Lichtshow markeert einde restauratie Cuneratoren en -kerk Rhenen
Met een lichtshow op de toren in verschillende kleuren is donderdagavond in Rhenen de restauratie van de Cuneratoren en de Cunerakerk feestelijk afgerond. De toren werd onder meer gehuld in de Nederlandse driekleur.
De restauratie van de Cuneratoren kostte ruim 5 miljoen euro. Daarvan droeg de provincie Utrecht 800.000 euro bij. De gemeenteraad van Rhenen stelde de rest van het bedrag beschikbaar. De toren, die uit 1531 stamt, is een rijksmonument. De gemeente is eigenaar van het bouwwerk, dat in september na ruim vier jaar weer uit de steigers kwam.
Domtoren
„Dat heeft Rhenen toch maar mooi voor elkaar gekregen”, merkte gedeputeerde Mariette Pennarts donderdag op. „Dit inspireert weer voor de aanstaande restauratie van de Domtoren in Utrecht. Beide bouwteams wisselen kennis en ervaringen uit.”
Pennarts herinnerde eraan dat de vorige burgemeester, Van Oostrum, haar in 2013 uitnodigde de toren te beklimmen om haar ervan te overtuigen dat restauratie noodzakelijk was. „Ik heb toen ook maar meteen genoten van het prachtige uitzicht.”
Aanbouw
Ook de Cunerakerk is de afgelopen jaren onder handen genomen. Glas-in-loodramen zijn gerestaureerd, dakleien en goten zijn waar nodig vervangen, de vloer van de kerk is voor de veiligheid geëgaliseerd en mede voor het multifunctionele gebruik van de kerk is een aanbouw geplaatst met toiletten en een garderobe. Ook heeft de kerk nu een keuken met uitgiftebalie. Verder zijn banken rond het liturgisch centrum vervangen door stoelen. De karakteristieke notabelenbank is behouden.
Het kerkgebouw wordt voor verschillende activiteiten, zoals concerten, lezingen, exposities en bijeenkomsten, gehuurd. Restauratie en herinrichting waren erop gericht dat „de kerk de verschillende functies in de toekomst kan blijven uitoefenen en vooral ook verder kan uitbreiden”, aldus Henk van Ginkel, voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de protestantse gemeente in Rhenen. Er waren te weinig facilitaire voorzieningen en de vaste banken voorin de kerk stonden bij sommige activiteiten in de weg.
Voortbestemmen
Met restauratie en herinrichting was 1,2 miljoen euro gemoeid. De protestantse gemeente verkreeg 800.000 euro uit subsidies en fondsen en legde zelf de resterende 400.00 ton bij.
Het restauratieplan van de kerkrentmeesters kende drie onderdelen: restaureren, faciliteren en exploiteren, zei Van Ginkel in zijn toespraak. „Misschien wel een beter en mooier woord is voortbestemmen. Wat we gekregen hebben, gebruiken en weer doorgeven aan de komende generatie. We zijn een bevoorrechte kerkelijke gemeente: iedere zondag zijn er in de Cunerakerk vier diensten. Financieel zijn we gezond. We hoeven geen kerk te sluiten of een predikantsplaats op te heffen.”
De Rhenense kerk heeft volgens Van Ginkel „een bijzondere uitstraling. Zeker als je vanuit de Betuwe onze stad benadert, doemt daar altijd, als een welkome groet, de imposante toren op, een veilig baken in het fraaie landschap en als een pijl omhoog wijzend op de samenhang tussen aarde en hemel. Vanbinnen ademt het gebouw een sfeer van toewijding. Gebouw en inrichting zijn samen het zichtbare teken dat dit een plaats van ontmoeting met God is, waar mensen Zijn nabijheid mogen ervaren en Zijn menslievendheid –het is bijna Kerst– samen mogen vieren.”