Verlangen naar die mooie wereld van W. G. van de Hulst
Elske Folkertsma uit Sneek verzamelt sinds 1992 boekjes, tekeningen, cassettebandjes en nog veel meer van W. G. van de Hulst sr. en jr. De collectie is inmiddels zo uitgebreid dat er in het Drukkerijmuseum in Meppel niet genoeg ruimte is om alles te laten zien.
De tentoonstelling bevindt zich in een ruimte van ongeveer 10 bij 10 meter waar verschillende glazen vitrinekasten staan. De mensen van het museum haasten zich te vertellen dat dit niet de volledige collectie is, een deel ligt elders opgeslagen: in het museum of bij Folkertsma (65) thuis.
Hoe komt u ertoe om zo veel te verzamelen?
Elske Folkertsma: „Ik werkte altijd mee met rommelmarkten van de kerk; zo was ik betrokken bij het sorteren van boeken. In de jaren 90 kwam ik die oude boekjes weleens tegen. Ze hebben een mooie omslag en ik kon het nooit laten om erin te gaan lezen. Van de Hulst heeft zo’n prachtige verteltrant en de verhalen bevatten normen en waarden. Zo las ik eens over een soldaat die een ander redde, en op zo’n moment houd ik het niet droog. Misschien zijn de verteltrant en de sfeer voor de jeugd van tegenwoordig wel wat achterhaald.”
Achterhaald?
„Ja, tegenwoordig is het allemaal moord en doodslag en gamen. Als de boekjes van Van de Hulst herschreven en opnieuw uitgegeven zouden worden, zou ik het geweldig vinden, en leerzaam. Die verhalen hebben echt iets, bijvoorbeeld het respect voor mens en dier. En ook de sfeer, de geborgenheid. Soms pak ik zo’n boekje en dan moet je me echt niet storen.”
Op de tentoonstelling zijn niet alleen boeken te zien, maar ook een beschuitbus, wandplaten en cassettebandjes. En tekeningen van W. G. van de Hulst jr. Komen die ook bij u vandaan?
„Ja, die zijn ook van mij. Tja, misschien sla je wel door als je eenmaal aan het verzamelen gaat. De tekeningen vind ik zo mooi. En dan zie ik bijvoorbeeld zo’n beschuitbus met die illustraties, en die neem ik dan mee. En voor je het weet heb je er te veel van.”
Waar bewaart u al die spullen?
„Nou, ik heb negen boekenkasten van 2 meter hoog en 1 meter breed. Die heb ik zelf in elkaar getimmerd en in de lak gezet, normaal staan die vol. Niet alles past erin, maar tekeningen berg ik op in een koker, dan blijven ze mooi. En ik heb twee wandplaten boven m’n bed hangen.”
Hoe komt u aan deze collectie?
„Via de rommelmarkt, Marktplaats en soms ruil ik wat. Ik werk bij de winkel van de christelijke hulporganisatie Dorcas en daar heb ik ook veel met boeken te maken. Tegenwoordig koop ik weinig meer; het meeste heb ik inmiddels. Pas heb ik nog een Bijbel in het Bataks van Van de Hulst gekocht via het Veilinghuis. Die uitgave is haast niet te krijgen, er zijn misschien maar twee of drie exemplaren van in Nederland.”
Heeft uw verzameling veel gekost?
Ze lacht. „Ik denk het wel ja. Het is een uit de hand gelopen hobby. Ik ga ook niet bijhouden hoeveel geld alles bij elkaar heeft gekost, want het is veel te veel.”
Wat is uw favoriete voorwerp?
„De Bijbelse prenten die vanaf 1933 uitgegeven werden door Callenbach voor de Nederlandsche Zondagsschoolvereeniging. We kregen die op de zondagsschool als een soort aanwezigheidspremie. Dat was geweldig, want je kreeg anders nooit zomaar cadeautjes. Het zijn platen van Bijbelse geschiedenissen, heel mooi getekend.”
Hoe is de tentoonstelling er gekomen?
„Mijn vriend Frans werkt als vrijwilliger in het Drukkerijmuseum. De mensen van het museum waren op zoek naar een expositie voor de wintermaanden. Via Frans kwamen ze bij mij. Maar ik had zo’n soort expositie nog nooit opgezet. Dat is ook een uitdaging, maar wat komt er veel werk bij kijken. Ja, ik ben ook wel een beetje trots. Ik ben blij dat ik de kans gekregen heb om daar die boeken neer te zetten. Ik heb nog een beer meegenomen uit de Dorcaswinkel, voor de verdere aankleding. Bruun de beer moet ook in het echt te zien zijn toch?”
Mist u de collectie thuis, omdat bijna alles in Meppel staat?
„Nee hoor. Ik haalde alles weg uit de kast, en wat een stof! Het is nu tijd om op te ruimen en schoon te maken. Nee, de boeken staat daar goed.”
Expositie met Peerke, Bruun en Rozemarijntje
In het Drukkerijmuseum in Meppel hebben ze allemaal een plekje gekregen: ”Van de boze koster”, ”Peerke en z’n kameraden”, ”Fik”, ”In de Soete Suikerbol”, ”Kleine zwerver”, diverse versies van “Rozemarijntje” en ”Bruun de beer”. Naast verschillende drukken van Nederlandse uitgaven liggen er ook boeken in het Engels, Fries, Noors, Esperanto, Duits en Vlaams. De collectie is uitgebreid met een knuffelezeltje (bij ”Ezeltje” van W. G. van de Hulst jr.), een zwart hondje (bij ”Kleine zwerver”) en cassettebandjes, cd’s, platen, koektrommels en klompjes. Er is niet alleen veel te zien, maar ook te lezen; het laatste verhaal van W. G. van de Hulst sr. bijvoorbeeld: ”Allemaal witte kippen!” (uit 1961), met de zo kenmerkende korte zinnen, herhalingen en het toewerken naar een climax: „Maar altijd weer ging het deurtje dicht, stijf dicht. (…) En… ’t deurtje klapte weer een klein kiertje open. (…) Ooh!.. De kippen los! … Ooh!.. Al de kippen los!”
Verder kan de bezoeker plaatsnemen in de voorleesstoel met daarnaast een stapel Van de Hulstboeken: ”Rozemarijntje”, ”Anneke en de sik”, en zijn eerste boek: ”Willem Wijcherts”. Voor kinderen is er een speurtocht met klompjes en beren, een woordmixer voor de groteren en een knutseltafel waar een boekenlegger met klompjes gemaakt kan worden.
Van de Hulst sr. leefde van 1879 tot 1963, zijn zoon W. G. van de Hulst jr. van 1917 tot 2006. Ze werden opgevolgd door (klein)dochter Rozemarijn van de Hulst (1952), die boeken van haar grootvader redigeert en opnieuw uitgeeft, en (klein)zoon Wim van de Hulst (1957), die een oorlogsboek schreef.
De tentoonstelling in het Drukkerijmuseum loopt tot en met 31 maart 2018.