FNV en VNO–NCW ruziën over toekomst WW
De vakcentrale FNV is „woest" over de opstelling van werkgeversorganisatie VNO–NCW in de discussie over de toekomst van de werkloosheidsuitkering. VNO–NCW wil, net als het kabinet, de WW afschaffen voor mensen die kort hebben gewerkt. „Tot onze afschuw leidt die verslechtering van de voorwaarden echter niet tot lagere premies", zei FNV–bestuurder Ton Heerts maandag na afloop van een vergadering van de Sociaal–Economische Raad (SER).
Dit adviesorgaan van vakbonden, werkgeversorganisaties en door het kabinet benoemde kroonleden was maandag bijeengekomen in een ultieme poging de onderlinge verdeeldheid op te lossen. Vorige week werd al bekend dat werkgeversorganisatie MKB–Nederland de kortdurende WW juist wil behouden.
Ontslagen mensen met weinig werkervaring hebben recht op een kortdurende WW–uitkering. Ze krijgen maximaal een half jaar 70 procent van het minimumloon. Volgens FNV’er Heerts presenteert de SER vrijdag aan het kabinet „een hopeloos verdeeld advies".
Als de bezuiniging doorgaat „betalen mensen premie waar ze pas veel later aanspraak op kunnen maken. De consequentie daarvan moet zijn dat de premie omlaag gaat. We zijn verbaasd over de opstelling van VNO–NCW", stelde ook CNV–bestuurder Rienk van Splunder. Zowel CNV als FNV stellen dat de bezuiniging onnodig is, omdat er nog een reserve van betaalde premies is van circa 5 miljard euro. „Laten we die buffer eerst eens aanspreken", zei Heerts.
Directeur sociale zaken van VNO–NCW Jan–Willem van den Braak vindt dat de vakbonden de premiediscussie erbij slepen. „Daar gaat het advies helemaal niet om." Volgens hem houdt de SER unaniem vast aan het principe van lastendekkende premies, waarbij „de premieheffing in relatie staat tot de uitkering". Hij wilde niet reageren op de vraag of dat betekent dat de premies omlaag gaan als de kortdurende WW wordt afgeschaft.