Opinie

Nepnieuws is zonde

Al tijdens de eerste nacht in het Witte Huis klaagde president Trump over zijn tv. Hij kon het Gorilla-kanaal niet vinden: het kanaal dat 24 uur per dag videobeelden van gorilla’s uitzendt. De staf van het Witte Huis improviseerde snel vanuit een aantal documentaires een tv-kanaal om Trump tevreden te stellen.

27 January 2018 17:09Gewijzigd op 16 November 2020 12:30
Campagneposter van Bloom tegen de pulskorvisserij. beeld Bloom
Campagneposter van Bloom tegen de pulskorvisserij. beeld Bloom

Helaas, de president vond het geen succes. De beelden waren te saai omdat de gorilla’s niet met elkaar op de vuist gingen. De medewerkers deden een nieuwe poging en plakten vooral de vechtscènes aan elkaar. Uiteindelijk was Trump tevreden. Naar verluidt zat de president af en toe op z’n knieën voor het toestel, z’n gezicht een centimeter of tien van het scherm vandaan, terwijl hij de gorilla’s aanmoedigde.

Het verhaal is afkomstig uit het boek ”Fire and Fury. Inside the Trump White House”, van journalist Michael Wolff, die zich baseerde op bronnen uit het Witte Huis. ”Fire and Fury” bleek een bestseller: het boek verscheen op vrijdag 5 januari en op maandag 8 januari waren er meer dan 1 miljoen exemplaren van verkocht. Daags voor het in de winkel lag, lekte het gorillaverhaal uit via Twitter.

Het bericht over het gorillakanaal van de president is natuurlijk complete nonsens. Het broodjeaapverhaal staat helemaal niet in het boek van Wolff. Al na anderhalf uur liet de grappenmaker, Ben Ward, doorschemeren dat het niet om een serieus bericht ging. Toen was het kwaad echter al geschied. Het verhaal werd 26.000 keer geretweet; 88.000 mensen waardeerden het.

Pulsvisserij

Intussen kunnen zulke spookverhalen heel wat schade aanrichten. Een voorbeeld daarvan is het recente fiasco rond de pulsvisserij. Een paar dagen voordat het Europees Parlement over het toestaan van visserij met de pulskor zou stemmen, vroeg chef-kok Christopher Coutanceau om aandacht. Zijn tweesterrenrestaurant weigert vis te gebruiken die door zulke kotters gevangen is. „Dat leidt tot een ecologische ramp. Elektrische trawlers halen slechte kwaliteit naar boven, de vis lijdt aan stress en heeft vaak littekens door de elektrocutie. We kunnen onmogelijk werken met zulke slechte kwaliteit. Bovendien, elektrisch vissen is niet-selectief en is een gevaar voor de toekomst van alle levende organismen in de oceaan.”

Coutanceau verzamelde 200 medestanders, allen koks uit toprestaurants, die zijn petitie tekenden. Aangepord door actiecomité Bloom en samen met Britse en Franse vissers strooiden ze zand in de machine. Ze schotelden de Europarlementariërs een doembeeld voor alsof de Nederlanders de vis elektrocuteren en, bij wijze van spreken, al voorgebakken vanaf de zeebodem opscheppen, daarbij geen spoor van leven achterlatend.

Dat dit verhaal kant noch wal raakte, deed er niet toe. Chapeau voor de Volkskrant, die Coutanceau ontmaskerde door hem tekst en uitleg te vragen. De kok kwam niet verder dan toegeven dat hij nog nooit een vis had geproefd die met elektropuls gevangen was. De beweringen van de koks waren op drijfzand gebaseerd en wetenschappelijk ver onder de maat. De Volkskrant liet zelfs een Nederlandse vishandelaar aan het woord die 10 procent meer betaalde voor pulsvis omdat die er veel beter uitziet.

Maar ook hier was het kwaad al geschied. De lobbyisten van Bloom strooiden foto’s rond van vissen met schroeiplekken, serveerden de pulskor af als ”massavernietigingswapen” en kwamen met de slogan: ”Elektrisch vissen is het Roundup van de oceaan.” Ze hadden succes. Het Europees Parlement besloot de ambachtelijke en recreatieve Franse vissers te beschermen en de innovatieve Nederlandse vissers een pijnlijke tik op de vingers te geven.

Deze geschiedenis bewijst hoe emotie het kan winnen van ratio, hoe stemmingmakerij zegeviert boven gezond verstand en hoe nepnieuws voorrang krijgt boven wetenschappelijke rapporten. Weliswaar loopt er nog onderzoek naar langetermijneffecten, maar er bestaat geen serieuze twijfel over de vraag welke vorm van visserij het meest duurzaam is. Toch durft Bloom de werkelijkheid om te keren: de natuurbeschermers komen zelf met niet-onderbouwde beweringen en beschuldigen intussen de Nederlandse vissers ervan dat ze Brussel overspoelen met ”fakenews”.

Rabbi

Fakenews is het modewoord voor nepnieuws dat vooral circuleert sinds president Trump aan de macht kwam. Amerikaans onderzoek van twee weken geleden liet zien dat mensen verschillend tegen fakenews aankijken. Democraten beschouwen het gorillaverhaal als nepnieuws: verzonnen berichten die bedoeld zijn om je tegenstander in een kwaad daglicht te plaatsen. Republikeinen hangen aan de andere kant en passen de Bloom-methode toe: als een bericht je niet aanstaat, dan plak je er het etiket nepnieuws op, los van de vraag of het verhaal waar is of niet.

De uitwerking van dit soort nieuws is in beide gevallen zeer schadelijk. Toch zijn er ook lessen uit te trekken.

  1. Nepnieuws is in de eerste plaats zo kwalijk omdat het zonde is tegen het negende gebod. De Heidelbergse Catechismus onderscheidt zeven vormen van vals getuigenis en vat ze samen als de kenmerkende werken van de duivel. Er is dus geen enkele reden om er luchtig over te doen. Deze leugens beschadigen niet alleen mensen maar brengen de daders ook onder de zware toorn van God.

Christenen hoeven hierbij niet naar Washington of Brussel te kijken. In de Bijbel staan tal van waarschuwingen tegen schijngodsdienst: mensen die op de hoek van de straat staan te bidden maar een onrein hart hebben, anderen die een gedaante van godzaligheid tonen maar zonder de kracht ervan, en een volk dat tot God nadert met de lippen maar het hart ver van Hem houdt.

Fakenews vraagt om krachtig tegengif. Dat bestaat uit de deugden die het negende gebod voorhoudt: de waarheid liefhebben, onbevooroordeeld zijn en de eer en het goede gerucht van de naaste bevorderen. Dat leidt tot gebed voor ambtsdragers die in moeilijkheden verkeren, in plaats van het verspreiden van roddels of laster.

  1. Er zijn geen aanwijzingen dat de stroom aan fakenews opdroogt, integendeel. Mensen lezen steeds minder, zijn niet erg kritisch en beseffen weinig van de invloed van commercie in de media. Vaak drukken ze al op de deelknop van sociale media voordat ze het verhaal zelf gelezen hebben. Als hun eigen netwerkje vooral uit jaknikkers bestaat, raken ze nog meer overtuigd van hun eigen gelijk.

Ook dit effect is geen onbekend verschijnsel in christelijke kring. In vergaderingen van allerlei besturen en raden is het lastig om een onafhankelijke mening naar voren te brengen. Het eenvoudigst is om mee te zingen in het koor van de klagers en naar de eigen echo te luisteren. Het vraagt moed om in te gaan tegen vooroordelen en zo nodig een afwijkende opvatting te hebben. Toch is dat óók wat God van mensen verlangt in het negende gebod.

  1. Het gaat bij nepnieuws niet om een randverschijnsel waar christenen onverschillig onder kunnen blijven. Integendeel. Het vertrouwen in instituten, wetenschappers en de overheid is hier in het geding. Wat is waarheid als feiten er niet meer toe doen, als je uit eigenbelang alleen in jezelf wilt geloven? Als je deze lijn doortrekt, raakt dit ook het vertrouwen in de waarheid van wat je van de kansel hoort of in de Bijbel leest. Een recente Amerikaanse studie liet zien dat mensen, als het om nieuws gaat, het meeste vertrouwen hebben in verslaggevers (39 procent), dan in hun eigen gevoel (32), daarna in hun vrienden (27), dan in wetenschappers (22) en daarna in hun predikant (14 procent).

  2. Eenmaal verspreid nepnieuws laat zich nauwelijks corrigeren. Het doet denken aan het klassieke Joodse verhaal van de veren uit het kussen. Er zijn meer varianten van, maar de kern ervan is dezelfde: een man vertelde roddels over een Joodse rabbi en kreeg daar spijt van. Hij vroeg de rabbi om vergeving en vroeg hoe hij het goed kon maken. De rabbi verzocht hem een kussen te halen, dat op het marktplein open te snijden en de veren in de wind te verspreiden. Dat was geen moeilijke opdracht, dus hij ging opgetogen terug naar de rabbi. Die gaf hem de volgende opdracht: „Ga nu alle veren weer oprapen en stop ze terug in het kussen.” „Maar dat is onmogelijk!” sprak de man. „Inderdaad”, antwoordde de rabbi. „Let dus voortaan op je woorden. Woorden zijn als veren. Heb je ze eenmaal uitgestrooid, dan kun je ze nooit meer terughalen. Zo kun je ook de schade ervan niet meer herstellen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer