Politiek

Drie hete hangijzers beheersen Senaatsdebat orgaandonorwet

Tot na middernacht zal de Eerste Kamer dinsdag debatteren over de orgaandonorwet van D66-Kamerlid Dijkstra. Drie vragen.

Redactie politiek
30 January 2018 11:42Gewijzigd op 16 November 2020 12:31
beeld ANP, Frank van Beek
beeld ANP, Frank van Beek

Waarover ging de wet ook alweer?

Op dit moment heeft 40 procent van alle burgers die voor het doneren van een orgaan in aanmerking komen de keuze gemaakt of ze wel of geen donor willen worden. Een kwart van hen is bereid na zijn dood organen te doneren. Toch staat een deel van de groep die zich nooit als donor liet registreren waarschijnlijk wel positief tegenover orgaandonatie. Zij kunnen nog bijdragen aan het terugdringen van het tekort aan donororganen. Mede daarom stelt Dijkstra in haar initiatiefwet voor het donorregistratiesysteem te veranderen. Mensen die ook na herhaald aandringen niets van zich laten horen over het donorschap, geven voortaan wat haar betreft daarmee impliciet toestemming om na hun dood organen af te staan.

Wat vindt de Senaat van die wet?

De Eerste Kamer deelt de mening dat het voor patiënten die op een donororgaan wachten belangrijk is dat er meer donoren komen, maar beseft ook dat grote zorgvuldigheid noodzakelijk is. Het is immers nogal wat als artsen straks ook organen kunnen uitnemen van burgers die daar nooit expliciet mee hebben ingestemd.

Van een aantal fracties is al wel een eenduidig standpunt of in elk geval een meerderheidsstandpunt bekend. Maar omdat er hoofdelijk wordt gestemd is nog onduidelijk of de wet het haalt. Bekend is al dat een aantal VVD- en CDA-senatoren tegen de fractielijn in voor zal stemmen en mogelijk enkele PvdA’ers en GroenLinksers tegen. Maar er zijn meer hete hangijzers dan alleen de principiële vraag: Is impliciet instemmen genoeg?

Welke dan nog meer?

Een heet hangijzer is de effectiviteit. Gaat de nieuwe wet echt meer donoren opleveren? Sommige mensen zijn bang dat er door de nieuwe wet niet direct meer expliciete ja-zeggers bij zullen komen, maar vooral meer impliciete, dus mensen die niet concreet toestemming hebben gegeven.

In dat geval zijn er bij de meerwaarde van de wet forse vraagtekens te plaatsen. Want hoewel ook de impliciete ja-zeggers voor de wet als orgaandonor gelden, houdt diezelfde wet de mogelijkheid open dat hun nabestaanden de donatie alsnog blokkeren.

Nabestaanden kunnen zelfs verhinderen dat de organen van iemand die daar expliciet toestemming voor heeft gegeven, worden getransplanteerd. Bij- voorbeeld door zoiets aan te voeren als: „Mijn vader heeft zich wel laten registreren, maar de laatste weken hebben we er nog eens over nagedacht en wil- de hij niet meer. Het is er alleen niet meer van gekomen om de registratie nog te verande- ren.”

Daar komt bij dat het lastig is om klip-en-klaar te zeggen wat in de landen die voor een geenbezwaarsysteem hebben gekozen het effect is geweest. Neem Wales. Daar trad eerst een stijging van het aantal orgaandonaties op, maar daarna weer een daling. In andere landen hield de stijging langer aan, maar schrijven deskundigen dat ook toe aan bijvoorbeeld een betere bewustwordingscampagne of een nieuwe aanpak voor het benaderen van nabestaanden.

Ook is er twijfel over de vraag of een ander registratiesysteem echt het laatste redmiddel is om meer donoren te krijgen. Vragen in dat verband zijn: Sporen gemeenten burgers nu al genoeg aan om hun keuze kenbaar te maken en kan het onderwerp op scholen niet veel meer aandacht krijgen?

Nóg een belangrijke vraag: Hoe grondig moet de voorlichting voor laaggeletterden zijn? De kosten voor een campagne worden geschat op 40 miljoen euro. Dan nog is er twijfel of iedereen wordt bereikt. Kortom, pas volgende week bij de stemmingen zal blijken of de wet het haalt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer