Amerikaanse kunst in Assen
Zoals cultuurliefhebbers van over de hele wereld naar het Rijksmuseum komen voor de Nachtwacht, zo gaan ze ook massaal voor ”Morning Sun” van Edward Hopper naar het Amerikaanse Ohio. Echter, wie dat werk nu wil zien, moet naar Assen. Het Drents Museum presenteert daar ”The American Dream”.
Het zijn klinkende namen die het museum in Assen heeft binnengehaald. Warhol, Wyeth en Lichtenstein zijn er zo maar een paar. En als topper heeft het museum het schilderij ”Morning Sun” in huis, een publiekslieveling in Amerika.
Voor het Drents Museum was het moeilijk om zo veel topstukken naar Europa te krijgen. „De verzameling naoorlogs realisme uit de Verenigde Staten is te groot voor één huis, daarom hebben we de handen ineengeslagen met de Kunsthalle Emden, in Duitsland, waar we al goede contacten mee hadden”, vertelt directeur Harry Tupan.
Veel werken van de vertegenwoordigde kunstenaars in Assen zijn eerder wel te zien geweest in Nederland, maar nog nooit op deze schaal. Zo weet ook Peter Tripi, Amerikaan, kunsthistoricus én kenner van Amerikaans realistische kunst. Hij was als adviseur nauw betrokken bij de tentoonstelling ”The American Dream”. „Twee musea die over grenzen zo collegiaal en nauw samenwerken, dat is in Europa nog niet eerder vertoond.” Tripi is trots op het overzicht dat nu in Assen en Emden gepresenteerd wordt.
Het deel van de tentoonstelling in Assen laat kunst uit de periode 1945-1965 zien; in Emden ligt de nadruk op het tijdvak 1965 tot heden. „Het overzicht is als één tent op twee plekken”, aldus Tupan. Beide tentoonstellingen laten ook een aantal verbindende werken zien. Zo hangt er in Nederland een aantal doeken uit de periode na 1965, als een uitnodiging om het vervolg in Emden te gaan bekijken.
Cubacrisis
Onder meer de Koude Oorlog, de Cubacrisis en de strijd om burgerrechten kenmerken het naoorlogse Amerika. „Terwijl de meeste kunst na de Tweede Wereldoorlog nauwelijks gaat over het dagelijks leven, kiezen de Amerikaanse realisten er juist voor die werkelijkheid tot kunst te verheffen”, stelt conservator Annemiek Rens. „Soms is de verwijzing duidelijk, zoals bij het werk van Jacob Lawrence.” Deze Afro-Amerikaanse kunstenaar maakt rassendiscriminatie tot een van belangrijkste thema’s. „Een andere keer subtieler, bij het werk van Idelle Weber.” Zij schildert met fotorealistische precisie een prullenbak op een formaat van een bij anderhalve meter.
Conservator Rens is het meest content met het feit dat de ”Morning Sun” in haar museum hangt. Pas in juni van dit jaar kreeg ze de toezegging dat het Columbus Museum in Ohio dit markante schilderij van Edward Hopper zou uitlenen. „Het was een bijzonder moment. Met een groep Nederlandse journalisten was ik op persreis, en terwijl we met een bus door de straten van New York reden, kreeg ik een telefoontje dat het topstuk naar Assen zou komen.”
Tuinslang
Gebaseerd op het stratenplan van New York toont de tentoonstelling het Amerikaans realisme onderverdeeld in diverse thema’s, zoals ”mens” en ”stilleven”. Een gidsje leidt de bezoeker langs de genummerde kunstwerken, waarvan er veel voorzien zijn van een korte beschrijving en uitleg. Een service van het museum die de tentoonstelling een prettige meerwaarde geeft.
Een oord van rust is het ‘straatje’ met het thema ”platteland”. Een groot deel van de Amerikaanse bevolking woont op het platteland, verspreid over een enorm grondgebied. Vaak leiden ze een eenvoudig en geïsoleerd leven. Rens licht een van die werken, haar persoonlijke favoriet, toe. „Wyeth weet als geen ander sfeer neer te zetten. Let op hoe boeiend het licht is, je blijft kijken naar de mysterieuze sfeer. Dankzij de eitempera –poedervormig pigment vermengd met ei en water– kan hij heel precies werken. Kijk maar naar het gras op de voorgrond van het schilderij”, zegt ze bij ”McVey’s Barn”.
De diversiteit aan werken maakt de expositie de moeite waard. Wie niets heeft met het hyperrealisme van Catherine Murphy’s tuinslang kan zijn hart ophalen aan de verstilde filmische beelden van Edward Hopper, of het daaraan tegengestelde schreeuwerige karakter van de popart.
„Het Amerikaans realisme is nog nooit zo zorgvuldig onderzocht als nu”, zegt kunsthistoricus Tripi. „Niet in Amerika en niet in Europa. Natuurlijk zijn de afzonderlijke kunstenaars wel te zien geweest, of per stroming, zoals het conceptualisme, het realisme et cetera, maar nooit als groep. Ik vind deze tentoonstelling een spiegel voor Amerika.” Tripi’s wens is dat dit overzicht binnen een jaar of vijf ook te zien is in Amerika. Maar tot mei hangt het gewoon in Assen.