Bisschop tegen dikke buiken
Tegenover mij zat een echte bisschop. Een lutherse bisschop uit Berlijn. Sprekend over zijn werk, vertelde hij dat hij na klachten van een gemeente over een luie predikant de desbetreffende voorganger van die gemeente had opgezocht. Daarbij had hij hem gevraagd naar de herkomst van diens dikke buik. Toen de predikant daarop antwoordde dat hij ’s avonds bij het televisiekijken graag een biertje dronk, deelde de bisschop hem prompt mee dat hij binnen twee maanden overgeplaatst zou worden naar een grotere gemeente.
Een aantal maanden geleden promoveerde de hervormde predikant J. Kronenburg op een studie over het ambt van bisschop. Aan de promotie is in deze krant aandacht gegeven en het boek zelf is in vele kerkelijke en theologische bladen besproken.
Dr. Kronenburg voert in zijn boek een pleidooi voor de invoering van het bisschopsambt in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Hij noemt voor zijn onderzoek drie redenen. Als eerste een persoonlijke, namelijk dat in een situatie van persoonlijke crisis een herder voor de herders nodig is. Ten tweede is er een oecumenisch motief, omdat er vele protestantse kerken in de wereld zijn die het bisschopsambt kennen. Ten slotte is er een kerkelijke reden: naar het inzicht van dr. Kronenburg zou ook de eenheid binnen de PKN ondanks alle pluriformiteit bewaard kunnen worden met een bisschop.
Ter onderbouwing van zijn betoog voor de bisschop voert de auteur theologen aan uit de Vroege Kerk, de Reformatie en de negentiende en twintigste eeuw. Ook wijst hij op wat andere protestantse kerken in de wereld op dit gebied in huis hebben.
Gelet op de omvang van het boek is de argumentatie vanuit de Bijbel vrij beperkt. Deze bedraagt niet meer dan vijf pagina’s. Reden voor deze beperking is voor Kronenburg vooral dat de Schrift niet een bepaald kerkelijk ambtsmodel voorschrijft, waardoor zowel voor- als tegenstanders van de bisschop zich dus op de Schrift kunnen beroepen.
Democratisch
De bisschop die Kronenburg wil is een andere dan de bisschop die de Rooms-Katholieke Kerk kent. Kronenbrug wil naar een democratische bisschop. Dat betekent dat deze gekozen wordt door vertegenwoordigers uit de kerken, het werk doet met ouderlingen en diakenen en dat de bisschop onderworpen is aan het gezag van de synode. Tot de taken van de bisschop behoren dan vooral de pastorale zorg voor de pastores en het onderwijzen en bewaken van de geloofstraditie. Ook is hij, in de zienswijze van Kronenburg, een verbinding tussen plaatselijke en landelijke kerk, een symbool van eenheid en een voorganger in de liturgie.
Heel duidelijk zoekt Kronenburg naar een weg die een bisschop acceptabel maakt voor hen die bij het horen van het woord direct aan hiërarchie en macht denken. Aan de hand van verschillende anglicaanse en lutherse ordinantieliturgieën wil de auteur laten zien dat het best anders kan dan bij Rome gebeurt.
Een democratische bisschop bestaat echter niet. Democratie is wezensvreemd aan het kerkzijn en bestaat daar ook niet. Om die reden is er ook geen democratische bisschop, evenmin als er een democratische kerkenraad bestaat. Er is één Meester en wij zijn dienstknechten. Een bisschop met gezag hoeft daarbij geen probleem te zijn, want in de gereformeerde kerkstructuur heeft de plaatselijke kerk ook een deel van haar gezag en zelfstandigheid aan de classis afgestaan.
Macht
Het pleidooi van dr. Kronenburg verdient waardering vanwege het vele materiaal dat hij heeft bijeengebracht. Wel gebruikt hij met name de reformatoren wat al te snel voor zijn eigen positie. Anderzijds wijst hij er terecht op dat de hervormers van de zestiende eeuw niet zozeer moeite hadden met het bestaan van bisschoppen als wel met het feit dat ze te veel macht hadden en te weinig hun werk deden.
Maar de vraag is die naar de macht en dan doel ik op de macht van het Woord. Wil de bisschop zijn werk doen in de navolging van Christus, zoals Kronenburg daarover schrijft, dan moet daar allereerst bij genoemd worden de gehoorzaamheid aan het Woord van de Meester. Dat is wat ik fundamenteel mis in deze studie en dat is wat ik fundamenteel mis in vele studies over ambt, kerkzijn en gemeenteopbouw.
Aan de predikant is de bediening der verzoening toevertrouwd en dat betekent dat in de verkondiging de poort naar de eeuwigheid open-, maar ook dichtgaat. Een bisschop is geen manager die in de pluriformiteit de eenheid vertegenwoordigt. Voor mij heeft dat te veel de klank van: de club bij elkaar zien te houden.
Dat zal dr. Kronenburg zeker niet bedoelen, maar duidelijker moet worden dat de bisschop doet wat nu kerkelijke vergaderingen doen of zouden moeten doen, namelijk erop toezien dat het Woord op de juiste wijze bewaard en gebracht wordt. Dan kan een luie dominee een belemmering zijn om naar diens preken te luisteren en dan is het verplaatsten van zo’n dominee een ingreep van de bisschop om het gezag van het Woord te handhaven.
Aanzet tot gesprek
De vraag of een bisschop teveel gezag krijgt, hoeft geen probleem te zijn. Immers in een gereformeerde kerkstructuur hebben de plaatselijke kerken zoals gezegd ook een deel van haar gezag en zelfstandigheid afgestaan aan de classis.
Het boek van dr. Kronenburg is een aanzet tot een gesprek en ook daarom is het zeer waardevol. Dat gesprek moet gevoerd worden. Het kerkelijk leven maakt namelijk duidelijk dat een pastor wenselijk kan zijn, niet alleen voor de pastores, maar ook voor de gemeenten. Om in het beeld te blijven: geen dikke dominees, maar ook geen hongerende gemeenten.