Groen & duurzaamheid

Berggorilla’s zoeken tussen de vulkanen

Oorlog, ontbossing, ziektes en stroperij zorgden ervoor dat de imposante berggorilla’s bijna uitstierven. Dankzij natuurbescherming en ecotoerisme groeit het aantal weer. Maar de mens blijft het grootste risico.

en
12 December 2017 08:24Gewijzigd op 16 November 2020 12:11
Het Volcanoes National Park in het noordwesten van Rwanda. beeld Eva de Vries
Het Volcanoes National Park in het noordwesten van Rwanda. beeld Eva de Vries

Zijn jullie er klaar voor? De vraag komt van de gids, gehuld in een legergroen uniform en grote kaplaarzen. „Misschien stuiten we al na een uur op berggorilla’s, maar het kan ook zijn dat we de hele dag door ondoordringbaar woud moeten ploeteren voordat we ze zien”, waarschuwt hij.

Om de gids heen staat een groepje toeristen aandachtig te luisteren. Ze dragen safarihoeden, stevige wandelschoenen en grote camera’s om hun nek. Allemaal betaalden ze 1500 dollar voor deze unieke ervaring. Na de instructies van de gids gaan ze op pad, op zoek naar de berggorilla’s, met twee gewapende parkwachters en een aantal tassendragers in hun kielzog.

Plantages

Het is acht uur in de ochtend en de toeristen staan bij de hoofdingang van het Volcanoes National Park, in het noordwesten van Rwanda. Dat is het startpunt voor een zogenaamde gorillatocht. In de verte torenen vulkanen boven de groene plantages uit. Mysterieuze strepen mist trekken langzaam op uit het dal.

Het prachtige natuurpark grenst aan het Virunga National Park in de Democratische Republiek Congo en het Mgahinga Gorilla National Park in Uganda. Samen met het Ugandese Bwindi Impenatrable National Park is dit het domein van de laatste berggorilla’s ter wereld.

Decennialang ging het slecht met ze. Burgeroorlog, ontbossing en landbouw tastten de leefomgeving van de berggorilla’s ernstig aan. Ziektes en stroperij (voor de verkoop van afgehakte apenhanden als asbak, ‘zeldzaam vlees’ en aan dierentuinen) leidden tot een verdere daling. Op het dieptepunt waren er nog maar 250 dieren over.

Ommekeer

Velen geloven dat de Amerikaanse biologe Dian Fossey voor een ommekeer zorgde. Van eind jaren zestig tot haar dood in 1985 zette de eigenzinnige onderzoekster zich in voor de berggorilla’s in Oost-Afrika. Met succes, want sindsdien bleef het aantal gestaag stijgen. „Zonder haar waren de berggorilla’s waarschijnlijk verdwenen”, denkt ook de Italiaanse Veronica Vecellio van het Dian Fossey Gorilla Fonds, dat voortbouwt op het werk en de idealen van Fossey.

Het onderzoeksinstituut is gevestigd in Musanze, een minuut of twintig rijden van het Volcanoes National Park. Het stadje ademt gorilla’s. Er zijn hotels met namen zoals Gorilla View Lodge en Villa Gorilla, en op elke straathoek prijkt een gorillabeeld.

Toegenomen

Door wetenschappelijk onderzoek, de aanpak van stroperij, betrokkenheid van lokale gemeenschappen en betere samenwerking met andere organisaties in Rwanda en over de grens, is het aantal berggorilla’s flink toegenomen. Bij de laatste telling in 2010-2011 werden er 880 geregistreerd. „Een aantal groepen wordt iedere dag bezocht door onze onderzoekers. We observeren hun gedrag, gezondheid, locatie en voortplanting en leggen de levensloop van ieder individu vast”, vertelt Vecellio.

Als ze over haar werk praat, twinkelen haar ogen. Sinds ruim twintig jaar verdiept ze zich in de dieren. „Ik houd van gorilla’s. Ze hebben dezelfde gezichtsuitdrukkingen en lichaamshoudingen als mensen, waardoor ik me met ze verbonden voel en ze begrijp.”

Dichter bij elkaar

De mens bleek de redding van de berggorilla’s, maar tegelijkertijd vormen mensen ook nog steeds het grootste risico. Zo leven mensen en gorilla’s door bevolkingsgroei steeds dichter bij elkaar, beïnvloedt klimaatverandering de vegetatie en kunnen mensen gorilla’s besmetten met ziektes. De manager van het Volcanoes National Park, Prosper Uwingeli, is verantwoordelijk voor het verkleinen van deze risico’s in en rond het park. Dat gebeurt op twee manieren.

„De veelal arme lokale bewoners worden nauw betrokken bij ons werk. Samen staan we sterk, en daarom moeten ze inzien waarom natuurbehoud belangrijk is en wat het hun kan opleveren.”

Samen met partnerorganisaties zoals het Dian Fossey Gorilla Fonds leren Uwingeli en zijn team mensen dat ze geen vuur moeten maken in het park om bijvoorbeeld bijenkorven uit te roken. Ook wordt erop aangedrongen dat ze geen vallen plaatsen voor andere dieren, want ook gorilla’s kunnen hierin trappen. En de lokale bevolking wordt geadviseerd hoe ze goede huizen moet bouwen zonder bamboe te kappen, een belangrijke voedselbron van de gorilla’s.

Geld verdienen

Het park biedt de bewoners alternatieve manieren om geld te verdienen. „Mannen gaan aan de slag als parkwachter of als drager en vrouwen kunnen manden, potten of kleden verkopen aan toeristen.”

Op sommige plaatsen worden theeplantages aangelegd waar mensen kunnen gaan werken. „Het dient als bufferzone tussen de dorpen en het leefgebied van de gorilla’s”, legt Uwingeli uit. „Gorilla’s houden niet van thee, dus we hopen dat ze op deze manier wegblijven uit de bewoonde wereld.”

Ecotoerisme

Daarnaast wordt een beperkt aantal toeristen toegelaten tot de gorilla’s. „We gaan uit van ecotoerisme, een model dat zowel de natuur als de lokale bevolking respecteert”, zegt Uwingeli. „Toerisme levert veel geld op, waarvan ook de gorilla’s profiteren, maar het moet wel in balans zijn.”

Het park verstrekt daarom slechts acht gorillavergunningen per dag, een groep van acht toeristen mag maximaal één uur met een aan mensen gewende groep gorilla’s doorbrengen en moet ten minste 7 meter afstand bewaren. „Zo geven we de gorilla’s genoeg ruimte en verkleinen we de kans op het overdragen van ziektes.”

Deze methoden worden niet alleen in Rwanda toegepast. In de buurlanden worden gorilla’s op vergelijkbare wijze beschermd. Zowel Vecellio als Uwingeli geeft aan dat de Rwandese regering zich bijzonder actief inzet voor het natuurbehoud. Het land lijkt het dus op z’n Rwandees aan te pakken: grondig, efficiënt en volgens de regels van een functionerende rechtsstaat. Dat blijkt een stuk lastiger in de Democratische Republiek Congo, waar als gevolg van conflicten en politieke instabiliteit natuurbescherming minder prioriteit lijkt te hebben.

Verdubbeling prijzen

Onlangs ging de Rwandese regering nog een stap verder en verdubbelde de prijzen van de gorillavergunningen van 750 naar 1500 dollar per persoon. Volgens Uwingeli laat deze keuze zien op welke manier Rwanda toerisme gebruikt: „Met hogere prijzen komen er minder toeristen, maar verdienen we meer geld. Hierdoor neemt de druk op de gorilla’s af en kunnen we meer geld besteden aan natuurbehoud, onderzoek en de lokale bevolking.” Ook is het percentage van de inkomsten uit toerisme dat uitgekeerd wordt aan de gemeenschap verhoogd van 5 naar 10.

Voor reisorganisaties die gorillatochten aanbieden, kwam de beslissing als een donderslag bij heldere hemel. „We waren totaal niet voorbereid op de prijsstijging. Zo wil de helft van mijn klanten nu naar Uganda, waar een bezoek aan de gorilla’s maar 500 dollar kost”, zegt de baas van een kleine reisorganisatie die niet bij naam genoemd wil worden.

Weddenschap

Begin volgend jaar wordt het resultaat van de nieuwe berggorillatelling bekendgemaakt. Een spannend moment voor Uwingeli, Vecellio en alle anderen die zich inzetten voor de berggorilla. Want gaat het echt zo goed als dat het nu lijkt? Of krijgen ze toch met een tegenvaller te maken? Vecellio en haar collega’s hebben er een weddenschap van gemaakt. „Ik ga geen getallen noemen, maar ik ben heel optimistisch. Ik denk dat het aantal opnieuw is gegroeid.”

Twee soorten

Er zijn twee soorten gorilla’s: westelijke en oostelijke. Onder de westelijke gorilla vallen de Cross Rivergorilla (Kameroen, Nigeria) en de westelijke laaglandgorilla (onder andere Angola en Centraal-Afrikaanse Republiek). De berggorilla (Rwanda, Uganda, Democratische Republiek Congo) behoort samen met de Grauers gorilla (Democratische Republiek Congo) tot de oostelijke gorillasoort. Gorilla’s zijn vegetariërs. Mannelijke berggorilla’s (zilverruggen) eten ongeveer 25 kilo aan vegetatie per dag, zoals bessen, bamboe en bladeren. Ze worden tussen de 160 en de 200 kilogram zwaar.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer