Kerk & religie

Volzalig zien

1 Korinthe 13:12a

Thomas Brooks
4 December 2017 09:22Gewijzigd op 16 November 2020 12:07

„Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht.”

Als u zou vragen: „Zielen, waarom wacht u op God in deze bedeling?” Zij zullen antwoorden: „Dat wij God meer ten volle mogen genieten.” Als een gelovige zegt: „Tijd, vaar spoedig heen!”, wat bedoelt hij daar anders mee dan dat hij vervuld mag worden met de volheid Gods?

Er zijn geen klachten in de hemel, omdat er geen gebrek is aan enig goed. O, wanneer de dood de laatste slag zal geven, dan zal er een verwisseling zijn van de aarde voor de hemel, van onvolmaakte genietingen voor volmaakte genietingen van God. Dan zal de ziel verzwolgen worden in het volledig genieten van God. Geen hoek van de ziel zal leeg blijven, maar hij zal geheel vervuld zijn met de volheid Gods. Hier ontvangen zij genade voor genade, maar in de hemel heerlijkheid voor heerlijkheid. God bewaart de beste wijn tot het laatst. Hier ontvangen wij slechts enkele teugjes, enige voorsmaken van God, maar de volheid wordt bewaard voor de staat der heerlijkheid. Wie hier het meest van God ziet, aanschouwt niet meer dan Zijn achterste delen, want Zijn aangezicht is een juweel van zo’n glans en luister, dat alleen een verheerlijkt oog het kan aanschouwen. Ons hart is als een kruik, die niet plotseling gevuld wordt, hoewel ze in het midden van de zee ligt, waar alle volheid is.

Thomas Brooks,

predikant te Londen

(”De sterfdag van een gelovige is zijn beste dag”, 1672)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer