Belastingfraudeurs weten van niets
De verdachten die dinsdag voor de rechtbank in Roermond terechtstonden wegens vermeende grootschalige belastingfraude, geven elkaar de schuld. Zij zeiden nauwelijks of niet van de fraude te hebben geweten.
Dat bleek tijdens de eerste van zeven zittingsdagen over een internationale BTW-zwendel tussen 1999 en 2001 in Limburg, België en Duitsland. Van de vier opgeroepen verdachten waren er twee komen opdagen. Tegenover één officier van justitie zaten acht advocaten, die de verdachten bijstand verleenden.
De eerste zittingsdag werd vooral gekenmerkt door gesteggel tussen met name de Rotterdamse advocate I. Weski en officier van justitie S. Kuipers over procedurele kwesties, en door het voordragen door rechter M. van Baal van de voornaamste verklaringen van getuigen en verdachten in deze zogeheten chipdealzaak.
Twee hoofdverdachten zitten vast in Belgische gevangenissen, deels wegens andere delicten. Een van hen, G. P. uit Susteren moet daar 24 jaar brommen, maar na dit Nederlandse proces heeft ook de Duitse justitie nog een appeltje met hem te schillen. Enkele andere verdachten in de belastingfraudezaak beschrijven hem als degene die aan de touwtjes trok. P. zelf weigerde dinsdag voor de rechtbank iets te zeggen.
Uit het voorlezen van verklaringen werd duidelijk dat er tussen 1999 en 2001 vooral heen en weer werd geschoven met microchips, met name van Limburg naar Duitsland. Dat gebeurde via zogenoemde plofbedrijven, tussenhandelaren die wel BTW in rekening brachten maar nooit afdroegen. Die belasting ging volgens justitie als winst in de privé-zakken van enkele verdachten, die daarvan ook stromannen en tijdelijke kantoren financierden. Tegen de tijd dat de fiscus voor de deur stond, waren die bedrijven net failliet gegaan.
Een van de verdachten, ex-directeur T. R. van het Roermondse bedrijf Veridex, zei van niets te hebben geweten. Drie andere hoofdverdachten, onder wie P. en twee Belgen, hielpen hem in 1999 toen zijn chipbedrijf financieel aan de grond zat. Binnen enkele maanden tijd floreerde het bedrijf als nooit te voren en had een miljoenenomzet.
R. stopte er naar eigen zeggen mee toen hij malafide praktijken begon te vermoeden. Sinds een inval door de FIOD in 2001 is zijn bedrijf van de kaart geveegd. R., die nu van de bijstand leeft, voelt zich vooral slachtoffer, zeker geen dader of verdachte.
Vandaag zou de rechtbank verdergaan met de behandeling. Op 25 juni houdt Kuipers haar requisitoir tegen alle tien verdachten en op de laatste zittingsdag op 2 juli krijgen de verdachten zelf het laatste woord.