30 onderzoeken om massavernietigingswapens
De afgelopen jaren is dertig keer een strafrechtelijk onderzoek ingesteld vanwege de export van materialen geschikt voor het maken van massavernietigingswapens of ballistische raketten. Het gaat om zaken als productie- en testapparatuur, chemicaliën en halffabricaten.
Dat blijkt uit een inventarisatie sinds 2012 waar de ministers Ank Bijleveld (Defensie) en Halbe Zijlstra (Buitenlandse Zaken) over aan de Tweede Kamer schrijven. Volgens hen hebben de onderzoeken voor zover die zijn afgerond „in vrijwel alle gevallen tot een veroordeling geleid”.
Het kabinet liet eerder al weten dat de inlichtingendiensten aanwijzingen hebben dat Nederlandse technologie in programma’s voor massavernietigingswapens of raketprogramma’s in Iran, Pakistan en Syrië is terechtgekomen. Dat gebeurde naar aanleiding van Kamervragen over een interview met directeur Onno Eichelsheim van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).
Hij omschreef Nederland in september tegenover het ANP als een „supermarkt” voor landen die technologie proberen te krijgen voor de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Hij noemde Iran, Pakistan en Syrië bij naam. Massavernietigingswapens zijn chemische, biologische of nucleaire wapens.
Eichelsheim wil dat Nederlandse bedrijven en kennisinstituten zich bewuster zijn van de risico’s. Nederlandse inlichtingendiensten verstoren volgens hem jaarlijks een „substantieel” aantal pogingen om aan kennis en materialen te komen. Landen, of terreurgroepen, gaan bijna altijd schuil achter een tussenbedrijf of agent. Een van de signalen die iets kunnen verraden over de eindgebruiker, is volgens Eichelsheim de bereidheid om een ongebruikelijk hoge prijs te betalen.