De Amerikanen strijden al vele weken tegen de militie van Al–Sadr, die tot dusver van geen wijken wil weten. De Verenigde Staten willen Al–Sadr aanhouden in verband met een moord op een andere geestelijke vorig jaar in Najaf.

Intussen heeft de Iraakse interim–president Ghazi al–Yawar dinsdag gezegd dat Al–Sadr deel kan gaan nemen aan de nationale politiek zodra hij is vrijgesproken van de moordaanklacht en zijn militie, het Mahdi Leger, heeft ontbonden. De al ruim twee maanden rebellerende geestelijke heeft de afgelopen dagen aangegeven een akkoord met de interim–regering te overwegen om zijn verzet tegen de nieuwe politieke orde op te geven.

Ghazi al–Yawar prees de dooi in de retoriek van Al–Sadr. „Ik blijf voortdurend zeggen dat als ik in zijn schoenen zou staan, ik zou proberen om de politieke arena in te gaan in plaats van de wapens ter hand te nemen. Hij heeft aanhangers, hij heeft een electoraat, hij moet aan het politieke proces gaan deelnemen, dat zou volgens mij een slimme zet zijn", aldus het tijdelijke staatshoofd tegen verslaggevers in Bagdad.

Maar hij waarschuwde wel dat voor Al–Sadr het politieke toneel kan betreden hij wel vrijgesproken moet zijn van het aanzetten tot moord op de gematigde pro–westerse geestelijke Abdul Majid al–Khoei in april 2003. „In het nieuwe Irak staat niemand boven de wet", zei Al–Yawar. Een tweede voorwaarde is de ontbinding van het Mahdi Leger. Andere militieleiders doen dit ook dus hij kan hetzelfde doen, aldus de interim–president.