Van Doorn eerste succes DNA-onderzoek familie
Met de doorbraak in de coldcase-zaak Milica van Doorn is het de eerste keer dat grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek heeft geleid tot het vinden van een verdachte via een familielid. Het was het tweede grote verwantschapsonderzoek in Nederland. De eerste keer gebeurde dat in de moordzaak van Marianne Vaatstra. Maar hier deed de dader zelf aan mee, zodat dit een directe DNA-match opleverde.
Bij een grootschalig onderzoek worden veel mensen opgeroepen vrijwillig mee te doen. Daarnaast waren er 33 kleinschalige DNA-verwantschapsonderzoeken. Hierbij worden DNA-profielen in de bestaande DNA-databank vergeleken met gevonden dadersporen, om te kijken of ze familie zijn van de mogelijke dader. In totaal leidde DNA-verwantschapsonderzoek in vier van de 35 zaken tot een doorbraak, aldus een woordvoerster van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
DNA-verwantschapsonderzoek is mogelijk sinds 2012. De technische mogelijkheden bestonden al langer en werden onder meer gebruikt in vermissings- en familiezaken. Vijf jaar geleden werd wetgeving van kracht waardoor toepassing ook in het strafrecht mogelijk werd.
Toch is de toepassing ervan nog zeldzaam, zegt Arnoud Kal, DNA-deskundige van het NFI. Naast de twee genoemde coldcase-zaken, wordt nu over een aantal andere ernstige misdrijfzaken nagedacht. Welke dat zijn, wil Kal niet zeggen. In ieder geval moeten het zeer ernstige zaken zijn waarop minimaal acht jaar celstraf staat.
Er zitten veel technische eisen en juridische voorwaarden aan zo’n uitgebreid DNA-onderzoek vast, zegt Kal. Daarom vallen er veel zaken af. Zo moeten de sporen dichtbij en het liefst van één persoon zijn, zoals een spermaspoor. Ook moet er voldoende DNA-materiaal zijn voor nader onderzoek. Verder moet bekeken worden of de inzet van middelen - zowel mankracht als geld - in proportie is en de privacy van mensen niet te veel in het geding komt.
In de zaak van Van Doorn waren de omstandigheden goed. Door het onderzoek lag de focus al op een wijk in Zaandam en op de Turkse achtergrond van de mogelijke dader. Daardoor was de doelgroep voor een onderzoek naar verwanten van de dader, te overzien. Hoeveel geld maximaal wordt uitgetrokken om zo’n onderzoek op te zetten,weet Kal niet. Het verschilt volgens hem per zaak en het Openbaar Ministerie (OM) besluit dat pas na een heel toetsingstraject.