Levensles: Oefen jezelf in zwijgen
tekst Gert de Looze beeld Elsbeth Struijk van Bergen
„Wat kan ik van u leren?” Met die vraag klopten vijftig vrijwilligers aan bij vijftig senioren. Hun antwoorden werden verwerkt in een boek. „Het is belangrijk om over moeilijke dingen te praten”, vertelde Ronald Scholte. Hij overleefde als enige Europeaan de atoombom op Nagasaki.
Veel van de ouderen blikken in ”Wat kan ik van u leren” onder andere terug op de Tweede Wereldoorlog. Zo at Neeltje Hendrika Walkeuter-Strober soms suikerbieten in die periode. Ze heeft in haar jeugd geleerd dat je tevreden moet zijn met wat je hebt. „Wees dankbaar voor alle kleine dingen. Als je dat bent, dan kom je een heel eind, echt waar.”
Het boek biedt zicht op bewogen levens en op de veerkracht van mensen. De herinneringen zijn elk samengebald in twee à drie pagina’s tekst en voorzien van foto’s. De ene keer laten de levenservaringen zich lezen als een spannend relaas. Een ander moment zijn ze niet meer en minder dan een opsomming van de feiten. Jammer dat de naam van God soms inhoudsloos wordt gebruikt.
De uitgave is een initiatief van Goed doen voor een ander. Deze stichting probeert eenzaamheid draaglijker te maken voor ouderen door het zogeheten Koffieschenk Buurtproject. Vrijwilligers kunnen zich via goeddoenvooreenander.nl aanmelden om twee keer koffie te schenken in een verzorgingshuis. De tweede keer nemen ze een ander mee, die de daaropvolgende keer ook weer samen met iemand anders komt. Zo ontstaat er een estafette van koffieschenkers. De opbrengst van het boek komt ten goede aan het project.
Niet superkatholiek
De levensles van meneer Thoma luidt: „Blijven zaaien. Goedheid, geduld, glimlachjes, vriendelijke woorden, aandacht, liefde.” „We moeten voor elkaar blijven zorgen. Minder egocentrisch zijn”, meent Maria Mertens-Knijnenburg. Willemien van Braak de Bree geniet elke dag van de natuur en vertelt daar vroeger te weinig oog voor te hebben gehad. Ze spoort iedereen aan om naar buiten te gaan. „Ook degene die achter z’n computer zit.”
”Wat kan ik u van u leren” is geen christelijk boek. Sommige ouderen vertellen iets over hun geloof. De een zag dat je niet superkatholiek hoeft te zijn om goed te kunnen leven. Een ander gelooft, maar vraagt zich af of God ook echt bestaat. Een derde heeft het gevoel alsof Maria een rode draad in haar leven vormt.
„Klaag niet, zeur niet, wees tevreden”, is het motto van Anja van Gennep-Geestman. Haar leeftijdgenoot mevrouw Belgraver geeft als les mee: „Het leven kan zo veel mooier zijn door oppervlakkige gesprekken in te wisselen voor kwetsbaarheid en te spreken recht vanuit je hart. Pas dan kom je echt tot elkaar.”
Zwijgen
„God kan van een vloek een zegen maken.” „Als je de armen en achtergestelden niet helpt, raak je van de weg ten leven af.” „Preek op een manier en toon die ook kinderen aanspreekt.” „Oefen jezelf in zwijgen.” Ook Wilfred Hermans ging in gesprek met ouderen. De freelancejournalist gaf twaalf senioren veel ruimte om hun zegje te doen en bundelde de verhalen in ”Het laatste woord. Levenslessen van grijze wijzen”. De lengte van de weergegeven interviews varieert van acht tot veertien bladzijden, waardoor deze uitgave meer de diepte in gaat en er meer wijsheden boven water komen dan in het eerdergenoemde boek.
Een tweede verschil is dat Hermans christenen aan het woord laat, en dat kleurt de verhalen. Hij sprak hen in 2015 en 2016. Enkelen zijn inmiddels overleden, de gewezen CDA-politicus Willem Aantjes, en luitenant-generaal Ted Meines, die een „soort opa” was voor koning Willem-Alexander en verzetsstrijdster Hebe Kohlbrugge.
Elk hoofdstuk begint met tien levenslessen, punten die in de weergegeven gesprekken terugkomen. De geïnterviewden zijn geen doorsnee-Nederlanders en geen doorsneechristenen. Velen weerspiegelen iets onverzettelijks, zoals daklozenarts Co van Melle, die „gezegend is met een optimistisch geloof” en ooit vliegtuigen van de luchtmacht met bijlen onklaar maakte.
Evangelist Aad van de Sande zegt in zijn enthousiasme de Heere vaak voor de voeten te hebben gelopen. Hij verzorgde dertien jaar zijn verlamde vrouw en begreep aanvankelijk niets van Gods plan met haar ziekte. Hij huilde emmers met tranen. „Het is maar goed dat ik God niet snap. Dat zou ik helemaal niet aankunnen. Zijn gedachten staan haaks op de onze.”
Allerarmsten
Pater Gerrit Poels roept op om oog voor het kleine te hebben. Hij fietst iedere nacht 30 kilometer om brood bij de allerarmsten te bezorgen. In een hemel en een hel gelooft hij niet. Jacoba den Uil-Nederlof verloor haar man, drie kinderen en twee kleinkinderen aan spierdystrofie. Een van haar lessen luidt: van een keertje goed lachen, knapt een mens enorm op.
Het is verleidelijk om veel uit de kleurrijke levensverhalen te citeren. Overigens leent zich niet alles daarvoor. Een enkele oudere is soms grof in de mond. ”Het laatste woord” bevat geen koekoek één zang. Zo geeft ds. Nico ter Linden, auteur van ”Het verhaal gaat”, aan niet te weten of God huwelijken smeedt en echtelieden samenvoegt: „Van God weten we niks.” Johan Frinsel sr. zegt op zijn beurt ervaren te hebben dat God dingen leidt en noemt zijn inmiddels overleden vrouw Aaf een geschenk van God.
Oorlog
Zorgcentrum Beth Shalom in Amsterdam richt zich vooral op Joodse ouderen. Een deel van de bewoners komt aan het woord in ”80plus Joden”. Auteur Ido Abram probeerde hun niet zozeer wijsheden te ontlokken. Wel wilde hij van deze senioren weten wat het betekent om Joods te zijn. Wat houdt Joden bijeen ondanks de talloze meningsverschillen, vroeg hij zich af.
Na een introductie over Joden in Nederland doen 45 senioren hun zegje. Elsbeth Struijk van Bergen portretteerde hen en maakte daarnaast een paginavullende foto met voorwerpen die veel voor deze mensen betekenen. Dat laatste brengt hen dichterbij.
Voor de weergave van elk gesprek is anderhalve pagina ingeruimd. Daarin trekt het leven van de geïnterviewden –familie, relaties, kinderen, werk– in kort bestek voorbij. In veel verhalen komen de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog aan de orde. Hansje Smalhout-Soester overleefde Auschwitz, samen met haar man David. Ze noemt het een wonder, omdat slechts drie Nederlandse echtparen terugkeerden uit dit vernietingingskamp. Tegelijkertijd moest ze leren leven met het grote verdriet dat haar hele familie er niet meer was. „Er gaat geen dag voorbij of ik zie mijn ouders voor me.”
Joodse gebruiken
Barend Zwaaf viert sjabbat. Hoewel hij Joodse gebruiken in acht neemt, zegt hij niet „in een god” te geloven. „Wat ik heb gezien in Gross-Rosen… Meer dan 30.000 lijken op elkaar en als varkens opgeschept en de oven in. Waar is hij dan?” Ook Hennie Goudeketting vertelt in niets meer te geloven na wat er in de oorlog is gebeurd.
Veel van mensen die Abram sprak, vertellen niet (meer) orthodox te zijn. Als religie ter sprake komt, blijft dit veelal beperkt tot het al dan niet deelnemen aan Joodse gebruiken. Ook laten de ouderen weten hoe ze het wonen in Beth Shalom ervaren, onder wie Elisabeth van der Ster-Sloves: „Ik ben niet vroom, maar wel heel Joods voelend. Een Joodse omgeving, waar ik niet alles hoef uit te leggen. Prima.”