Muziek

Prof. Clement: nachtelijke uurtjes met Bachs Bijbel

Het kan, sinds kort: uren doorbrengen met de Bijbel van Bach. Prof. dr. Albert Clement, die een van de eerste exemplaren van de reproductie bezit, doet dat het liefst ’s nachts.

18 December 2017 08:23Gewijzigd op 16 November 2020 12:14
Prof. Clement met de reproductie van de Bachbijbel. beeld uitgeverij Van Wijnen
Prof. Clement met de reproductie van de Bachbijbel. beeld uitgeverij Van Wijnen

Hij legt in zijn werkkamer thuis in Middelburg de drie kloeke delen één voor één op tafel. „Kijk eerst eens naar de buitenkant. Iedereen doet de Bijbel direct open. Maar de omslag alleen al is het bestuderen waard. Er heeft echter nog niemand over geschreven. Een gravure met het Salomonsoordeel uit 1 Koningen 3. Met bijbehorende spreuk in het Latijn.” Hij strijkt over de leren band. „De reproductie is nog mooier dan het origineel. Onwaarschijnlijk knap.”

Clement (55), Bachkenner en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en het University College Roosevelt in Middelburg, heeft de driedelige Bijbel zo’n vijf maanden in huis. Het origineel heeft hij nooit gezien. Maar nu kan hij lezen zo veel hij wil. Of hij er al helemaal doorheen gegaan is? „Eén keer? Wel twintig keer.” Of hij een vast ritueel heeft? Elke dag eerst een uur Bach bijvoorbeeld? „Nee, geen vast ritueel. Het hangt ervan af hoeveel tijd ik heb. Soms zit ik hier van 3.00 tot 4.00 uur ’s nachts te lezen. Dan is het lekker rustig in huis. Steeds vind ik weer iets nieuws. Ik raak er nooit op uitgekeken.”

Twintig jaar geleden ontstond het plan om een reproductie van Bachs Bijbel te maken. Eindelijk is het zover. Momenteel levert uitgever Dingeman van Wijnen uit Franeker de Bijbel uit aan de intekenaars (zie ”Ik gun mensen dat ze Bach in het hart kunnen kijken”).

Correcties

Johann Sebastian Bach (1685-1750) bezat, naast een gewone Bijbel waarin hij niet schreef, een soort studiebijbel. Een driedelige uitgave waarin de 17e-eeuwse lutherse theoloog Abraham Calovius (1612-1686) de tekst van de Lutherbijbel van commentaar had voorzien. Deze Calov-Bijbel verscheen in 1682 in Wittenberg. In ieder geval vanaf 1733 had Bach, die op dat moment in Leipzig werkte, een exemplaar van deze Bijbel in bezit.

En hij gebruikte deze ook. Overal zijn invoegingen, kanttekeningen en stippellijnen te zien. Beroemd werd de uitspraak die Bach bij 2 Kronieken 5:13 in de marge schrijft: dat God bij een „andächtigen Musik” altijd met Zijn genade tegenwoordig is. Behalve kanttekeningen bracht Bach ook correcties aan. Als Calov bijvoorbeeld Luther onvolledig of fout citeert, corrigeerde Bach hem vanuit de werken van Luther die hij in zijn kast had staan.

Wat er na Bachs dood in 1750 precies gebeurde met de Bijbel, is onduidelijk. Feit is dat de Calov-Bijbel in 1934 in de Verenigde Staten opdook. Daar wordt de uitgave nog altijd bewaard, in de bibliotheek van Concordia Seminary in St. Louis, in de staat Missouri.

Hoewel de Bachbijbel al in 1934 tevoorschijn kwam, duurde het nog tot 1968 voordat deze voor het eerst werd gepresenteerd aan het wereldje van de Bachonderzoekers. Sindsdien hebben wetenschappers hun visie gegeven op het beeld van Bach dat uit de ongeveer 350 aantekeningen oprijst.

Steigeren

Prof. Clement is ervan overtuigd dat dat beeld bijgesteld zal worden. „Tot nu toe moesten Bachonderzoekers naar St. Louis. Dan breng je een dag of misschien twee dagen met de Bachbijbel door. Maar nu kun je op je eigen studeerkamer onbeperkt lezen in deze uitgave. Daardoor leer je Bach nog beter kennen.”

Er zit een rode draad in de aantekeningen die Bach maakte, heeft prof. Clement al ontdekt. Het fijne ervan wil hij nog niet vertellen. „Ik ben nog bezig met de theorievorming. In het begeleidende boek dat bij de Bachbijbel verschijnt, zal ik mijn hypothese poneren en onderbouwen. Er zullen mensen steigeren. Maar het gaat mij om de waarheid die aan het licht moet komen. Het brengt ons weer een stapje dichter bij Bach.”

Dit wil de Bachkenner er al wel over kwijt: Bach was minder orthodox dan vaak wordt gedacht. „Hij was wel luthers en gelovig, maar tegelijk ook ruimdenkend. Aan het calvinistische hof in Köthen, waar hij van 1717 tot 1723 werkte, beleefde hij in muzikaal opzicht vermoedelijk zijn gelukkigste tijd. Hij was daar niet in dienst van de kerk. Dat was in Leipzig wel het geval. Maar met het instituut kerk had hij altijd gedoe.”

Bach was een lastige man, zegt prof. Clement. „Een heel grote geest, terwijl er veel kleine geesten in Leipzig rondliepen. Bach had behoefte aan vrijheid. Bovendien liep hij ertegen aan dat de predikanten in de praktijk anders handelden dan ze in hun preken de mensen voorhielden. Ik denk dat Bach daarom aan het eind van zijn leven niet meer in de kerk kwam en zich liet vervangen door onder anderen zijn leerling Gottfried Benjamin Fleckeisen, zoals recent is ontdekt.”

Drukbezet

Wat weten we over Bachs Bijbelgebruik? Had hij daarvoor vaste momenten? Prof. Clement: „Hij was een drukbezet man. Elke week moest hij een cantate maken, daarnaast had hij allerlei nevenfuncties. Hij zal op verloren momenten in zijn Bijbel hebben gelezen. Maar volgens mij had hij deze uitgave standaard op zijn schrijftafel liggen.”

Bijbellezen deed Bach nauwgezet en grondig. „De Bijbel vormde voor hem de leidraad voor zijn leven. Hij kende hem goed, las hem in z’n geheel. Wat opvalt, is dat hij vooral in het Oude Testament veel aantekeningen maakte, met name in Koningen en Kronieken.”

Een paar randschriften in Kronieken zijn inmiddels wereldberoemd. Welke nieuwe vondsten zijn er te melden? Prof. Clement bladert bij wijze van voorbeeld naar 2 Koningen 22:23, waar koning Josia te horen krijgt dat hij in vrede zal sterven, voordat het gericht over Juda komt. „Kijk, dit zie je dus pas als je heel grondig gaat lezen: in de uitleg van Calov bij deze tekst heeft Bach op vier plaatsen een stippellijntje gezet, waar het gaat over het heengaan in vrede. Ik denk dat je dat aan een bepaalde compositie kunt koppelen. Welke, dat zeg ik nog niet.”

Voorzichtig

Kunnen die stippeltjes ook van een eerdere bezitter zijn? De Bijbel verscheen in 1682. Voorin staat in Bachs handschrift het jaartal 1733. Daar zit dus ruim vijftig jaar tussen. Prof. Clement: „Of 1733 slaat op het jaar waarin Bach de Bijbel in bezit kreeg, of dat hij toen zijn bibliotheek herordende en het jaartal toevoegde, was tot nu toe niet helemaal zeker. Ik ga ervan uit dat hij in 1733 in het bezit kwam van de Bijbel. Mijn hypothese is dat de vorige bezitter de Bijbel aan Bach cadeau deed, omdat deze daar interesse voor had getoond.”

En die aantekeningen? „Daar moeten we voorzichtig in zijn. Vroeger is gesteld dat ze allemaal van Bach zijn. Ik ben er in sommige gevallen van overtuigd dat ze níét van Bach zijn. Maar de meerderheid is ongetwijfeld wél van hem. Onderzoek van de inkt en het handschrift kan ons hierin nog verder brengen.”

Eigen hand

De Bachbijbel brengt ons dichter bij de mens Bach, stelt de hoogleraar. „Het is het enige egodocument dat we van hem hebben.” Hij wijst naar zijn kast. „Daar staat de uitgave van ongeveer 5600 brieven van Mendelssohn Bartholdy. Ik heb ze allemaal gelezen. Ik denk dat ik die componist daardoor aardig ken. Van Bach hebben we slechts een paar brieven. In deze Bijbel zie je zijn eigen hand. Je bent direct met hem in contact. Heel bijzonder.”


Uitgever Van Wijnen: Ik gun mensen dat ze Bach in het hart kunnen kijken

Hij vindt missie een groot woord. Maar uitgever Dingeman van Wijnen heeft duidelijk wel een drive gehad om de uitgave van een reproductie van Bachs Bijbel te realiseren. „Ik ben een liefhebber van Bachs muziek. Daarnaast heb ik al meer boeken uitgegeven voor alleen echte liefhebbers. Nu is het ook nog eens een bijzondere uitgave vanwege de inhoud. Ik vind het een intrigerende gedachte dat Bach zo intensief bezig was met Gods Woord. Dat proef je op elke bladzijde. Met deze Bijbel stap je Bachs wereld binnen.”

Het was wel een weg met „zeer veel hobbels”, zegt de uitgever uit Franeker. Het plan ontstond nadat hij het boek van de Engelse Bachonderzoeker dr. Robin Leaver uit 1985 over de Calov-Bijbel las. „Tot dan toe wist ik niet van het bestaan van deze Bijbel af.”

Gesteggel

In 1997 legde Van Wijnen contact met de bibliotheek in St. Louis (VS) over de mogelijkheden van het maken van een facsimile-uitgave. De Amerikanen waren niet onwelwillend, maar de Bijbel mocht de bibliotheek niet uit. Na allerlei „gesteggel”, waarbij het bij de uitgever „op en neer ging tussen moedeloosheid en het toch niet los kunnen laten”, kwam Van Wijnen in contact met een Poolse uitgever die net de Gutenbergbijbel in facsimile had uitgegeven. In Amerika vond hij een fotograaf van Poolse komaf die ter plekke in St. Louis foto’s kon maken. „Dat was een belangrijke doorbraak.”

De ruim 4600 pagina’s werden in de VS gescand en op zeer hoge resolutie –90 à 100 MB per pagina– naar Polen verzonden. Daar werden de Bijbels stuk voor stuk gemaakt, gedrukt op speciaal papier en handmatig ingebonden.

Van Wijnen heeft 500 Bijbels laten drukken, waarvan er 100 zijn ingebonden. Zeventig daarvan zijn inmiddels onderweg naar de afnemers. Er zijn er nog vijftien à twintig te koop. „Als die op zijn, laat ik er weer enkele tientallen bij maken.” De intekenprijs, die nog tot en met 2018 geldt, bedraagt 4800 euro. Daarna kost de uitgave 5500 euro. Afnemers zijn bibliotheken over de hele wereld, maar vooral ook particulieren, onder wie musici, zegt de uitgever.

Digitaal

Veel bibliotheken ontsluiten momenteel hun collectie digitaal. Is Van Wijnen niet bang dat ook de Bachbijbel binnenkort online te raadplegen is? „Onderdeel van het contract met St. Louis is dat ze de complete digitale versie krijgen. Ik zal digitalisering niet tegenhouden. Het zal er binnen afzienbare tijd van komen, maar daar ben ik niet zo benauwd voor. Je hebt gelukkig nog veel mensen die liever een echte uitgave in handen hebben. Ik heb er vertrouwen in dat wij er financieel goed uitkomen. En ik gun mensen dat ze Bach in het hart kunnen kijken.”

Naar verwachting volgend jaar komt Van Wijnen ook met een boek met achtergronden en toelichtingen bij de Bachbijbel. De uitgave staat onder redactie van prof. dr. Albert Clement. Andere auteurs zijn onder anderen de Bachonderzoekers prof. dr. Christoph Wolff, prof. dr. Michael Heinemann, prof. dr. Tassilo Erhardt en dr. Mary Greer. Uit Nederland zijn dr. Marcel Zwitser, dr. Frits Broeyer en dr. Jan Smelik bij de uitgave betrokken.

Meer informatie: www.uitgeverijvanwijnen.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer