Vogelaar rondt serie boeken over geschiedenis Noord-Amerikaanse kerk af
De ontstaansgeschiedenis van de Noord-Amerikaanse Netherlands Reformed Congregations (NRC) is totaal anders dan die van de Nederlandse zusterkerk, de Gereformeerde Gemeenten, stelt kerkhistoricus L. Vogelaar. Hij rondde vorige maand een vijfdelige serie boeken over de geschiedenis van de NRC af.
Op tafel ligt een flinke stapel boeken: stevige banden, totaal bijna 2000 pagina’s, verluchtigd met 900 foto’s van toen en nu. In de serie boeken schetst Vogelaar de ontwikkelingen van de NRC vanaf 1877 tot oktober 2017.
Vogelaar (50) verzamelde de informatie voor de Engelstalige serie ”A memorial stone set up” door speurwerk en dankzij vele contacten met leden en kerkenraden van NRC-gemeenten door heel Canada en de Verenigde Staten. De journalist van het Reformatorisch Dagblad kent Noord-Amerika goed. Hij woonde van 1984 tot 1987 in het Canadese St. Catharines, toen zijn vader, ds. C. Vogelaar, aan die gemeente verbonden was.
Vogelaar keerde terug naar Nederland, maar de contacten met de kerken aan de andere kant van de Atlantische Oceaan bleven hecht. „Ik kom er regelmatig voor familiebezoek. Tijdens die reizen heb ik veel oude notulenboeken van gemeenten kunnen doornemen.”
De beschrijving van de kerkgeschiedenis van de NRC vult een hiaat, stelt de diaken van de gereformeerde gemeente in het Gelderse Scherpenzeel. „Er zijn wel verschillende boekjes verschenen met een beschrijving van de historie van een gemeente, maar veel was niet vastgelegd. In de NRC is er ook niet zo’n schrijfcultuur, zoals wij die hier in de kerken in Nederland kennen.”
Bovendien beheersen steeds minder leden van de gemeenten in Noord-Amerika het Nederlands, terwijl de notulenboeken uit de eerste decennia van de NRC allemaal in die taal zijn geschreven. „Voor de huidige generatie NRC-leden dreigde een stuk geschiedenis verloren te gaan.”
Pioniersgeest
Het kerkverband van de NRC ontstond in 1877. De kerkenraad van de Vrije Christelijke Gereformeerde Gemeente in Grand Rapids (Michigan, Verenigde Staten) zocht dat jaar contact met ds. W. C. Wust van een vrije gemeente in Lodi (New Jersey, VS). De twee gemeenten gingen samen verder.
De eerste dertig jaar was er volgens Vogelaar sprake van een „los-vastverband van wisselend twee tot vier gemeenten.” Die veelal kleine gemeenten waren gehecht aan hun zelfstandigheid. „Het waren emigrantengemeenten: de meeste leden toonden veel daadkracht en hadden een echte pioniersgeest. De gemeente van Grand Rapids –nu aan Beckwith Avenue– is al die jaren de constante factor geweest. De oudste gemeente van de NRC is die van Lansing bij Chicago in de VS.”
Pas met de komst van de predikanten C. Pieneman (1863-1912) in 1906 en N. H. Beversluis (1850-1931) in 1908 ontstond er een wat gestructureerder kerkelijk leven, constateert Vogelaar. „Vanaf 1909 vonden er classis- en synodevergaderingen plaats. Daarvoor niet. Deze verandering heeft overigens geen verband met de vereniging van 1907 in Nederland waarbij de Gereformeerde Gemeenten ontstonden.”
Wat zijn andere hoofdmomenten in de geschiedenis van de NRC?
„De NRC bleef aanvankelijk vrij klein. Tijdens de Tweede Wereldoorlog telde de NRC maar één predikant, ds. J. van Zweden. De Noord-Amerikaanse gemeenten konden toen geen Nederlandse predikanten beroepen. Er was minimaal contact mogelijk. Slechts af en toe kwam er via een briefje van het Rode Kruis informatie vanuit het bezette Nederland door.
Na de oorlog kwam er een grote stroom emigranten naar de Verenigde Staten en Canada. Er was eind jaren veertig en begin jaren vijftig in Nederland sprake van emigratiekoorts. Er leefde in Europa veel vrees voor het communisme, de belastingdruk was als gevolg van de wederopbouw erg hoog, en boerenzoons die geen kansen in Nederland hadden, zagen die wel in Canada. Vooral dat land zette de deur wijd open. Voor het Amerikaanse kerkverband kwam er opeens een heel land bij.”
De emigranten vestigden zich overal, zegt Vogelaar. „Velen van hen lazen in de beginperiode thuis een preek of deden dat met enkele gezinnen samen. Het was moeilijk om gemeenten te stichten. Ds. Van Zweden, ds. W. C. Lamain en ds. C. Hegeman hebben in die tijd veel reizen gemaakt om groepen bij elkaar te krijgen en het kerkelijk leven beter te organiseren.”
Een punt van zorg in deze tijd was de vervulling van de ambten, ontdekte Vogelaar. „Er waren weinig ambtsdragers vanuit Nederland geëmigreerd. De Heere heeft in deze tijd echt over de gemeenten gewaakt en ook in de ambten wonderlijk voorzien.”
Hard bestaan
Eenvoudig was het in deze tijd niet voor de emigranten, constateert Vogelaar. „Het leven was hard. Vanuit Nederland gezien leek alles rooskleurig te zijn in Noord-Amerika, maar voor veel emigranten viel het flink tegen. Het was kei- en keihard werken. En eenmaal daar was er geen geld of gelegenheid om terug te keren naar Nederland; sommigen waren er te trots voor.”
In de jaren zestig was het hier en daar onrustig in NRC-gemeenten. „Een aantal groepen scheidde zich om heel verschillende redenen af. Zij vormden uiteindelijk de Reformed Congregations in North America, de zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Een direct verband met de scheuring van 1953 in Nederland was er niet bij het ontstaan van deze gemeenten.”
Ingrijpend noemt Vogelaar de breuk die zich in 1993 in de NRC voordeed en leidde tot het ontstaan van de Heritage Reformed Congregations. „Er speelden verschillende zaken. Er was zorg over de prediking, maar ook de echtscheiding en het hertrouwen van dr. J. R. Beeke speelden een rol. Deze scheuring trok diepe sporen, soms dwars door families. De beide kerkverbanden zijn daarna wat geestelijk klimaat betreft snel uit elkaar gegroeid.”
Hoe zou u de NRC willen typeren?
„De schriftuurlijk-bevindelijke prediking is er geliefd. Dat is altijd zo geweest. En een- en andermaal heeft de Heere wonderlijk geholpen. Hij heeft de gemeenten van de NRC bewaard. En ook Noord-Amerika kende en kent geoefende kinderen des Heeren. Ik heb geprobeerd daar ook wat van op te schrijven.”
Zorgen de grote afstanden tussen de gemeenten voor verschillen?
„Er zijn verschillen in cultuur, ook tussen de gemeenten in de VS en Canada. Maar de gemeenten zijn erg aan elkaar verbonden. Als er in een van de gemeenten iets speelt, bijvoorbeeld een ernstig ongeval waarbij gemeenteleden betrokken zijn, dan wordt er overal meegeleefd en voorbede gedaan. Toen de school in Chilliwack in Canada in 1978 afbrandde, werd er direct door alle NRC-gemeenten voor de school gecollecteerd. Ook door huwelijken zijn er veel relaties. Nu maken digitale hulpmiddelen de contacten eenvoudig.
De band met Nederland is eveneens hecht. Daarbij helpen de mogelijkheden die internet biedt. In de loop der jaren hebben nogal wat Amerikaanse predikanten de Nederlandse gemeenten via het blad van de Gereformeerde Gemeenten, De Saambinder, op de hoogte gehouden.”
Groeien de gemeenten nog?
„Van grote groepen emigranten vanuit Nederland is inmiddels geen sprake meer. Af en toe lees je in Canadese kerkbodes nog wel over een gezin dat uit Nederland is overgekomen. Naar de Verenigde Staten gaan bijna geen emigranten meer. De groei heeft hoofdzakelijk plaats in Zuid-Alberta en de regio Norwich (Ontario).”
Canada is nu een van de progressiefste landen ter wereld. Hoe staan de NRC daarin?
„Het vervult veel leden van de NRC met grote zorg. Vorige week nog werd er voorbede gevraagd voor een rechtszaak bij het hooggerechtshof. De gemeenten kennen geen eigen politieke partij; daar is de groep ook te klein voor. Er zijn lokaal wel leden van de NRC als burgemeester of in het parlement van een provincie actief, maar landelijk niet.”
De Amerikaanse maatschappij lijkt erg verdeeld te zijn. Hoe gaan de NRC’s daarmee om?
„De leden van de NRC zijn sterk Republikeinsgezind. Zij zien zeker de fouten van president Trump, maar ze beschouwen het als een gebedsverhoring dat de democrate Hillary Clinton níet is gekozen. De overwinning van Trump en vooral van vice-president Pence zien zij als een zegen voor het land. Er is niet altijd begrip voor de kritische houding van Nederlandse media ten opzichte van Trump.”
Welke lessen vallen er te trekken uit de geschiedenis van de NRC?
„Dat het belangrijk is dat er orde in de kerk is. Daar heeft het in de beginjaren van de NRC best lang aan ontbroken. Kerkvisitatie werd bijvoorbeeld lang als bemoeienis van buitenaf gezien. Toen ds. W. C. Lamain een gemeente benaderde om voor het eerst een kerkvisitatiebezoek af te leggen, antwoordde de kerkenraad: „Dominee, u bent van harte welkom, maar wij zullen niet aanwezig zijn.” Zonder heldere kaders gaat de kerk op persoonlijk inzicht van mensen drijven.”
Mede n.a.v. ”A memorial stone set up. The history of the Netherlands Reformed Congregations in North America” (deel 5), L. Vogelaar (vertaling P. B. Velthove); uitg. GA Printing, Norwich, Canada, 2017; ISBN 978 0 9939500 5 6; 435 blz.; 29,50 euro. Dit boek en de voorgaande vier delen zijn in Nederland te koop bij boekhandel Gebr. Koster te Barneveld (gebrkoster.nl).
De Netherlands Reformed Congregations tellen ruim 10.000 leden, verdeeld over 27 gemeenten. De kerk kent drie classes. Binnen de classis East vallen gemeenten in het oosten van Noord-Amerika, zoals die in het Canadese Ontario (zoals Norwich) en die bij New York (bijvoorbeeld Franklin Lakes (VS)). In de classis Mid West zitten gemeenten uit de Amerikaanse staten Michigan (Grand Rapids en Kalamazoo bijvoorbeeld), South Dakota, Illinois, Iowa, Missouri en Wisconsin. De classis Far West wordt gevormd door de gemeenten in het westen van Noord-Amerika: de Canadese provincies Alberta, met onder meer de gemeente in Lethbridge, en British Columbia (Chilliwack). Ook drie gemeenten in de Amerikaanse staten Washington (Lynden en Sunnyside) en Californië (Artesia) maken er deel van uit.
De NRC beschikken in de plaatsen met grotere gemeenten over eigen reformatorische scholen. De ouders moeten daar vaak grote financiële offers voor brengen.
De Theologische School van de NRC is gevestigd in Grand Rapids. Er zijn momenteel twee studenten in opleiding voor predikant.
De NRC doet aan zendingswerk in het Zuid-Amerikaanse Bolivia. In oktober vertrok ds. E. M. Maljaars als zendingspredikant naar dat land.
In de NRC zijn er twaalf predikanten, onder wie ds. Maljaars.