Theatermaker Snel: „Bestandstwisten gingen niet over een kleinigheid”
Het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) was een adempauze in de strijd van de Nederlandse gewesten met Spanje. Juist in die tijd kwam er een intern religieus conflict tot uitbarsting: de Bestandstwisten.
Voor theatermaker Erik Snel (1962) was dit gegeven aanleiding om er een stuk over te schrijven: ”1609. Staakt het vuren”. „Ik heb het idee dat het zin heeft om je ermee te engageren, al was het maar om hedendaagse godsdienstoorlogen beter te begrijpen. Het ingewikkelde is wel dat deze twist ging over een op het oog miniem verschil tussen twee protestantse stromingen.”
Het stuk gaat vrijdag in première in Theater Kikker in Utrecht.
Snel kreeg in 2010 een werkbeurs van het Fonds Podiumkunsten om een grote tragedie te schrijven over de Tachtigjarige Oorlog van de prille Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden met Spanje (1568-1648). Het eerste deel ging over de Slag bij Nieuwpoort in 1600. Nu zijn de Bestandstwisten aan de beurt, het conflict tussen de remonstranten en de contraremonstranten over de uitverkiezing. „Hoe klein dit verschil voor een onkerkelijke lezer ook mag zijn, het was reden voor een forse binnenbrand”, aldus Snel, die hervormd is opgevoed.
Waarom dit onderwerp?
„Dramatisch gezien is het interessant dat tijdens het Twaalfjarig Bestand de strijd met de externe vijand werd verruild voor een felle binnenlandse twist. Ik wilde deze periode graag een plek geven binnen de bredere geschiedenis van de opkomst en ondergang van prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt. Hoe onderging een land dat ontstond door een opstand de relatieve rust van een wapenstilstand? De gebeurtenissen tijdens het bestand zeggen ook veel over de Nederlandse cultuur. We hebben weliswaar het ‘polderen’ tot kunst verheven, maar we kennen in onze kerkelijke geschiedenis niet veel anders dan twisten en afsplitsingen.”
Is deze materie niet veel te complex voor een toneelstuk?
„Voor een film zou dat opgaan, maar theater is bij uitstek tekstkunst. Het is heel goed mogelijk om daarmee een lastig onder- werp voor een breed publiek uit te leggen. Ik heb geprobeerd het verhaal zo toegankelijk en helder mogelijk te vertellen. Tegelijk ben ik behoorlijk trouw gebleven aan de historische gebeurtenissen en omstandigheden, al heb ik me hier en daar wel dichterlijke vrijheden veroorloofd.”
Welk beeld van de Bestandstwisten geeft u de toeschouwer mee?
„Ik wil het de kijkers niet te gemakkelijk maken door voor de ene of voor de andere partij te kiezen. Zij moeten zelf oordelen. Het zou mooi zijn als ze dan voor beide kampen begrip kunnen opbrengen, dat ze kunnen meevoelen in het conflict. Ik wilde de zaken daarom niet te simpel voorstellen. Gaandeweg het stuk wordt wel duidelijk dat we het dogmatische verschil over de uitverkiezing niet als een kleinigheid moeten afdoen. Voor Maurits was het standpunt van de contraremonstranten belangrijk genoeg om het serieus te nemen. Overigens vermoed ik wel dat Oldenbarneveldt op iets meer sympathie van de kijker kan rekenen. Hij opereert wat argelozer dan de meer afgunstige Maurits.”
Wat zegt dit volgens u over hedendaagse godsdienstoorlogen?
„Ik zie een patroon dat lijkt op de gebeurtenissen tijdens het Twaalfjarige Bestand. Juist toen de strijd met Spanje tijdelijk werd beëindigd, laaide in de Nederlanden het theologische conflict over de uitverkiezing op. Je ziet iets vergelijkbaars vaker gebeuren, bijvoorbeeld bij de soennieten en sjiieten in Irak, of na de Arabische lente in 2010. Als de externe vijand wegvalt, komen interne tegenstellingen tot uitbarsting.”