Ds. Van de Weg: Dienende geest is motorolie voor huwelijk
De Bijbelse woorden dat de man het hoofd van de vrouw is, gelden nog steeds, aldus ds. A. A. F. van de Weg. „Vrouwen moeten het niet erg vinden om de man te dienen.”
De hersteld hervormde predikant uit Abbenbroek sprak zaterdagmorgen tijdens de Kruispuntconferentie in Meerkerk. Deze eendaagse conferentie over het huwelijk was bestemd voor jonge –al dan niet getrouwde– stellen en werd georganiseerd door het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Er waren veertien stellen.
Ds. Van de Weg ging in zijn toespraak eerst in op een tekst uit het Oude Testament. Hij noemde Genesis 2:24: „Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.” De predikant benadrukte dat het huwelijk een verbond is en niet een contract. Hij liet twee A-4’tjes zien die eenmaal op elkaar gelijmd niet gemakkelijk losgescheurd kunnen worden. Zo is het volgens hem ook met een huwelijk. „Bij een scheiding gaat er iets kapot. Houd het huwelijk rein. Zorg voor een goede communicatie.”
Magistraal
Ds. Van de Weg noemde seksualiteit een ”magistrale gave” van God. „Deze gave mag je in dankbaarheid aannemen. Deze lichamelijke eenwording is geen speeltje vóór het huwelijk, maar is ook niet alleen bestemd voor de voortplanting. Die opvatting is ontstaan onder invloed van Augustinus. Op dit punt heeft hij de plank misgeslagen. Anders zou je heel wat teksten uit de Bijbel moeten schrappen. Seksualiteit is ook iets moois.”
Over kinderen zei de predikant dat echtparen principieel de bereidheid moeten hebben om de kinderzegen te ontvangen. Hij voegde eraan toe dat het „in het huwelijksleven ook kan gaan om te laveren tussen het voorkomen van en het uit zijn op de kinderzegen.”
Vervolgens trok hij vanuit het Nieuwe Testament (Efeze 5) een aantal lijnen door, waarbij vooral het onderdanig zijn aandacht kreeg. Eerst staat er, aldus de predikant, dat man en vrouw elkáár onderdanig moeten zijn. „In het huwelijk leer je dienen. Een dienende geest is de motorolie voor het huwelijk. Wie Christus liefheeft, krijgt het verlangen om er ook voor de ander te zijn. Jouw agenda wordt jullie agenda en jouw geld wordt jullie geld.”
De predikant handhaafde, tegen allerlei trends in de maatschappij in, dat de man het hoofd van de vrouw is. Hij trok de vergelijking met een piloot die het vliegtuig bestuurt, maar die fouten kan maken en open dient te staan voor reflectie. „Het is goed als de vrouw in het huwelijk op de rem trapt als dat nodig is.”
Signalen
Ds. Van de Weg vroeg de mannen om hun vrouw, „het zwakkere vat”, te beschermen, genoeg tijd met haar door te brengen en signalen van haar op te vangen. Een vrouw moet het niet erg vinden om zo’n man te dienen. „Het dienen heeft niets te maken met hoger of lager staan. Het is een eer om te dienen. Je hoeft dat niet kritiekloos te doen. Over alle dingen mag je je kritiek inbrengen en kan je jouw man vragen of hij het wel goed heeft. Zo heeft de vrouw een plek gekregen om de man te laten opbloeien in het geestelijk leiding geven.”
Over die verhouding tussen man en vrouw gingen alle vragen na de pauze. Ds. Van de Weg stelde dat de Bijbelse richtlijn ook blijft gelden als de vrouw beter leiding kan geven dan de man. Het is volgens hem niet goed is als de vrouw dan het stuur overneemt, behalve in uitzonderingen bij ziekte en dergelijke. Hij stelde voor dat een vrouw die goed kan leidinggeven, haar man helpt in het leren leidinggeven.
De predikant erkende dat er karakters zijn die moeilijk combineren. Hij vindt het „een must” om te weten wat voor karakter je hebt. „Het helpt in de levensheiliging.”