Christus kennen
Johannes 14:4
„Waar Ik heenga, weet gij en de weg weet gij.”
De kennis van Christus is alles. Kent u Hem, en u kent de hemel en de weg daarheen? Christus beantwoordde de tegenwerping van Thomas door te stellen dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven was. De discipelen hadden kennis van Hem en waren niet onwetend van de plaats waar Hij heenging en ook niet van de weg die daarheen leidde.
De kennis van Jezus Christus is het ware kort begrip van alle zaligmakende kennis. Daarom is het eeuwige leven Hem te kennen (Johannes 17:3). Die Hem kennen, kennen de Vader (Johannes 14:7). Die Hem zien, zien ook de Vader (Johannes 14:9). Hij is in de Vader, en de Vader in Hem (Johannes 14:10). Terwijl zij zo Hem kennen, kenden zij de hemel. Want wat is de hemel anders dan de tegenwoordigheid en heerlijke openbaring van de Vader? Want als Christus spreekt van Zijn gaan naar de hemel, dan zegt Hij dat Hij naar de Vader ging.
Terwijl zij Hem zo kenden, kenden zij de weg om te weten hoe Christus onze Borg, ons Hoofd en onze Voorspraak is. Een mens kan nog zo veel kennis en verstand hebben van kunsten, wetenschappen en van godsdienst, maar als hij geen kennis heeft van Christus Jezus, dan weet hij niets.
John Brown, predikant te Wamphray
(”Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven”, 1667)