Eind 2004 plannen voor beter jeugdbeleid
Voor het eind van het jaar moeten de ministeries van Volksgezondheid, Onderwijs, Justitie, Sociale Zaken en Binnenlandse Zaken plannen inleveren om knelpunten in het jeugdbeleid op te lossen. De ministeries moeten daarvoor overleggen en samenwerken met hulpverleners, gemeenten, het onderwijsveld, de politie en andere mensen die direct met de jeugd te maken hebben.
Dat is maandag besloten op de conferentie Operatie Jong die in Den Haag is gehouden. De speciaal hiervoor aangestelde commissaris S. van Eijck heeft twaalf knelpunten benoemd die moeten worden opgelost. Het gaat om zaken als het sneller aanbieden van zorg geconcentreerd rond scholen, minder schooluitval, betere communicatie tussen hulpverleners, het snel signaleren van problemen en beter meten wat de resultaten van projecten zijn. De op de conferentie aanwezige vertegenwoordigers uit het veld, zijn enthousiast en willen meewerken aan het opstellen van die plannen, aldus een woordvoerder van Van Eijck.
Van Eijck wil vooral schotten doorbreken. Schotten tussen de ministeries, op gemeenten en provincies, maar ook in het veld tussen hulpverleners, het onderwijs en politie. Wat bijvoorbeeld blijkt is dat voor iedereen een risicojongere iets anders is, aldus de woordvoerder van Van Eijck.
De definities en criteria moeten beter op elkaar worden afgestemd. Net als het toezicht, want nu kijkt een onderwijsinspecteur alleen naar onderwijs, terwijl er misschien een overduidelijk jeugdzorgprobleem voor zijn neus staat. Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het interprovinciaal overleg worden er een soort indicatoren opgesteld waarmee projecten gemeten kunnen worden.
Van Eijck gaat nog samen met minister Zalm (Financiën) kijken naar de geldstromen die langs diverse wegen aan jeugd worden besteed. Tot slot wil hij volgens zijn woordvoerder een advies uitbrengen, waarin hij een jeugdbeleid omschrijft dat vanaf een blanco situatie is opgebouwd. Het is niet de bedoeling om het jeugdbeleid weer landelijk op te leggen, maar het moet wel landelijk op dezelfde manier beoordeeld en op effectiviteit kunnen worden bekeken, aldus de woordvoerder.