Steur is zeldzamer dan reuzenpanda
De Haringvlietsluizen gaan in oktober 2018 op een kier. Trekvissen kunnen dan de Nederlandse wateren inzwemmen. De bijna uitgestorven Europese steur bijvoorbeeld.
Dat de reuzenpanda in de natuur niet zo veel meer voorkomt, is wereldwijd overbekend. Dat de korhoen en de patrijs uit Nederland aan het verdwijnen zijn, weten veel Nederlanders ook. Maar dat vissoorten zoals de Europese steur en de Atlantische zalm het nog veel moeilijker hebben, is relatief onbekend.
Op zich wel logisch, vindt aquarist Ron Bernhard van Diergaarde Blijdorp. „Vogels en zoogdieren zijn nog redelijk goed te tellen. Mensen merken dat ze bepaalde soorten niet meer tegenkomen in de natuur. Maar heb je niet zo snel in de gaten bij soorten onder water. Als je geen visser bent, heb je geen flauw benul wat een Europese steur is en dat die inmiddels zeldzamer is dan de reuzenpanda.”
De dierentuin in hartje Rotterdam probeert wat aan die onbekendheid te doen. Op 25 oktober werd er een permanente steurenexpositie geopend in het Oceanium van Blijdorp. Voornaamste doel is de 1,5 miljoen bezoekers per jaar voor te lichten over de toekomst van deze prachtige vis.
Die toekomst ziet er verre van rooskleurig uit, zo blijkt in het donkere Oceanium. Alleen in de rivier de Gironde dicht bij de Franse stad Bordeaux komt nog een natuurlijke populatie voor, hooguit zo’n 1500 dieren.
Twee keer zo veel zwommen er in 1900 nog in Nederland rond. Ruim vijftig jaar later waren die 3000 exemplaren geheel verdwenen uit het waterrijke Nederland. Oorzaken waren onder andere de afnemende waterkwaliteit, het verdwijnen van grindbedden waar de vissen hun eitjes konden leggen en de populariteit van het dier bij viseters.
Inwoners van Kampen werden steurkoppen genoemd omdat ze zo bedreven waren in het vangen van steuren. De ongerijpte eitjes van de vis was als kaviaar zeer gewild. Het werd ook wel het zwarte goud genoemd omdat het zo veel geld waard was.
Toen na de watersnood van 1953 de Nederlandse delta werd afgesloten met dammen, leek de terugkeer van steuren helemaal onmogelijk geworden. De vissen leven in de Noordzee, maar moeten de rivieren in kunnen zwemmen om zich daar voort te planten. Als de riviermonden afgesloten zijn, lukt dat niet meer.
Toch is er licht aan de horizon, zo valt te lezen op de informatieborden van de Rotterdamse steurenexpositie. Het water in de Nederlandse rivieren is nu veel schoner, vissers die een steur vangen zijn verplicht hem onmiddellijk terug te zetten en straks kan de vis weer vanaf zee de rivieren inzwemmen. Het openzetten van de Haringvlietsluizen is daar hét grote voorbeeld van.
Op de expositie is dat leuk in beeld gebracht. Links zwemmen drie Europese steuren in een groot aquarium met zout water. Op het plafond zijn zwemmende steuren geprojecteerd die zich als het ware naar de overkant van de gang bewegen. Daar ziet de bezoeker de zwemmende steuren verdwijnen in het Haringvliet.
Aquariumverzorger Bernhard is best een beetje trots op de expositie. „Blijdorp is de enige dierentuin in Europa waar de Europese Atlantische steur te zien is. We hebben van het IGB Leibniz-Institut für Gewässerökologie und Binnenfischerei in Berlijn drie steuren te leen gekregen. Dit instituut doet onderzoek naar het leven in zoetwater en werkt aan de terugkeer van steuren in de Europese wateren. In Nederland is ARK Natuurontwikkeling samen met het Wereld Natuur Fonds en Sportvisserij Nederland de drijvende kracht achter het project.”
De drie steuren die in Oceanium rondzwemmen zijn acht jaar en vier maanden oud. Het duurt negen à tien jaar voordat ze geslachtsrijp zijn. „Dan gaan de vissen weer terug naar Berlijn. Wij krijgen er dan weer jonge steuren voor terug.”
Het kweken van wilde vissoorten staat nog in de kinderschoenen, vertelt Bernhard. „Het is nu nog niet mogelijk om vis in gevangenschap te kweken van eitje tot volwassenheid. Of het nu gaat om paling, zalm of steur: in alle gevallen worden heel jonge exemplaren uit de natuur gehaald om verder in gevangenschap grootgebracht te worden.”
Bernhard is ervan overtuigd dat dierentuinen in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen bij het in stand houden van bedreigde vissoorten. „Dat is nu al het geval bij onder andere zoogdieren en vogels. Dierentuinen wisselen dieren uit om zo voor een gezond nageslacht te zorgen. Als het lukt om vissen in gevangenschap zich te laten voortplanten, kunnen dierentuinen meewerken aan de redding van ernstig bedreigde vissen.”
Een groot voordeel daarbij is volgens Bernhard dat dierentuinen het publiek kunnen voorlichten over de ernst van de situatie. „Als mensen bijvoorbeeld ontdekken hoe bedreigd de blauwvistonijn is, en hoe moeilijk het is om die vissen te kweken, zullen ze niet zo snel een broodje tonijn meer eten.”