„Leergeschil over 1953 is niet opgelost”
De gesprekken tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben verhelderend gewerkt. „Wel is duidelijk dat het leergeschil niet is opgelost.” De woensdag gehouden synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland nam een commissievoorstel over om het vooralsnog bij de drie gevoerde gesprekken te laten.
De jaarlijkse synode was woensdag in Opheusden bijeen. In de verslaglegging van de commissie voor samenspreking met de commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid van de Gereformeerde Gemeenten werd gesteld dat met name de publicatie ”Louter genade. Over verbond, beloften en prediking” (in 2002 verschenen namens de synode van de Gereformeerde Gemeenten) vragen heeft opgeroepen die niet opgelost zijn, „zoals het onderscheid dat daarin gemaakt wordt tussen beloften des Evangelies en beloften des verbonds. Daarbij is het duidelijk dat er in de Gereformeerde Gemeenten stromingen zijn en een verscheidenheid van opvattingen.”
De vergadering stemde in met het advies van de commissie vooralsnog af te wachten hoe de ontwikkelingen in de Gereformeerde Gemeenten zullen verlopen.
Moderamenlid ds. J. Roos zei te weten dat de publicatie ”Louter genade” vooral een reactie was op eerder verschenen publicaties van prof. dr. J. Blaauwendraad en dat daardoor de verhouding tussen wet en Evangelie onderbelicht zou zijn gebleven. Juist omdat dit thema, volgens ds. Roos, het breekpunt was geweest in 1953, hechtte de predikant eraan dat in de conclusie van de commissie op dit punt een toevoeging zou worden opgenomen. Hiermee ging de vergadering akkoord.
Het verslag werd uitgebracht door de commissie die, in opdracht van de vorige synode (2002), inmiddels drie gesprekken heeft gevoerd met de commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid van de Gereformeerde Gemeenten. De Gereformeerde Gemeenten hadden op hun synode in september 2001 het initiatief genomen om het gesprek aan te gaan met onder meer de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Beide kerkverbanden leiden sinds de scheuring van 1953 een eigen leven.
De Gereformeerde Gemeenten hadden als doelstelling voor de beoogde gesprekken tussen beide kerken genoemd „het komen tot meer contact en meer samenwerking.” Afgesproken was dat beide commissies over de gevoerde gesprekken verslag zouden uitbrengen op hun eigen synodes. Voor wat betreft de Gereformeerde Gemeenten in Nederland was dat woensdag. De commissie van de Gereformeerde Gemeenten zal op de komende synode, begin september, op haar beurt verslag doen van de gevoerde gesprekken.
In de commissie van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben zitting de predikanten F. Mallan (Alblasserdam), J. Roos (Opheusden), A. Schultink (Bruinisse) en A. van Voorden (De Beek-Uddel), de ouderlingen J. van den Berg (Hendrik-Ido-Ambacht) en D. de Wit (Gouda), en diaken L. M. P. Scholten (Capelle a/d IJssel). In de commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid van de Gereformeerde Gemeenten hebben zitting ds. J. J. van Eckeveld (voorzitter), ds. L. Blok, ds. A. Schreuder en de ouderlingen M. van den Berge en A. Waaijenberg.
Als leden van het moderamen wees de synode in de morgenvergadering aan ds. A. van Voorden (preses), de predikanten Mallan, Roos en Schultink (assesoren), en de ouderlingen J. van den Berg (eerste scriba) en J. A. Don uit Veenendaal (tweede scriba/questor).
De vergadering werd ’s morgens geopend door ds. T. R. Treur, die als afgevaardigde van de buitenlandse kerken ter synode aanwezig was. De predikant uit Chilliwack (Canada) sprak over Johannes 11:28: „De Meester is daar, en Hij roept u.” Het slotwoord werd gesproken door de emeritus predikant F. Mallan. Deze mediteerde over Exodus 3:2: „En hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd.”