Eeuwige rust
Openb. 14:13a
„En ik hoorde een stem uit den hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid.”
De ziel wordt door de dood op haar slaapstede gelegd en gebracht tot een staat van eeuwige rust. Dat is de laatste bevestiging van de waarheid dat de sterfdag van de gelovige zijn beste dag is. Zo lang wij hier zijn, wordt onze ziel geslingerd en gejaagd. De beste mens in de wereld, waarmee wij iemand bedoelen die de hoogste en duidelijkste genietingen van God heeft, is te dikwijls gelijk aan de duif van Noach die geen rust vond voor het hol van haar voet. Want hem ontbreekt altijd enige uitwendige of inwendige weldaad. Dat zal zo blijven tot de ziel wordt opgenomen in de eeuwigdurende genieting van God. Doch de dood brengt een gelovige in een onveranderlijke rust. „Ik hoorde een stem uit de hemel, die tot mij zei: Schrijf: Zalig zijn de doden die in den Heere sterven…” O, zegt Hij, schrijf het neer als een zaak van grote betekenis en gewicht, dat de doden die in den Heere sterven rusten van hun arbeid. Hieruit moeten wij leren dat de dood de ziel overbrengt in een ongestoorde rust.
Thomas Brooks, predikant te Londen (”De sterfdag van een gelovige is zijn beste dag”, 1672)