Oplossing voor ruimtepuin laat op zich wachten
Dat het afval dat de mens in de afgelopen decennia in een baan om de aarde achterliet een probleem vormt, daar zijn ruimtevaartorganisaties inmiddels wel van doordrongen. De vraag blijft alleen: hoe kun je puinruimen in de ruimte het beste aanpakken?
Eind vorige maand bogen wetenschappers zich bij Estec in Noordwijk opnieuw over het vraagstuk. „We hebben berekend dat er op dit moment 8000 ton aan ruimtepuin rond de aarde zweeft. Je praat dan over zo’n 29.000 voorwerpen groter dan 10 centimeter en nog veel meer, misschien wel 1 miljoen, brokstukken die kleiner zijn”, zei Luisa Innocenti, hoofd van ESA’s Clean Space Office, bij die gelegenheid tegen Euronews. Innocenti benadrukt dat ook klein afval al een gevaar vormt. „Door de hoge snelheid die voorwerpen hebben, kunnen ook heel kleine exemplaren een explosie veroorzaken wanneer ze in botsing komen met een ander stuk ruimtepuin of een werkende satelliet en op hun beurt een wolk aan brokstukken creëren.”
Ruimtevarend
Tijdens de bijeenkomst in Noordwijk kwam niet alleen ter sprake hoe er in de ruimte puin geruimd kan worden, maar ook hoe ruimtevarende naties ervoor kunnen zorgen dat er geen nieuw afval meer ontstaat. Als een satelliet aan het einde van zijn levensduur nog decennialang in een baan om de aarde blijft draaien, draagt zijn aanwezigheid bij aan het risico op botsingen.
De Europese ruimtevaartorganisatie werkt al een tijdlang aan een missie met een satelliet die een groot stuk ruimtepuin moet traceren, beetpakken en richting de aarde halen, zodat satelliet en ruimteafval uiteindelijk verbranden in de dampkring.
Opruimcommissie
Voor de opruimmissie onderzoekt de Europese ruimtevaartorganisatie ESA twee technieken: vastgrijpen met een robotarm en op korte afstand een net afvuren. Dat net zou zich om een defecte satelliet of een opgebrande rakettrap moeten vouwen, waarna de ‘opruimsatelliet’ het pakketje op sleeptouw kan nemen richting de aarde.
Daarnaast is het belangrijk dat er geen nieuw afval bij komt. Op dit moment draaien er zo’n 2000 werkende satellieten om de aarde, in een lage baan of in een hoge, zogeheten geostationaire baan (rond de 36.000 kilometer). Satellieten in een lage baan om de aarde zouden tegen het einde van hun leven koers kunnen zetten richting de aarde, zodat ze in de dampkring verbranden.
Begraafplaatsbaan
Om de geostationaire baan op de lange termijn bruikbaar te houden, vaardigden de Verenigde Naties in 2008 een richtlijn uit dat sondes in deze regio tegen het einde van hun werkzaam leven moeten worden afgevoerd naar een ”graveyardbaan” (begraafplaatsbaan) die 300 kilometer hoger ligt. Dat klinkt eenvoudig, maar de vraag is of de verschillende satellieteigenaren zich daaraan zullen houden. Het is immers wel zo aantrekkelijk om een satelliet –een miljoeneninvestering– een of twee jaar langer in dienst te houden in plaats van het laatste restje brandstof te gebruiken om hem richting begraafplaats te brengen.