Banken blijven meewerken aan Libor-rente
De Britse toezichthouder FCA heeft afspraken gemaakt met twintig banken, die beloofd hebben dat zij gegevens blijven aanleveren voor de vaststelling van de Libor-rente. Daarmee is het voortbestaan van dat tarief verzekerd, totdat het zoals eerder aangekondigd eind 2021 wordt vervangen.
Het Libor-tarief, dat banken gebruiken voor onderlinge transacties, geldt ook als maatstaf voor veel spaarproducten en leningen aan consumenten en bedrijven. Het wordt vastgesteld op basis van dagelijkse schattingen van de rente die twintig banken rekenen op leningen aan elkaar, bij verschillende valuta’s en looptijden.
Een paar jaar geleden bleek dat handelaren daar jarenlang mee hebben gesjoemeld. Daarom werd besloten dat het tarief voortaan gebaseerd moest worden op echte transacties. Afgelopen zomer concludeerde de FCA evenwel dat daarvoor in de huidige opzet te weinig bruikbare transactiegegevens voorhanden zijn, en dat er een betrouwbaarder systeem moet komen.
Omdat het Libor-tarief wereldwijd gebruikt wordt als maatstaf voor de rente op allerlei transacties, is het wel belangrijk dat er in de jaren tot en met 2021 een soepele overgang komt. Daarom is het volgens de FCA van belang dat de banken die nu informatie aanleveren, dat blijven doen totdat een alternatief beschikbaar is.
In Nederland was Rabobank bij het Libor-schandaal betrokken. De bank kreeg daarvoor landen boetes opgelegd van bij elkaar 774 miljoen euro en verscheidene oud-handelaren werden strafrechtelijk vervolgd. De affaire was voor toenmalig bestuursvoorzitter Piet Moerland aanleiding vervroegd op te stappen.