Vrijwel niemand nam het vrijdag na het verschijnen van het onderzoek echt op voor het vuurwerk dat de onderzoekers graag verboden zouden zien worden. Zelfs de branche wijst een verbod op pijlen en rotjes niet per se af, hoewel de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) waarschuwt voor symboolpolitiek. „Jongeren die voor overlast zorgen, lopen heus niet rond met legaal Nederlands vuurwerk”, zei een woordvoerder.

Maar de raad ziet wel degelijk ook een probleem in het legaal verkrijgbare vuurwerk, dat vaak op een linke manier wordt afgestoken en „uitnodigt tot roekeloos gedrag”.

Een totaalverbod vindt de onderzoeksraad te ver gaan. Zo’n 80 procent van het spul dat nu over de toonbank gaat, blijft wat de OVV betreft toegestaan. Oogartsen vinden dat te terughoudend. Zij vinden dat alleen een algeheel verbod op consumentenvuurwerk zoden aan de dijk zet. „We zien ook veel letsel door omvallende potten of te vroeg ontploft siervuurwerk”, zei oogarts Tjeerd de Faber van het Oogheelkundig Gezelschap.

De politie juicht de inperking die de onderzoekers voorstellen van harte toe. Korpschef Erik Akerboom ziet bevestigd dat knalvuurwerk en vuurpijlen „een ernstige bedreiging vormen” voor agenten, andere hulpverleners en het publiek. Politievakbond ACP deed er een schep bovenop. „Worden er geen ingrijpende maatregelen genomen, dan neemt de politiek willens en wetens voor lief dat de jaarwisseling slachtoffers blijft eisen”, zei voorzitter Gerrit van de Kamp.

Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) gaat volgende week overleggen met burgemeesters en de korpschef. Daarna wil de Tweede Kamer snel met hem in debat over de toekomst van de jaarwisseling en de rol die vuurwerk daarin nog mag spelen.