De Weerribben: het land van de grote vuurvlinder
Het duurde 21 jaar voordat natuurfotograaf Philip Friskorn het paringsritueel van de grote vuurvlinder kon vastleggen. Uiteindelijk kreeg hij het voor elkaar in Nationaal Park Weerribben-Wieden. Geen wonder dat Friskorn zijn fotoboek over dat gebied ”Het land van de grote vuurvlinder” noemt.
Friskorn houdt van het grootste aaneengesloten laagveenmoeras van Noordwest-Europa. Toen hij 22 jaar geleden vanuit Apeldoorn naar Oldemarkt verhuisde, vertelde hij trots aan iedereen dat de Weerribben zijn achtertuin waren geworden. „Geen oeroud landschap overigens, maar door mensenhanden gemaakt”, doceert Friskorn.
Het huidige natuurgebied was een grote bak turf die van de 19e eeuw tot kort na de Tweede Wereldoorlog werd weggehaald. De ribben waren de smalle stroken land waarop de gewonnen turf te drogen werd gelegd. Het kwam nogal eens voor dat deze ribben werden weggeslagen door zwaar weer of doorbraken van de Zuiderzee. Zo ontstonden de grote watervlakten.
Onvoorstelbaar
„Het is onvoorstelbaar wat dit landschap aan flora en fauna bevat”, zegt bioloog Christophe Brochard, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Brochard heeft meegewerkt aan ”Het land van de grote vuurvlinder” door vrijwel alle insecten te determineren. „Ik wilde geen fouten maken met het benoemen van de soort”, zegt Friskorn.
Volgens de Groningse bioloog komen bijvoorbeeld nergens in Europa zo veel libellensoorten voor als in de Weerribben. „Van de zeventig soorten in ons land zijn er alleen al in dit natuurgebied vijftig te vinden.”
Uniek
Maar de aanwezigheid van de grote vuurvlinder kan met recht uniek worden genoemd. De soort was in Engeland halverwege de 19e eeuw uitgestorven. Een scholier deed in 1915 een bijzondere vondst in de Friese Lendevallei: hij ontdekte de grote vuurvlinder.
Het oranje insect komt ook nog voor in een natuurgebied naast de Weerribben, de Rottige Meente. Friskorn hoopt vurig dat de vlinder ook zijn vleugels zal uitslaan naar het aangrenzende natuurgebied de Wieden. „Het water is er schoon, een belangrijke voorwaarde voor de biotoop van de grote vuurvlinder, maar er moet nog wel wat meer waterzuring gaan groeien, want daarop legt de vuurvlinder zijn eitjes”, stelt Friskorn.
Vliegveld Lelystad
Een bedreiging voor de Weerribben noemt Friskorn de gevolgen van de uitbreiding van het Vliegveld Lelystad. „In de huidige plannen betekent dit dat grote vliegtuigen laag over dit natuurgebied gaan vliegen, met gevolgen voor flora en fauna. Het is een stiltegebied, maar dat kun je straks vergeten.”
Toch is Friskorn niet helemaal somber gestemd over de kansen voor de natuur in Nederland. „Er is inmiddels ook veel grond aan de natuur teruggegeven. Dat is ook hier in de buurt gebeurd en dat trekt weer diersoorten aan. Vroeger zag je af en toe een lepelaar rondstruinen, nu kun je daar in de zomer elke dag lepelaars bekijken.”
De natuurfotograaf waarschuwt om zuinig te zijn op de natuur in Nederland. „Wat we hier in ons land hebben is heel bijzonder. Kijk alleen maar naar de grote vuurvlinder, als-ie hier uitsterft is-ie helemaal van de aardbodem verdwenen. De bescherming van de natuur draag ik ook telkens uit als ik lezingen geef. Ik probeer de mensen duidelijk te maken dat we er goed mee om moeten gaan.”
natuur
Het land van de grote vuurvlinder, Philip Friskorn; uitg. Skylark productions, Oldemarkt, 2017; ISBN 978 94 91747 05 2; 128 blz.; € 24,95.