Historicus Tippe: Reformatie Staphorst geleidelijk proces
Hoe verliep de Reformatie in Staphorst? Ging het kerkvolk zomaar op één dag over van rooms-katholiek naar hervormd? Nee, zegt de Staphorster historicus dr. K. Tippe. „Het was een geleidelijk proces.”
De reformatie in Staphorst en Rouveen was geen kwestie van één moment maar een langzaam proces van meer dan een eeuw, zegt de in Staphorst geboren dr. K. Tippe, docent aan de Fruytier scholengemeenschap. Tippe bestudeerde de bronnen en schreef het boek ”Bevochten bestaan. De strijd om de reformatie van kerk en samenleving in Staphorst en Rouveen in de periode 1560-1700”. Maandagavond werd er naar aanleiding van dit boek in Staphorst een thema-avond gehouden waarbij zo’n 300 belangstellenden aanwezig waren.
De in Staphorst geboren historicus Tippe raakte vanaf zijn catechisantentijd geboeid door het predikantenbord waarop de laatste pastoor van Staphorst als ”Heere Geert” wordt aangeduid. Over deze Geert Roeper gaat een opmerkelijk verhaal. ”Heer Geert” zou in 1588, vlak voor zijn sterven, gezegd hebben: „De Reformatie is toch juist.”
Met die geschiedenis als startpunt begon Tippe zijn zoektocht naar de vroegste sporen van de Reformatie in de gemeente. Zo ontdekte hij dat er in Staphorst al vóór 1588 aanhangers van de gereformeerde leer moeten zijn geweest.
Ter illustratie haalde Tippe enkele figuren uit Staphorst en Rouveen voor het voetlicht. Uit de benoemingsbrief van Albertus Johannes Lankhorst, de laatste pastoor van Rouveen, blijkt dat er in de omgeving van Staphorst en Rouveen sprake was van oorlogsgeweld. Rouveen ging in 1600 definitief over tot de gereformeerde leer en toen moest pastoor Lankhorst het veld ruimen.
De Staphorster predikant ds. Theodorus Noortbergh werd als student in Utrecht beïnvloed door Gisbertus Voetius, schrijft Tippe. Hij werd een belangrijke bevorderaar van de idealen van de Reformatie en de Nadere Reformatie in Staphorst.
Hoewel de Reformatie in Staphorst langzaam en als een langdurig proces kwam, was er toch sprake van een echte verandering, concludeerde Tippe maandag. „Uit de bronnen blijkt dat in 1700 de hele Staphorster en Rouveense gemeenschap door het geestelijk klimaat van de Reformatie was gestempeld.”
SGP-Tweede Kamerlid dr. R. Bisschop sprak over ”Reformatorische stemmen uit Staphorst en Rouveen”. Hij stelde dat de erfenis van de Reformatie niet zozeer door kerken en predikanten werd doorgegeven, maar door vertegenwoordigers van opwekkingsbewegingen en gezelschapskringen.
Als voorbeeld noemde de in Rouveen geboren en getogen Bisschop zijn overgrootvader Jan Bisschop, die de Hervormde Kerk noodgedwongen verliet, maar bleef verlangen naar terugkeer tot deze kerk. Toen rond 1880 de hervormde kerk van Rouveen een Bijbelgetrouw predikant kreeg, werd de ontstane gemeente van ”kruisgezinden” opgeheven en keerde Jan Bisschop samen met een andere leidersfiguur, Nicolaas Bouwman, terug.
De hersteld hervormde predikant van Staphorst, ds. H. J. van Marle, zei vooral door de persoon en het werk van ds. Theodorus Noortbergh te zijn aangesproken. Volgens ds. Van Marle waren bij ds. Noortbergh leer en leven nauw op elkaar betrokken. Hij voerde de doordeweekse dienst in en had veel aandacht voor het catechetisch onderwijs. „Een indrukwekkend voorbeeld waaraan een predikant zich spiegelen mag”, aldus ds. Van Marle.
Ds. P. van den Berg, predikant van de gereformeerde kerk vrijgemaakt in Staphorst, zei ten slotte dat de inhoud van het boek in schril contrast staat met de huidige verdeeldheid. Het lezen over de Reformatie had bij hem heimweegevoelens opgewekt naar de vroeger aanwezige eenheid onder gereformeerde belijders.