Dat meldt Weekblad Schuttevaer in zijn jongste editie. Het concern met een omzet van 1 miljard euro telt zo’n vijftien werven in Nederland. Volgens topman K. Damen verdwijnt na de cascobouw ook de afbouw grotendeels naar lagelonenlanden. „Er is misschien nog ruimte voor complexe militaire schepen en materieel voor de baggerindustrie, maar ik denk dat ook voor deze schepen Nederland op de lange termijn niet de goede plek is.”

Volgens hem staat de jachtenbouw hetzelfde lot te wachten. Damen vraagt zich af hoe lang Nederland nog kan teren op het imago dat het een goede locatie is voor de bouw van een jacht. „De rompen die wij in Polen maken, zijn beter dan die in Nederland.”

De hoge loonkosten in Nederland zijn de belangrijkste reden voor verhuizing van het werk. „Je moet in de scheepsbouw veel geld verdienen, want je maakt veel stomme fouten die veel geld kosten.” Een medewerker kost in Nederland 2400 dollar, in Polen 800 dollar, in Roemenië 450 dollar, in China aan de kust 375 dollar en in het binnenland van China 200 dollar.

Damen verwacht dat over tien jaar de lonen aan de Chinese kust de helft zullen bedragen van de Nederlandse salarissen. Hij denkt op dat moment zijn productie naar India te verhuizen. Op dit moment kost een megatanker van 10.000 ton in Roemenië 13,5 miljoen euro, in China 1 miljoen euro minder.

Toch kan er volgens Damen nog genoeg in Nederland worden verdiend aan nieuwbouw van schepen. Management, verkoop, financiering, engineering en logistiek moeten in de optiek van Damen hier blijven. „De lagelonenlanden zijn maakeconomieën. Het grotere denken bestaat nog niet op Chinese werven.”

De topman van de Damen Group ziet geen heil in staatssteun uit Den Haag. „Weggegooid geld. Maar omdat andere Europese landen hun werven wel subsidiëren, moet dat in Nederland natuurlijk ook.” Damen is eveneens voorstander van afschaffing van Europese steun.