De predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te Alblasserdam zei dat zaterdag in Hedel tijdens de Landelijke Bijeenkomst Jongerenwerk die was georganiseerd door de jeugdcommissie Gereformeerde Gemeenten in Nederland te Aalburg, Geldermalsen, Hedel, Nieuwaal en Waardenburg. De samenkomst voor ambtsdragers en jeugdwerkleiders werd bezocht door ongeveer 170 personen.

Ds. Van der Tang trok lijnen vanuit 2 Petrus 1:19: „En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten.”

Hij wees op het belang ervan dat jongeren vertrouwd zijn met Gods Woord. „Het moet gewoon zijn om de Bijbel bij je te hebben.”

Vervolgens deed hij een beroep op jeugdwerkleiders om in hun werk voor de jeugd het besef mee te dragen dat er maar één middel is dat de harten van de jeugd kan veranderen, en dat is Gods Woord. In het verleden zijn er volgens hem voorbeelden gezien dat jongeren op jeugdverenigingen daarmee de verkeerde kant opgingen, maar, zo zei ds. Van der Tang, „we moeten ook niet doorslaan naar de andere kant.”

Vervolgens deed hij de oproep om Gods Woord te bestuderen. „Zouden we bevreesd zijn om onder goede ambtelijke leiding Bijbelstudie te doen? Zouden we wel sjoelen en karten en geen aandacht aan Gods Woord besteden? Dat kan toch niet?”

Het is de vaste overtuiging van de predikant dat „God werkt door het Woord en daardoor zal blijven werken, ook in onze tijd. Gods Woord is het enige middel. Laten we proberen de jeugd bij het Woord te brengen en Gods Woord bij de jeugd.” Hij ziet naast Bijbelstudie wel ruimte voor „sobere ontspannende activiteiten” van de jeugd, maar „we redden er de jeugd niet mee.”

Drs. R. A. van der Garde, ouderling te Opheusden en bestuurder van het Ds. G. H. Kerstencentrum in Veenendaal ging in zijn bijdrage ”Bijbelstudie, een verantwoorde invulling van een jeugdavond?” verder in op dit onderwerp. Hij noemde het voorbeeld van de inwoners van Berea die dagelijks de Schriften onderzochten „of deze dingen alzo waren” (Handelingen 17: 11). Ook verwees hij naar een tweetal oudvaders, Wilhelmus à Brakel en Theodorus van der Groe, die hebben aangespoord tot Bijbelonderzoek.

De conclusie van de ouderling was dat Bijbelstudie tijdens avonden voor de jeugd gebruikt kan worden. Hij drong erop aan om Bijbelstudie tot een vast onderdeel van de jongerenavonden te maken, al had hij er wel een paar kanttekeningen bij. De eerste was dat het onder ambtelijke leiding moet gebeuren. Verder zei hij dat Bijbelstudie kan verworden tot een broeinest van ketterijen als de leiding van de Heilige Geest wordt gemist.

Bij de voorbereiding dienen de leidinggevenden zich, aldus Van der Garde, te baseren op de Statenvertaling. Hij raadde aan om voor de uitleg gebruik te maken van de kanttekeningen, de Belijdenisgeschriften en goede Bijbelverklaringen, bijvoorbeeld van Matthew Henry, Dächsel, Patrick, Polus en Wells en Calvijn.

Van der Garde stelt zich de gang van zaken zo voor dat er na een inleiding een ronde van circa een uur met gespreksvragen in groepen volgt. Daarna komt er een plenaire bespreking, die de ambtsdrager de mogelijkheid biedt om bij te sturen. In Opheusden is dit model inmiddels ingevoerd.

Hierna presenteerde de regionale jeugdcommissie zich. Het kinderwerk begon in Hedel in 2008 met een 8+-groep. Daarna volgde de 14+-groep in Wijk en Aalburg. Uiteindelijk is het jeugdwerk voor de oudere jeugd van vijf plaatselijke gemeenten verenigd: Aalburg, Geldermalsen, Hedel, Nieuwaal en Waardenburg. De jeugd komt samen in Hedel. Kerkenraadsleden uit de deelnemende gemeenten hebben bij toerbeurt de leiding. De 18+-groep, die in 2014 van de grond kwam, organiseert veel zelf, maar er is ambtelijke leiding aanwezig. Op dit moment behandelt deze groep het boek Prediker.