Aanbiddelijk wonder
Lukas 2:1
„En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van de keizer Augustus.”
„Het geschiedde in diezelfde dagen”: in die dagen waarin alles wat in het eerste hoofdstuk vermeld is, was voorgevallen. Dat waren nu die gewichtige dagen waarnaar de oude godsvrucht zo reikhalzend had uitgezien, waarnaar koningen en profeten zo begerig hadden verlangd, maar die zij niet hadden mogen aanschouwen. Nog eens, het waren die dagen waarin de Zon der gerechtigheid opging, zo vol van troost en blijdschap voor al Gods volk op aarde. Dagen die de Heere gemaakt had. Dagen ook waarover zij zich in hun God verheugden en verblijdden.
Gods aanbiddelijke bestuur baande de weg, zodat Jezus juist op die plaats, die door de profeten voorspeld was, moest worden geboren. Want keizer Augustus liet een gebod uitgaan. Dit was een treffende omstandigheid, door de aanbiddelijke voorzienigheid Gods met zo veel wijsheid geleid, opdat de waarheid der oude godsspraken volkomen zou worden bevestigd en de gezegende Messias juist op die plaats de wereld zou intreden die door de mond van de profeten zo nauwkeurig was aangeduid.
Zie eens, hoe wonderlijk en aanbiddelijk werkt ook hier de almachtige God! Hij heeft het hart van een Augustus, zowel als van alle koningen en keizers in Zijn hand, en Hij neigt deze als waterbeken, tot uitvoering van Zijn heilige wil. Zo werden dan Jozef en Maria naar Bethlehem, de gezegende plaats waar de Messias moest geboren worden, geleid.
Ds. D. A. Detmar, predikant te Ede (”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen, tot opwekking, bemoediging en vertroosting”, 1828)