Obadjaschool Zwolle opent nieuwe lokalen
De Eliëzerschool en de Obadjaschool in Zwolle nemen zaterdag enkele nieuwe lokalen in gebruik. Tot augustus vorig jaar vormden de twee nog één school.
De twee zitten wel in één pand en er is ook een gezamenlijke directie. Op de scholen zitten moeilijk lerende kinderen en kinderen met een verstandelijke handicap. „Per 1 augustus vorig jaar is de ZML-afdeling zelfstandig geworden”, zegt beleidsmedewerkster G. Russcher. „Dat is nu de Obadjaschool. De SBO-leerlingen zitten op de Eliëzerschool.” Om het onderscheid goed aan te geven wordt zaterdag het nieuwe logo van de Obadjaschool onthuld.
Het pand heeft er tussen december vorig jaar en deze maand een aantal lokalen bij gekregen. Maar dat heeft voor de leerlingen nauwelijks overlast gegeven. Russcher: „Er is in het verlengde van de school gebouwd. Alleen de kinderen die in de lokalen zitten die er het dichtst bij zijn, hebben overlast gehad.”
Er is een ICT-lokaal gebouwd, evenals twee leslokalen en een praktijkruimte voor leerlingen van 13 tot 20 jaar. Daar is onder andere een kookhoek en een techniekhoek. De Obadjaschool heeft van overheidswege geen recht op een praktijklokaal.
Om toch een praktijklokaal te realiseren, was de school afhankelijk van de financiële steun uit de achterban. Giften van ouders en kerkenraden aangevuld met acties van onder andere de leerlingen, leverde meer dan 100.000 euro op.
Om de kinderen goed te kunnen begeleiden, zijn er kleine groepen. De scholen hebben samen 226 leerlingen. Er zijn 54 personeelsleden, waaronder 28 leerkrachten. De scholieren konden tot nu toe gebruik maken van zestien lokalen. Dat aantal was te klein, doordat het leerlingental nog steeds groeit.
Volgens Russcher komen kinderen die veel moeite hebben met leren beter tot hun recht op de Eliëzerschool dan op een basisschool. „Ze krijgen hier een goede begeleiding. Er is hier niet zo’n grote dwang om te presteren. Kinderen die een basisschool te moeilijk vinden, komen op onze school vaak tot rust.” Dat kan volgens haar voor sommigen de doorstroming naar bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs bevorderen.