niet. Ik vind dat best een moeilijk onderwerp. De ramp voltrok zich juist in gebieden in Zeeland en Zuid-Holland die zeker toen als positief christelijk bekendstonden. Het gebeurde niet in Limburg.”
De mens wikt, God beschikt, dat staat voor de 77-jarige emeritus predikant vast. „Het heeft mij altijd getroffen dat er in de week voorafgaand aan de ramp in de Nederlandse pers verhalen verschenen dat het zo goed ging met ons land. De Marshallhulp van Amerika, aangeboden na de Tweede Wereldoorlog, hadden we niet meer nodig, zo klonk het. We hadden als Nederland het lek boven water. Maar na de ramp bleef er van onze berekeningen niets over.”